Rijvers: ijverige balvirtuoos met oog voor talent

5 mrt

In zijn biografie Prof, in 2016 geschreven door zijn kleindochter Antje Veld, laat Kees Rijvers optekenen dat hij 103 jaar zou worden. Die 103 jaar is het niet geworden: afgelopen maandag overleed het mannetje uit Breda na een roemrijke carrière als profvoetballer en trainer – hij was ook bondscoach. De ‘kleine gifkikker’ die als voetballer bekend stond als een technisch begaafde en ijverige binnenspeler werd in Frankrijk bij Saint Etienne zelfs ‘de dribbelaar der Lage Landen’ genoemd.

Een paar jaar geleden keerde Rijvers met zijn vrouw Annie terug naar Breda, in Princenhage waar hij in 1926 werd geboren. Vanuit Île d’Oléron, een eiland aan de Franse westkust waar hij sinds zijn komst naar Saint Etienne in 1950 een tweede huis had. Hij speelde twee keer bij de Franse club, en ook nog even bij Stade Français in Parijs.

Op beelden van de NOS die begin deze eeuw bij hem op bezoek was, is een kale, maar oergezonde Rijvers met zijn vrouw te zien. Annie moest zich de laatste jaren in Breda in een rolstoel voortbewegen. Terwijl ‘Keesje’ op de fiets ’s morgens naar de bakker ging. Gezond, en nog immer ‘snel en gretig’ zoals hij als voetballer (linksbinnen) bekend stond.

Rijvers was in zijn actieve voetbaldagen niet alleen een fijnbesnaarde dribbelaar maar ook een harde werker. Hij was overal op het veld te vinden en volgde zijn tegenstanders tot op de eigen helft, waar hij de bal veroverde en zich kon uitleven in dribbels.

Hij stond bekend als een ijverige balvirtuoos. In 1946 maakte hij zijn debuut in het Nederlands elftal en scoorde in de uitwedstrijd tegen Luxemburg. Later zou hij met Abe Lenstra en Faas Wilkes (‘de beste dribbelaar die ik ooit heb gezien’, aldus Rijvers) het ‘gouden binnentrio’ vormen in Oranje. Rijvers zou in totaal 33 maal in het Nederlands elftal spelen, waarin hij tien keer scoorde.

Toen hij bij Saint Etienne glorieerde (hij werd verkozen tot Beste Speler van Frankrijk) kreeg Rijvers een aanbieding van de Spaanse club Valencia. Hij weigerde een contract (onder andere wegens ziekte) en beval Wilkes aan, die er graag op inging.

Rijvers heeft eens gezegd dat hij een voorliefde had voor het Braziliaanse voetbal (‘zoals Brazilianen een bal beroerden, om van te dromen’) én voor het Franse voetbal dat hij door en door kende en waarin volgens hem de jeugdopleiding centraal stond. ‘Kijk maar wie de beste Franse spelers zijn geweest: Platini, Giresse, Tigana, Six’, verklaarde hij. ‘Soms wat speels en risicovol, maar ze wilden voetballen en dat mis ik bij Nederlanders. Ik zie ze niet meer, het is allemaal tikkie terug tikkie opzij, maar geen individuele actie; dat wordt onmiddellijk bestraft door de trainer.’

Kees Rijvers actief in dienst van Saint Etienne

Doordat Rijvers in de jaren vijftig in Frankrijk als beroepsvoetballer opereerde, werd hem net als veel andere profs, door de Nederlandse voetbalbond verboden nog langer in het Nederlands elftal te spelen. Dat verbod werd opgeheven nadat in 1954 het beroepsvoetbal in Nederland werd ingevoerd. Eerder (in 1953) maakte Rijvers deel uit van het elftal Nederlandse profs dat in het buitenland speelde. Oranje speelde in Parijs in de zogenoemde Watersnoodwedstrijd (ten bate van de slachtoffers van de Watersnood in Zeeland) tegen het Frans-Nederlandse team – doelman De Munck werd uit Duitsland gehaald. Mede dankzij het initiatief van Bram Appel en Theo Timmermans en de koninklijke goedkeuring van Prins Bernhard (voorzitter van het Rampenfonds) werd het vriendschappelijke duel gespeeld.

Uitschot. Het is een woord dat Kees Rijvers te binnen schoot toen hij, in 2017, voor de camera’s van Omroep Zeeland verhaalde over die ene legendarische middag. Die van 12 maart 1953, waarop Frankrijk en in het buitenland spelende Nederlandse voetbalprofs elkaar troffen in Parijs. ‘Uitschot werden we genoemd. Althans, door sommige hoge pieten van de KNVB.’

