Tag Archives: Roger Piantoni

Kopa de meest memorabele Franse voetballer

5 mrt

Raymond Kopa, voluit Kopaszewksi, is de meest memorabele voetballer die Frankrijk heeft gekend. Nog ver voordat zijn landgenoten Michel Platini en Zinédine Zidane hun uitzonderlijke kunsten vertoonden was Kopa de Franse voetballer die tot de verbeelding sprak. In de jaren vijftig was hij een middenvelder met een even sierlijke als vloeiende dribbel, zoals men die vandaag zelden meer ziet.

Afgelopen vrijdag overleed op 85-jarige leeftijd de Fransman van Poolse afkomst. Le petit Napoleon werd hij genoemd, de voetballer die op het wereldkampioenschap van 1958 furore maakte als het spirituele brein (le chef d’orchestre) in het multiculturele Franse elftal dat als derde eindigde, achter wereldkampioen Brazilië en Zweden. Hij was de man die toernooitopscorer Just Fontaine (Marokkaanse-Spaans) en Roger Piantoni (Italiaans) met geniale passes bediende.

kopa
Kopa, die net als zijn vader werkzaam was in de mijnen rond Noeux-les-Mines (Noord-Frankrijk), werd na het titeltoernooi in Zweden opgenomen in het meest ideale elftal van het WK, dat door het frivole voetbal van de Brazilianen onder leiding van de 17-jarige Pelé en van Garrincha en Didi werd gedomineerd. Velen noemden hem de uitblinker van het toernooi.

Pelé koos Kopa 46 jaar later als een van de honderd beste nog levende spelers. In 1958 werd Kopa ook uitverkozen tot de beste voetballer van Europa (Ballon d’Or), als een speler van Braziliaanse stijl – altijd op zoek naar de dribbel en de individuele actie ten voordele van de aanvallers. Het internationaal toonaangevende voetbalmagazine World Soccer zette hem bij de beste honderd voetballers van de twintigste eeuw. In 1970 was hij de eerste voetballer die de Franse onderscheiding Legion d’Honneur ontving.

Met Stade Reims werd hij dankzij het football champagne van trainer Albert Batteux tweemaal Frans kampioen en bereikte Kopa in 1956 de eerste Europa Cup-finale. Daarin werd met 4-3 verloren van Real Madrid. Het volgende seizoen schitterde hij in de schaduw van Alfredo Di Stéfano en Ferenc Puskas bij Real Madrid, destijds jarenlang het veruit beste elftal van Europa. Kopa was te bescheiden om echt te schitteren aan de zijde van genoemd duo. Real werd mede dankzij hem driemaal Europees kampioen, in 1957, 1958 en 1959, en tweemaal Spaanse kampioen, in 1957 en 1958.

In zijn biografie Mon Football (1972) vertelt Kopa over zijn jeugd: ‘Zelfs na veertig jaar herinner ik me precies die geur. De geur van het café, waar ik als kleine jongen, samen met mijn broer, voor het eerst door mijn moeder werd afgezet om af te dalen in de mijn. Het mijnwerkerscafé is mijn café geworden. Ik blijf me tot vandaag de dag een mijnwerker voelen. Ik ken niet anders en kon niets anders. En omdat de geur van het café – het rook naar lekker vlees – me deed ontwaken, wist ik altijd letterlijk hoe laat het was: vier uur in de ochtend. Elke keer als ik wakker word, waar ook ter wereld, als ik mijn ogen open, zie ik de mijn voor mij. Ik proef de geur van het café. En ik ben een beetje bang. Altijd opnieuw. Het is deze angst die mij heeft veranderd van de mijnjongen Raymond Kopaszewski in de topvoetballer Kopa. Ons huisje lag achter een mijn, een typisch citéwoninkje met een kleine tuin. Daarachter stond het stadionnetje. Het waren wat trieste woonomstandigheden, tegenover ons lagen de briques noires. Maar binnen was het altijd zeer mooi: miniatuurtjes, artistiek, zoals Polen dat kunnen. Mijn cité, mijn stad, mijn huis, het leek allemaal zwart, melancholisch, stoffig. Gelukkig was er de bal! Van mijn zesde af raakte ik erdoor gefascineerd. Zonder de mijn zou ik zonder twijfel ook een goede voetballer zijn geworden. Maar niet diegene die ik nu ben geweest. Het verklaart dat ik, gedurende mijn loopbaan, ben blijven vechten tegen de nederlaag. Ik gaf altijd het maximum dat ik in mij had. Zonder mijn vlucht uit de mijn naar het voetbal, was ik nog steeds Kopaszewski.’

