In de woestijn zou iets met je brein kunnen gebeuren

3 okt

Het was heel erg stil die vroege ochtend in de woestijn van Joshua Tree (ofwel Joshua Tree National Park), ongeveer twee uur rijden van Los Angeles. Stiller kon het mogelijk niet zijn. De zon drong aan en wilde gelijk met mij opkomen. Ik lag nog te sudderen in het bed van de camper en probeerde uitleg te geven aan de droom waaruit ik zojuist was ontwaakt. Dat lukte niet.

Er was niets, geen geluid. Niets hoorde ik. Zelfs in mijn hoofd was het doodstil. Zoals ik dat eigenlijk altijd al gewild had, juist door mijn meditaties. Geen gedachten. Geen terugblik, geen vooruitblik. Niets waar ik over nadacht, niets waarover ik dacht, niets waar ik mij op voorbereidde, geen zorgen, geen spanning, helemaal niets.

Ik probeerde iets op te halen uit mijn brein. Maar er was gewoon niets, helemaal niets. Er was geen afleiding, geen entertainment (zoals een Engelse boeddhistische leraar het eens zo treffend verwoordde). Ik zocht naar een houvast, naar iets of iemand die me aan het denken of oordelen zette. Het was gewoon stil, er was gewoon helemaal niets.

Het was een rare gewaarwording. Niets dat mij bezighield, niets dat mij afleidde van mijzelf. Niets dat mijn hoofd (de hersens vooral) in beweging zette, niets dat mijn lijf vroeg zoals ik dat gewend ben: beweging, reactie. Waar was ze toch, die afleiding, die manier om mijn gedachten in beweging te brengen? Er was niets, geen god, niets en niemand. Zelfs mijn vrouw die naast me nog in diepe slaap lag, verstoorde de onverwachte rust in mij niet.

Ik werd bang. Heel bang. Niets kon me helpen. Ik was alleen, zonder de dingen die mij in beweging zetten. Daar lag ik dan. Wat moest ik doen zonder dat Iets of Iemand? Helemaal alleen, van God en alles verlaten. Ik ging op mijn rug liggen, legde mijn handen op mijn buik en voelde daar mijn ademhaling. Op en neer, op en neer. Dat voelde ik. Maar mijn hoofd was leeg, echt leeg.

Zo kwam ik weer bij ‘zinnen’, zo wist ik weer dat ik bestond: alleen met mijn ademhaling. Zonder iets van buiten waaraan ik mij vast kon klampen, waaraan ik mijn bestaan dankte. Geen god, niet de Boeddha, niet Mohammed, geen gedachten, geen herinneringen, geen emoties over verloren of stiekeme liefdes of wat ook, geen herinneringen of associaties met muziek, muzieksterren, sporthelden, artiesten of met songteksten; geen verwachtingen.

Zo was het dus om alleen te zijn. Helemaal alleen – en daarvoor bang zijn. Bang om alleen te zijn, vrij te zijn. Echt vrij. Was dit de vrijheid die ik ambieerde, van niets en niemand afhankelijk te zijn? Ja. Maar het voelde nogal ongemakkelijk. Zonder iets of iemand voel ik mij alleen; ik ben bang alleen te zijn.

Zo probeerde ik bij volgende gelegenheden in rustige oorden hetzelfde te ervaren, om te voelen hoe het is om alleen te zijn. Tevergeefs. Mijn dagelijkse meditaties hebben tot nu toe hetzelfde resultaat. Er is altijd wel wat.

Mijn hoofd zit altijd vol. Ik zou het graag anders willen. Alleen maar om te wennen aan het idee dat ik echt helemaal alleen ben en dat niets of niemand mij uit mijn isolement helpt.

Op deze plaats in Joshua Tree National Park werd Gram Parsons 50 jaar na zijn dood herdacht

Ik ben alleen, dat besef ik zeker sinds die ervaring in Joshua Tree, de woestenij waar alleen de Joshua Tree en wat onbestemde plantjes, bloemetje en struikjes groeien, en waar slechts enkele huisjes van outcasts staan. En waar het doodstil is en geen geluid mij uit mijn eenzaamheid kan halen.

Zou daarom U2 een album hebben vol gezongen na een bezoek aan Joshua Tree, én het zien van de film Paris, Texas die zich ook afspeelt in het onmetelijke, woeste land? Zou daarom Josh Homme, zanger en gitarist van Queens of the Stone Age, opgegroeid in genoemde woestenij, zo ondoorgrondelijk zijn voor zijn medemensen? Onlangs (op 19 september, 50 jaar geleden, overleed Gram Parsons in de nabije Joshua Tree Inn) werd het lichaam van Parsons (zanger en tekstschrijver van The Flying Burrito Brothers) postuum op zijn verzoek ‘herbegraven’ en werd een gedenktekentje opgericht. Vooral omdat Parsons regelmatig in de woestenij kwam en er inspiratie vond.

Luister eens naar het voor mij ongeëvenaarde The Gilded Palace of Sin van de Flying Burrito Brothers.

In de woestijn gebeurt iets met je brein, zoals de Peruviaanse antropoloog Carlos Castaneda in zijn boeken beschreef. Ik verlang naar die stilte, waar je alleen met jezelf bent. Dan maar (even) bang zijn.

In God’s Country, zoals Bono van U2 zingt op Joshua Tree.

Eén reactie to “In de woestijn zou iets met je brein kunnen gebeuren”

  1. Henk Kraaijenhof oktober 4, 2023 bij 9:15 am #

    Guus, bedankt voor de prachtige beschrijving van wat een bepaalde omgeving met en voor ons kan betekenen, in dit geval de woestijn.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.