Rijvers is de enige nog levende voetballer die binnen de lijnen stond tijdens het duel in Parijs. Een wedstrijd die zijn oorsprong kent in goedertierenheid van de Franse voetbalbond en geldt als startsein van het betaald voetbal in Nederland. ‘Met dank aan spelers die op de bondsburelen links en rechts worden afgeschilderd als rapaille, uitvaagsel en gebroed’, aldus Rijvers.

Kees Rijvers werd na een glanzende loopbaan als voetballer trainer. Dat was hij graag trainer bij zijn oude club NAC geworden, maar het werden TSC Oosterhout, Willem II en FC Twente, Beringen, en zelfs Oranje. Hij was een doorzetter, dat bleek wel toen hij bij zijn aanstelling in Enschede veel jonge spelers in bracht, zoals Theo Pahlplatz, René Notten en hij talenten liet inlijven als Epi Drost, Kick van der Vall, Dick van Dijk, Eddy Achterberg, de tweeling René en Willy van de Kerkhof en doelman Piet Schrijvers. Onder Rijvers’ leiding werd FC Twente een vaste subtopper.

Na zijn optreden in Enschede (hij woonde ‘met plezier’ in Oldenzaal, ‘omdat mijn moeder van oorsprong een Oldenzaalse was’) ging hij terug naar Brabant, PSV. Hij werd er met de club landskampioen en won de Uefa Cup.

Kees Rijvers (met een fles champagne) met het kampioensteam van PSV

Toch was het vervolg van Rijvers’ trainerscarrière niet succesvol. PSV stond vierde op de Nederlandse ranglijst en was in de tweede ronde van de UEFA-cup uitgeschakeld door de oude club van Rijvers, AS Saint Etienne, met sterspelers als Platini, Larios en Johnnie Rep, en trainer Herbin. Rijvers nam zelf ontslag in januari van dat seizoen.

Kort daarop werd Rijvers bij het Nederlands elftal de opvolger van bondscoach Zwartkruis. Rijvers verjongde de selectie van het Nederlands elftal drastisch. In 1981 nam hij toen nog jonge spelers op als Wim Kieft, Frank Rijkaard, Ruud Gullit, Gerald Vanenburg, Jan Wouters, Ronald en Erwin Koeman, Marco van Basten en Adrie van Tiggelen, de spelers die onder Rinus Michels in 1988 Europees kampioen werden. Hij schreef een brief aan Johan Cruijff, die op het WK van 1978 ontbrak wegens ‘privéproblemen’. Rijvers kreeg er nooit antwoord op. In 1981 werd Nederland ook uitgeschakeld voor het WK in Spanje na een 2-0 nederlaag in Parijs tegen de Fransen. Zijn reactie was veelzeggend, terwijl hij tegen een muur stond ten overstaan van het Nederlandse journaille: ‘Frankrijk heeft nu betere spelers.’

Op het EK van 1984 ontbrak Oranje wederom, mede omdat concurrent Spanje in de laatste wedstrijd met 12-1 van Malta won. Een bijzondere uitslag die Rijvers en vele anderen niet hadden zien aankomen. Rijvers zou zelfs een avondje hebben zitten kaarten bij de buren. Later heeft hij deze mythe doorgeprikt: ‘Mijn buren kaarten helemaal niet.’

Kort erna moest Rijvers zijn functie neerleggen. Terwijl hij toch in 1983 als coach van het Nederlands elftal onder 20 jaar op het WK in Mexico indruk had gemaakt. Mario Been was volgens de Brabander daar de grote uitblinker en werd door Rijvers een grote toekomst voorspeld. ‘Daar ben ik nog steeds teleurgesteld over’ zei hij onlangs. ‘Het zal wel aan de trainer en zijn opvattingen hebben gelegen. Dat zou in mijn tijd als voetballer niet zijn gebeurd.’

In 2004 kreeg Rijvers de oeuvreprijs voor zijn hele trainersloopbaan uit handen van Rinus Michels. Rijvers was de eerste persoon die deze prijs kreeg. Sinds het overlijden van Michels in maart 2005, reikte Rijvers deze prijs zelf uit, in 2008 bijvoorbeeld aan Wiel Coerver. In 2019 werd Rijvers benoemd tot erelid van FC Twente, in 2023 werd hij op 96-jarige leeftijd benoemd tot bondsridder van de KNVB, vanwege zijn brede verdiensten voor het Nederlandse voetbal. Hij ontving de prijzen en liet niet na zijn ontevredenheid over het Nederlandse voetbal te tonen. Kees Rijvers had laten zien hoe zijns inziens voetbal gespeeld diende te worden.

Deze necrologie is gepubliceerd in Trouw

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.