kopa1
Raymond Kopa speelde 45 interlands voor Frankrijk en scoorde daarin 18 maal. Hij wordt herinnerd als ‘de kleine Napoleon’, een mannetje met een breed arsenaal aan passeerbewegingen en intelligente passes. Kopa was de voetballer die evenals de Brazilianen Pelé, Garrincha en Didi het WK van 1958 de liefhebbers deed beven van emotie. Klein maar fijn.

Deze necrologie is gepubliceerd op 4 maart in NRC Handelsblad

Michel Platini was eens Le Champion des Champions

8 okt

Dit portret verscheen zaterdag 3 oktober in NRC Handelsblad

Door Guus van Holland en Peter Vermaas
‘Michel Platini beweegt als schaatser op het ijs. Met het toppunt van elegantie verplaatst hij zich over het veld, de bal vormt voor hem geen enkel probleem. Met de borst vooruit en het hoofd omhoog beschermt hij door een lichte buiging de bal. Alles wat hij doet schijnt hem gemakkelijk en eenvoudig af te gaan.’

Het is de opmaat voor een hagiografisch boekje uit 1978: Michel Platini, Le Champion des Champions, met veel foto’s en korte teksten. Het werd uitgegeven naar aanleiding van de uitverkiezing door sportdagblad l’Equipe van de nauwelijks 23-jarige speler tot Frans sportman van het jaar in 1977. De tekst is van Roger Piantoni, de Franse oud-international (hij werd op het WK van 1958 met Frankrijk derde), die net als Platini bij FC Nancy debuteerde.

Platini werd eind jaren zeventig een grote toekomst voorspeld, en niet alleen door Piantoni. In het boekje staan indrukwekkende foto’s van zijn alom geprezen balvoering en van trainingen waarin hij langdurig oefent op vrije trappen, met poppen als muur. De Fransen, wier bewondering voor artistieke voetballers (Kopa, Piantoni, Platini, Tigana, Six, Giresse, Rocheteau, Henry, Cantona, Zidane) altijd de boventoon voert, raakten verblind door Platini’s présence.

Verblind zijn ze nog steeds. ‘Le Roi Michel’ is soeverein en onaantastbaar. Nog voor hij zichzelf deze week had kunnen verweren tegen beschuldigingen van corruptie in de zaak tegen Sepp Blatter en andere FIFA-bestuurders, trokken media en politiek in eigen land een haast onneembare verdedigingsmuur op.

Niet veel grote spelers slaagden erin om na hun actieve carrière een bijna even gloedrijk bestaan op te bouwen als bestuurder. Platini, sinds 2007 voorzitter van de Europese voetbalfederatie UEFA en nu de belangrijkste kandidaat om Blatter op te volgen bij de FIFA, lukte dat wel. Maar ‘gemakkelijk en eenvoudig’, om met Piantoni te spreken, is het niet meer. Blatter, die hij vorig jaar weigerde te steunen voor een nieuwe termijn, dreigt hem mee te slepen in zijn val.

Jaren trokken ze samen op: Blatter is voor Platini „bij toerbeurt bondgenoot, mentor, rivaal en voortaan beste vijand” resumeerde Le Monde onlangs. De voormalige Franse bondscoach, drievoudig Europees voetballer van het jaar en tweevoudig beste voetballer aller tijden, moet zich bij de Zwitserse justitie verantwoorden voor een bedrag van 1,8 miljoen euro dat de FIFA in 2011 naar hem overmaakte. Was dat fraude? Steekpenningen? Volgens Platini zelf ging het louter om een vergoeding voor zijn rol als technisch adviseur van Blatter, tussen 1999 en 2002.

Platini is „rustig” onder de aantijgingen, zei de chef sport van de Franse publieke radio, Jacques Vendroux, over zijn vriend als ware hij zijn woordvoerder. „Hij weet vanaf de dag dat hij Blatter opriep om zich terug te trekken als kandidaat dat hij, tussen aanhalingstekens, in een oorlog verzeild zou raken. Dat is heel moeilijk voor Michel”, aldus zijn analyse op France Info. En de twee miljoen? „Neem van mij aan dat hij geen nieuw zwembad of een badkamer heeft laten bouwen, geen nieuwe auto heeft gekocht of reizen heeft gemaakt”, zei Vendroux op tv-zender TF1. „Het gaat om kosten die te maken hadden met voetbalmissies.”

Zelfs de Franse politiek nam het meteen voor hem op. „We hebben geluk dat we iemand als Michel Platini hebben”, verklaarde premier Manuel Valls prompt na de eerste berichten uit Zwitserland. „Hij is een groot sportman geweest en is een groot sportbestuurder. Ik heb volledig vertrouwen in hem.”

Het was Platini die het een paar maanden eerder voor Valls had moeten opnemen toen de premier, groot fan van Barcelona, voor veel geld een regeringsvliegtuig naar de finale van de Champions League in Berlijn had genomen en daardoor in problemen kwam. Volgens Platini waren er in de aanloop naar het EK van volgend jaar belangrijke sportzaken te bespreken. Valls aanwezigheid was gewenst.

Het tekent Platini’s lenigheid en aanhoudende kwaliteiten als tacticus. Net zo makkelijk als op het veld bewoog en de regie op het veld in handen hield, lijkt hij zich nu in de duistere gangen van de macht van het mondiale voetbal een weg te vinden. In de politiek, in de media en onder voetbalbestuurders heeft hij op de juiste plaatsen steunpilaren die altijd weer van pas kunnen komen.

Politici, van links en van rechts, willen met hem gezien worden. Oud-president Nicolas Sarkozy zette zijn vriend zelfs in om de Franse economie aan te zwengelen, onthulden journalisten van France Football in 2013. In ruil voor investeringen zou hij Qatar beloofd hebben zijn vriend voor het WK 2022 te laten stemmen. Platini heeft erkend dat er bij zijn omstreden stem voor de Golfstaat „politieke druk” was, maar hij staat nog achter zijn keuze. Dat zijn zoon drie maanden na de stemming een baan kreeg in de Golfstaat, heeft volgens hem geen enkele relatie. Maar de affaire was het eerste echte vlekje op de loopbaan van Platini als bestuurder.

De kleinzoon van een na de Eerste Wereldoorlog uit Italië naar Frankrijk uitgeweken metselaar begon, nadat hij werd afgewezen bij Metz, zijn profcarrière bij FC Nancy, de club waar vader Aldo ook had gespeeld. Daarna volgden St. Etienne en Juventus.

Onder zijn leiding regen deze clubs nationale titels aaneen. De ‘aanvallende middenvelder’ of ‘binnenspeler’ dicteerde het spel, geregisseerd à la Johan Cruijff met weidse gebaren en luide aanwijzingen: bal aan een touwtje, wijzen en schreeuwen, om dan een meedogenloze pass te geven. Vaak scoorde hij zelf, alsof het normaal was – achteloos, bijvoorbeeld uit een vrije trap.

Zoals in 1984, toen Frankrijk Europees kampioen werd door in de finale met 2-0 te winnen van Spanje. De eerste goal was een vrije trap van Platini, Bruno Bellone maakte de tweede, maar aanvoerder Platini werd topscorer van het toernooi met negen doelpunten.

platini zwemt
Platini maakte Frankrijk Europees kampioen, op zijn manier, techniek parend aan inzicht – dominerend en regisserend. Het elftal speelde aan de hand van Platini. Zelfs coach Michel Hidalgo moest zijn oren laten hangen naar de ideeën van Platini. Trots, blij en met zichzelf ingenomen kreeg hij als aanvoerder de trofee.

De Franse voetballiefhebber, maar eigenlijk iedereen die voor het onmetelijke Franse chauvinisme vatbaar was, was in de ban van Michel Platini. Oud-ploeggenoten zoals Didier Six en Jean Tigana hebben wel gezegd dat Platini zichzelf onschendbaar ging voelen.

„Michel had gouden voeten, daar kon hij alles mee. Hij was aimabel, maar hij wilde toch te graag dominant zijn”, zei Six, toen hij in zijn nadagen voor Stuttgart speelde, in het Duitse blad Kicker. „Hij had het talent om te genieten van wie hij was en wat hij bij mensen bereikte. Hij straalde uit dat hij aantrekkelijk was. Een mooie man, die mooi voetbalde en mooi scoorde. Alles was mooi aan hem.”

Zijn achilleshiel als speler zou het Heizeldrama worden. In de aanloop van de Europa Cup-finale van Juventus tegen Liverpool in 1985 vielen in het gedrang en de gevechten op de tribunes van het stadion in Brussel 39 Italiaanse doden. Het was een macabere voorstelling waarin Platini geen aangename rol in speelde. Dankzij een discutabele strafschop werd Juventus winnaar. Platini nam de penalty en benutte hem. Hij juichte. Na afloop van de wedstrijd maakte Juventus een ereronde door het stadion dat in een slagveld was veranderd.

„Het was geen teken van een heldere geest”, zei Phil Neal, destijds aanvoerder van Liverpool, tien jaar later in een interview met deze krant. „Maar wat moest Platini anders? De beker weigeren? Iedereen die in die waanzin iets moest doen, deed vreemd. Niemand kon je die dag iets verwijten.” (http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1995/mei/29/die-dag-drong-het-tot-mij-door-dat-voetbal-waanzin-7269118). Zo vond ook Platini later in zijn antwoord op het drama. „Het hoofd stond stil, ik moest scoren. Waarom? Ik weet het niet.” Nooit meer wilde hij naar het stadion terug.

Twee jaar na ‘Heizel’ stopte Platini als voetballer. Hij was 32, en „moe, doodmoe van voetbal en de verplichtingen”. Ruim een jaar later werd hij bondscoach van Frankrijk. Hoewel Frankrijk onder zijn leiding zeer succesvol en vrijwel onoverwinnelijk was, werd de favoriete nationale Franse ploeg op het EK van 1992 vroegtijdig uitgeschakeld. Platini nam ontslag. Intussen leidde hij, op aangeven van de Franse president Mitterrand, de succesvolle lobby om het WK van 1998 naar Frankrijk te halen.

Het waren deze eerste stappen in de nieuwe wereld van het voetbalbestuur, die tot zijn samenwerking met Blatter bij de FIFA zouden leiden. Daar is hij veranderd. „Wat Michel als speler en trainer weigerde, heeft hij geaccepteerd als bestuurder: zich geduldig tonen, luisteren”, zei vriend en journalist Gérard Ernault onlangs in Le Monde. „Michel heeft begrepen dat bij hem een dimensie van reflectie, van compromis ontbrak: alles wat hij op school niet geleerd had.”

Die kwaliteiten zal hij nog hard nodig hebben. Michel Platini kent de schoonheid van voetbal. En getuige het Heizeldrama heeft hij een killersinstinct. Scoren vanuit kansloze positie is hem als geen ander toevertrouwd. Kan iemand hem nog ten val brengen?

%d bloggers liken dit: