Tag Archives: Borussia Dortmund

Zonder verlangen naar voetbal is er leegte

10 mrt

FC Twente
Mijn gedachten gaan dezer dagen uit naar de aanhangers van FC Twente. Die duizenden die hun club al jarenlang op elk moment van de dag met hart en ziel volgen. Ze kunnen niet zonder. Hun leven wordt gestuurd door het wel en wee van FC Twente. Hoe straks verder wanneer wordt besloten dat de club failliet wordt verklaard en als profclub ophoudt te bestaan? Waarmee moeten al die duizenden dan hun leven vullen? Of rest in hun bestaan slechts leegte?

Oeverloos wordt in media gediscussieerd over de schuldvraag. Wie heeft de populaire club, die ook buiten Enschede en omgeving sympathie wekte, naar de rand van de dreigend diepe afgrond geduwd? Bestuursleden, commissarissen en andere belanghebbenden worden overladen met beschuldigingen. Eerzucht, megalomanie, blinde hartstocht, grenzeloze begeerte en andere verdwazingen worden losjes uit de mouw geschud door commentatoren en analisten, wier onafhankelijk denkvermogen kennelijk ook is aangetast door het voetbalvirus. Om nog te zwijgen over de barbaarse verwensingen die op sociale media en andere fora de ronde doen.

Verontwaardiging en woede vermengen zich. Maar weinigen zeggen of schrijven dat de voetballiefhebbers, voetbalcommentatoren en andere van voetbal afhankelijke mensen dit ogenschijnlijk levensbedreigende probleem zelf mede hebben gecreëerd – of op z’n minst in stand houden. Voetbal wordt opgeblazen tot buitensporige, nauwelijks nog te bevatten proporties. Steeds meer aandacht, televisiezendtijd, publicaties, verslagen, analyses, interviews en praatprogramma’s die aan voetbal gerelateerd zijn. Eerst zelf behoeftes creëren, dan anderen (bijvoorbeeld bestuurders) verwijten maken dat ‘het’ uit de hand is gelopen.

Zelfreflectie is in de voetbalwereld aan weinigen besteed. Bestuurders proberen amechtig regels te vinden die de stormen tot bedaren kunnen brengen, maar lopen vaak in de val van egostrelingen, zeker zodra ze een bal zien. Treffend, hoewel al menigmaal eerder verkondigd, was het interview in de Volkskrant (6 februari 2016) met Klaas Vos, predikant, voetballiefhebber en sinds zijn jeugd supporter van Ajax: ‘Hevig, met Krankheit zum Tode’. ‘Soms denk ik’, zegt Vos, ‘wat hebben de mensen nog naast dat voetbal? Niks. Dat is eng. Net als het eng is als mensen de hele week alleen kerk, kerk, kerk hebben. Dat wordt ook van niemand gevraagd. Neem eens een break in de tijd, door even op te houden. Neem ruimte voor de leegte.’

Klaas Vos (Foto BNDeStem)

Klaas Vos (Foto BNDeStem)

Dominee Vos gaat verder: ‘Diehards zijn bij wijze van spreken bereid hun leven te geven. Voetbal of de oorlog rond voetbal, heeft sterk religieuze trekken, maar de relativering is weg. Dat is jammer. In alle nuchterheid probeer ik in mijn gemeenschap ook te relativeren. Ik zeg weleens: je moet minder geloven, want fanatisme is het grootste gevaar. De kerk moet ook de plek zijn om te ‘ontgeloven’.’

Voetbal in het bijzonder en sport in het algemeen staan symbool voor verlangen. In Filosofie Magazine (4 maart 2016) zegt de Fransman Bernard Stiegler, veertig jaar geleden gewapend overvaller van banken, nu dankzij obsessieve studie van Kant, Marx, Plato etc.  tijdens zijn vijfjarig verblijf in de gevangenis filosoof: ‘Zonder verlangen verdwijnt het gevoel te bestaan.’ Hij vindt dat ‘we onszelf zijn kwijtgeraakt’.‘Als de mens alleen nog maar wil wat de markt hem laat willen, leidt dat tot een uitputting van zijn verlangen.’

bernard-stiegler
Authenticiteit verdwijnt, zo bedoelt Stiegler, we willen alleen nog wat ons wordt voorgeschoteld, op televisie, op internet en door de marketingmensen en overheid aangepraat. Krijgen we dat niet, dan worden we boos, geven we elkaar liefst anderen daarvan de schuld. Zo vul ik aan. Er ontstaat leegte. Zonder verlangen is er leegte. Zonder voetbal dreigt leegte. Zonder FC Twente, Feyenoord, Ajax, PSV, Barcelona, Manchester United, Celtic, Liverpool, Borussia Dortmund, Schalke, Napoli en al die andere populaire voetbalclubs (vooral de laatste zes worden niet voor niets volksclubs genoemd) zijn massa’s mensen bang in een diep leeg ravijn te storten.

Je zult maar niets anders hebben dan voetbal. Geen werk dan wel zeer saai werk, een steeds meer teruglopende uitkering, een slecht huwelijk, geen vrouw, geen woning, geen luxe, slechte gezondheid en meer van die ellende. Voetbal biedt afleiding en opwinding, liefst met lotgenoten, zoveel mogelijk. Liefst ben je in een stadion waarvan de club altijd wint. Dan kun je het leven vieren, met zoveel mogelijk anderen, thuis, in de kroeg, de volgende dagen op je werk. En als je club niet wint, dan kun je kankeren en schelden, liefst op die voetballers en trainers die niet aan je verlangens voldoen dan wel op die bestuursleden die ‘verkeerde’ beslissingen hebben genomen. Lekker boos worden en dat afreageren – als het even kan op anderen.

ShanksBill Shankly, de legendarische succesvolle Schotse manager van Liverpool in de jaren zeventig, zei het al: ‘Some people believe football is a matter of life and death, I am very disappointed with that attitude. I can assure you it is much, much important than that.

Mijn gedachten gaan dus uit naar die duizenden aanhangers van FC Twente die mogelijk straks niet meer naar de Grolsch Veste (de sfeervolle ‘kerk’ die tot stand is gebracht nota bene dankzij de geldschieters, die gaandeweg de pedalen kwijtraakten) kunnen om hun club in de hoogste klasse van het Nederlands voetbal toe te schreeuwen. Wat dan? Naar Heracles, maar dat is toch de ‘vijand’? Televisie kijken naar de de steeds rijker wordende clubs die nog wel mogen meedoen in de strijd om de hoogste titels en het meeste geld? Hartveroverend, spannend. Maar je zit liever met je vrienden in het stadion, 30.000 man sterk – heerlijk toch! En als dat niet meer kan, ja, dan is er leegte. Heel veel leegte.

rangers-fans-image-1-406704986
Dat hoeft niet. Zo blijkt in Glasgow. Daar werd een nog grotere club, Glasgow Rangers, in juni 2012 failliet verklaard. De 140 jaar oude club (54 keer kampioen van Schotland – een wereldrecord – en éénmaal winnaar Europa Cup 2) kampte met een schuldenlast van 68 miljoen euro. Nooit meer The Firm, de locale derby tegen Celtic, de aartsrivaal, nooit meer naar Ibrox dat 51.000 zitplaatsen telt. Er werd een nieuwe club opgericht Rangers FC, maar die werd wel drie divisies teruggezet. De club werd achtereenvolgens kampioen van de Third Division en de League One, maar na twee jaar had ook de nieuwe club weer financiële problemen. De club werd gered en staat nu bovenaan in het Championship, de tweede divisie. Volgend jaar dus weer in de hoogste klasse. En: binnenkort in de halve finale van de Schotse beker tegen … Celtic!

Over clubtrouw gesproken. De eerste wedstrijd van Rangers FC in de vierde divisie trok 49.000 toeschouwers. Gemiddeld trekt de club uit Glasgow dit seizoen ook 49.000 toeschouwers, dus is Ibrox altijd bijna vol. Het aantal seizoenkaarthouders bedraagt dit seizoen 36.000. Vorige week trok Rangers in de thuiswedstrijd tegen Falkirk 46.980 toeschouwers.

Er is dus hoop voor de aanhangers van FC Twente. Inderdaad, voorlopig geen kans meer op de landstitel (zoals in 2010), voorlopig geen sterren meer om te bewonderen en geen opwindende wedstrijden tegen Ajax, PSV, Feyenoord of Heracles. Maar clubtrouw, de club volgen in goede en slechte tijden, kan lonend zijn én vooral verbroederend. De vraag is of ze met z’n allen het geduld kunnen opbrengen hun club vanuit de onderste regionen terug omhoog te stuwen. Het is veel gevraagd, in deze tijden van instant-bevrediging, maar het voorbeeld van Rangers in Glasgow kan gevolgd worden. Liever geen leegte. Dan maar verlangen naar voetbal. Zolang het bestaat.

Dit artikel is gepubliceerd op http://www.SportenStrategie.nl

Een hartgrondig pleidooi voor Rode Duivels Pleintjes

31 mrt

Vanuit hun verschillende invalshoeken voeren Raf Willems en Guus van Holland een wekelijkse briefwisseling in deze rubriek Social Football Lab 2020 Histories, op http://www.socialfootballab2020.com

Brief 7:

Waarde Guus,

Helemaal eens met je brief van vorige week over de uitstraling van Borussia Dortmund. Ik beken: ik ben een Jürgen Klopp-believer.

Vandaag wil ik het echter over iets helemaal anders hebben.

Ik beken opnieuw: ik heb genoten van de sfeer rondom de Rode Duivels in België bij het wereldkampioenschap in Brazilië 2014. Tijdens België-Rusland stond ik in Antwerpen tussen duizenden enthousiaste fans. Vrouwen en mannen, meisjes en jongens van alle mogelijke achtergronden en uit alle werelddelen. Eén ding hadden ze gemeen: hun Antwerpse tongval en ze zongen samen ‘Tous Ensemble’ en ‘Woa is da fiejestje’?

Vermoedelijk ging het er ook zo aan toe in andere Belgische steden en dorpen. Als de Rode Duivels voetballen – hetzij in de kwartfinale van het wereldkampioenschap of in een onschuldige oefeninterland tegen Luxemburg – is het land één grote bruine kroeg.

Mooi is dat, maar mag het iets meer zijn?

Rode duivels
In Nederland bestaan de Cruyff Courts in samenwerking met de KNVB, in Groot-Brittannië financiert de Premier League het ‘KICKZ-model‘ en in Duitsland wil de DFB ‘1000 Bolzplätze’ sponseren. Cruyff Courts, KICKZ, Bolzplätze!? Het gaat telkens om hetzelfde principe: een terugkeer naar het pleintjesvoetbal in steden en gemeenten, mét steun van zowel lokale clubs als overheden.

Er wordt een mooi sportveldje aangelegd in een bepaalde wijk met als dubbele bedoeling het spelplezier voor de jeugd te ontwikkelen, de educatieve opvang te verzekeren en allerhande culturele (muziek, theater, dans) activiteiten te ontwikkelen. Er is immers begeleiding van zowel voetbalcoaches (al zijn ook andere sporten welkom), straathoekwerkers, onderwijzers als muzikanten, dansers en acteurs. Met als ultieme doelstelling: het bevorderen van het goede leven in de omgeving, het bij elkaar brengen van mensen van alle leeftijdscategorieën. Voetbal verbindt, dat is de regel. En geldt dat niet bij uitstek voor de Rode Duivels?

In 2014 verscheen mijn boek ‘Sympathy for the Devils’, een reeks portretten over én met de Rode Duivels die in de Premier League voetbalden. Ik sprak met de spelers, hun entourage en hun ouders. Vincent Kompany, Simon Mignolet, Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen, Kevin De Bruyne, Marouane Fellaini, Eden Hazard, Moussa Dembélé, Christian Benteke, Kevin Mirallas, Romeo Lukaku en later ook, buiten het bestek van het boek, met Thibaut Courtois; ze passeerden allen de revue. Ik bezocht de plaatsen waar ze opgroeiden.

sympathy for the devils
Daarin zat één constante: of het waren kleine dorpjes in Vlaanderen en Wallonië of het waren, niet altijd even leefbare, buurten in onze grote steden Antwerpen, Brussel en Luik. Het voetbal speelde er altijd een grote rol.

Bij deze zet ik dit standpunt neer: zowel in de dorpen als de steden zou een ‘Rode Duivelspleintje’ een nuttige functie hebben. Graag met zowel naam, (financiële) steun als ambassadeurschap van de plaatselijke Rode Duivel. En mét een contract met de lokale overheid. Zo krijgt het verhaal achter de Rode Duivels ook een ‘maatschappijverbeterend’ en ‘sociaal’ effect. Misschien moeten we een ‘Rode Duivels Stichting’ in het leven roepen om deze ‘Rode Duivels Pleintjes’ te begeleiden.

Zoals de internationale voorbeelden in Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland al hebben bewezen: zowel het voetbal, de buurt als brede samenleving hebben er baat bij. En het kan alleen maar de uitstekende sfeer rondom de Rode Duivels vasthouden.

Ik kaartte het idee al eens aan in september 2014, naar aanleiding van de eerste interland van de kwalificatieronde voor Euro 2016. Ik breng het nu, na de 5-0 overwinning op Cyprus, opnieuw in herinnering.

Benieuwd of jij dit ook een goed idee vindt, waarde Guus.

Vriendelijke groet,
Raf

Voorgaande brieven:
Brief 1: https://guusvanholland.com/2015/02/06/op-6-februari-denk-ik-aan-de-busby-babes/
Brief 2: https://guusvanholland.com/2015/02/20/leonardo-een-kind-en-prooi-van-voetbalhandelaars/
Brief 3: https://guusvanholland.com/2015/02/27/bij-de-verjaardag-van-roberto-baggio-een-boeddhist/
Brief 4: https://guusvanholland.com/2015/03/06/als-ik-aan-gascoigne-denk-denk-ik-wie-is-de-volgende/
Brief 5: https://guusvanholland.com/2015/03/13/mijmering-bij-de-750-ste-opvoering-van-xavi-voor-barca/
Brief 6: https://guusvanholland.com/2015/03/20/de-duizelingwekkende-uitstraling-van-borussia-dortmund/

De duizelingwekkende uitstraling van Borussia Dortmund

20 mrt

Vanuit hun verschillende invalshoeken voeren Raf Willems en Guus van Holland een wekelijkse briefwisseling in deze rubriek Social Football Lab 2020 Histories, op http://www.socialfootballab2020.com

Brief 6:

Beste Raf,

Steeds meer neem ik afstand van het hedendaagse voetbal vooral sinds het allesverslindende kapitaal hand in hand gaat met verregaande opwinding en agressie op het veld en op de tribunes. Omdat voetbal al sinds mijn jongste jaren in mijn bloed zit, kan ik het niet laten soms nog te kijken. Zoals afgelopen week, toen Borussia Dortmund de strijd moest aanbinden tegen Juventus. Twee clubs met een bijzondere historie.

Borussia zag ik al schitteren dankzij Die Sportschau in de jaren zestig. Toen moderator Ernst Huberty op zaterdagavond om 6 uur de wedstrijden aankondigde. Dan werd ik vooral gegrepen door het elftal uit Dortmund dat aan de Rote Erde speelde. Ken je nog ‘Hoppie’ Kurrat, Lothar Emmerich. Sigi Held, Timo Konietzka, Hans Tilkowski, Reinhold Wosab, Rudi Assauer? Het was de club die ik graag volgde, in de Duitse competitie en in de Europa Cup. Wat een beleving.

Ik ben later eens gaan kijken op de Rote Erde, dat pal naast het nieuwe Westfalenstadion (tegenwoordig Signal Iduna Park) ligt en nog wordt gebruikt voor het tweede elftal van Borussia en voor atletiekwedstrijden. Ik stond daar op de tribune en hoorde in mijn herinnering het strijdlied van vroeger ‘Humpa, humpa BVB’, dat later (zonder BVB) in meer stadions werd gezongen.

borussia (1)
Een paar uur later zat ik dan in het stadion van nu, dat met een capaciteit van 83.000 toeschouwers het grootste van Duitsland is. Dan keek ik uit op de immense Südtribune, dat met een capaciteit van 26.000 de grootste staantribune ter wereld schijnt te zijn. Die Gelbe Wand, je kent de film waarschijnlijk wel.

Ik heb in veel stadions mogen vertoeven. En ik heb er veel kippenvel gehad en koude rillingen op mijn lijf gevoeld (van De Kuip in Rotterdam, Sclessin in Luik,  Anfield in Liverpool, Celtic Park in Glasgow, Camp Nou in Barcelona, Bernabeu in Madrid, Maracana in Rio de Janeiro tot Loezjniki in Moskou, Karaiskakis in Piraeus en stadions in Istanbul, Belgrado, Italië, Spanje, Polen, Engeland en zeker in Nigeria – ook wel heksenketels genoemd), maar in Dortmund kreeg ik echt tranen in mijn ogen. Ik werd overmand, ik wilde vluchten. De confrontatie met die grenzeloze euforie en hunkering naar winnen en doelpunten, die als een wals over je heen komt. De opwinding of de angst werd me te veel – ik weet het niet.

gelbe wand
Deze week was het weer zover. Nu zat ik voor de televisie, op veilige afstand van de Gelbe Wand. Borussia stond voor de taak Juventus te overweldigen. Het elftal moest een 1-0 achterstand, opgelopen in Turijn, ongedaan maken. Terwijl de spelers van beide teams in gelid het veld betraden, ontvouwde zich op de Südtribune een doorschijnend gordijn waarop de triomf in de finale van de Europa Cup van 1997 op Juventus (in München) in herinnering werd gebracht. Ik was erbij in München. Het was toen al een onvergetelijke avond, te midden van dolle Italianen en Duitsers. Het gordijn toonde beeltenissen van trainer Ottmar Hitzfeld en de doelpuntenmakers Karl-Heinz Riedle en Lars Ricken, die de beker (de Europa Cup) tilden. Zo weten de fans van Gelbe Wand altijd weer hun creativiteit te tonen. Ook YouTube biedt talrijke filmpjes.

Het hielp niet afgelopen week. Borussia verloor met 3-0, nota bene in eigen stadion, en werd uitgeschakeld. En het heeft er alle schijn van dat de grote inspirator en coach Jürgen Klopp de greep op zijn spelers heeft verloren. Mogelijk zijn ze uitgeput door het jachtige, opwindende, energievretende immer aanvallende voetbal. Mogelijk komt er een nieuwe lichting, met of zonder Klopp. Mogelijk is de magie van ‘Kloppo’ uitgewerkt, zoals eerder is gebeurd met bijzondere coaches en teams.

Voorlopig moeten de fans met minder genoegen nemen. Maar ze zullen blijven komen. Dat is zeker. Gemiddeld trok Borussia vorig jaar 74.000 toeschouwers. En dat zal niet gauw minder worden. Ze hebben al eerder slechte tijden meegemaakt. Tien jaar geleden kampte de club met grote financiële problemen en werd zelfs voor degradatie gevreesd. Mede dankzij een nieuwe sponsor, die ook oog had voor sociale betrokkenheid en voor het wel en wee van de fans, en dankzij de injectie van coach Jürgen Klopp kwam de club er bovenop. Bayern München, de kannibaal van Duitsland die alle talenten kan kopen en dat ook doet, wankelde even.

Ze houden van acties, de fans van BVB. Een paar weken geleden verspreidde de Fanabteilung een miljoen bierviltjes in de stadscafés, met de tekst ‘Kein Bier für Rassisten – Fussball. Bier. Weltoffenheit’. Een actie tegen vreemdelingenhaat. Aan de achterkant van het viltje staat een telefoonummer waar men kan reageren. Er is een speciale website. En er is een emailadres waar men als caféhouder en restauranthouder viltjes kan bestellen.

reif
Tussen al die betrokken fans bevinden zich onvermijdelijk ook mensen die op een onsportieve wijze reageren wanneer hun club in diskrediet wordt gebracht. De bekende televisiecommentator Marcel Reif kreeg onlangs tijdens een wedstrijd van Borussia een lading bier en spuug over zich heen. Hij had zich geërgerd aan de clowneske, kinderachtige manier van spelers naar aanleiding van een lang gewenste triomf. Ze hadden zich met Batman-maskers uitgedost en Reif vond dat niet zo grappig – kinderachtig. Ook Klopp vond de reactie van Reif niet getuige van gevoel voor humor. Wat vindt hij nou wel leuk, die oude man? Maar Reif werd vervolgens ook bedreigd en geïntimideerd, zelfs buiten Dortmund. Gelukkig haastte Klopp zich toen te verontschuldigen, ook voor het gedrag van de fans.

Het is het gedrag van supporters dat overal in de wereld wordt getoond, zodra andersdenkenden hun club bejegenen. Ze voelen zich nu eenmaal snel beledigd. Het is hun club, en daar blijf je van af. De Duitse krant Die Welt besteedde er een groot en genuanceerd artikel aan. Zoals het een kwaliteitskrant betaamt. Maximale betrokkenheid maar ook maximale distantie. Waarom mogen verslaggevers niet kritisch zijn? De schuld van slechte prestaties ligt toch niet bij de journalist? Slechte prestaties zijn voor hem slechte prestaties, Schwalbes zijn voor hem Schwalbes en apengehuil blijft apengehuil. Dat mag de journalist toch vinden? Of, zo meent de auteur in Die Welt, moet hij het eigen nest (het voetbal) niet bevuilen – hij leeft immers van voetbal, van sport. O, hij moet alles mooi en prachtig vinden, en altijd positief zijn, anders bevuilt hij de ruif waaruit hij eet.

Het is het geluid dat overal en al jaren, ook in Nederland en België, klinkt. In Duitsland werd door de affaire Reif-Borussia enige tijd in de media een interessante discussie gevoerd, met veel betrokkenen, van menig Bundesligaclub. Ach, zo luidde het commentaar in Die Welt: onder Bayern-fans is Reif een Bayern-hater en Borussia-fan, onder Borussia-fans is hij een Borussia-hater en een Bayern-fan. Zo zal het altijd blijven. Dat is voetbal.

De ervaren Reif (65 jaar) trekt zich er (ervaren en verstandig als hij is) niets meer van aan en gaat gewoon weer naar het stadion. Omdat hij zich daartoe zoals altijd geroepen voelt. Klopp, een man die voor rede vatbaar is en de samenleving probeert te doorgronden, heeft inmiddels de vrede getekend en erkent dat het altijd tussen enerzijds verslaggevers en anderzijds coaches, spelers en fans zal botsen. De fans hebben zich kunnen uiten, wel of niet sportief, en blijven hun club trouw.

Not For Sale
Laatst organiseerden de supporters in de stad Dortmund een ‘Fanmarsch’. Ter herinnering aan het dreigende faillissement van tien jaar geleden. Op 14 maart 2005 trokken de fans namelijk demonstrerend door de straten, uit angst voor het voortbestaan van hun club, uit angst voor vreemd kapitaal. Achter een immens spandoek met Not for Sale.

Voorafgaande aan de thuiswedstrijd tegen FC Köln trokken tweeduizend supporters tien jaar later opnieuw door de stad om duidelijk te maken dat de leiding ondanks de teleurstellende prestaties (geen kampioenskandidaat, geen deelname aan de Champions League, geen extra inkomsten) zich niet moet uitleveren aan kapitalisten. Destijds is het ook goed gekomen. Dat moest weer even gezegd worden. Nu komt het vast weer goed. ‘Om niet te vergeten waar we vandaan komen.’ Borussia is Borussia (BVB 09), een club van het volk. En dat moet het blijven.

Borussia Dortmund is een club waar je van kunt gaan houden, ook als niet-supporter. Gewoon een club die je doet begrijpen waarom voetbal intens beleefd wordt. Zoals er natuurlijk veel meer clubs zijn. De fans hebben nood aan zo’n club, zoveel duizenden die honger hebben naar voetbal – of eenvoudig invulling van hun (saaie) leven. Of ze het zonder de invloed van het grootkapitaal volhouden, is natuurlijk de vraag.

kurrat
Ik moet maar weer eens naar Dortmund, Raf, naar het Signal Iduna Park, naast de Rote Erde. Misschien kom ik Dieter ‘Hoppie’ Kurrat nog tegen. Die kleine gifkikker die alles in zich had wat mij destijds in Borussia Dortmund zo aansprak: Kampfgeist. Hij was te klein (1 meter 62), anders, zo zei bondscoach Helmut Schön, was hij voor jaren een vaste international geweest. Klein met een groot hart, dat alleen voor Borussia slaat.

Gelukkig kan ik nog genieten van voetbal, Raf. Ik hoop dat het zo blijft.

Ik kijk uit naar je volgende brief,
Guus

Voorgaande brieven:
Brief 1: https://guusvanholland.com/2015/02/06/op-6-februari-denk-ik-aan-de-busby-babes/
Brief 2: https://guusvanholland.com/2015/02/20/leonardo-een-kind-en-prooi-van-voetbalhandelaars/
Brief 3: https://guusvanholland.com/2015/02/27/bij-de-verjaardag-van-roberto-baggio-een-boeddhist/

Brief 4:

Het levenslange gevecht van Paul Gascoigne 


Brief 5:

Mijmering bij de 750ste opvoering van Xavi voor Barça

Het Social Football Lab 2020: Voetbal is meer dan strijd om titels, bekers en doelpunten

3 jan

Waar zou het anders moeten? In het Kasteel in Rotterdam dus, waar de oudste (1888) club in het betaalde voetbal van Nederland zetelt. Daar werd op 4 december voor mensen die begaan zijn met de sociale betrokkenheid van voetbalclubs, het Social Football Lab 2020 gelanceerd. Beter geformuleerd: de European Academy For Football and its culture, community, heritage, solidarity & fun.

Vier mensen vonden elkaar als pionier voor dit project: Sandra Meeuwsen (sportfilosoof en manager van sociale projecten bij Sparta Rotterdam, FC Twente en NOC*NSF), Raf Willems (Belgische voetbalschrijver van vele boeken over het voetbal als spel en sociale betrokkenheid), Johan Annema (ex-manager van sociale programma’s [Axios/Ajax Campus] bij Ajax en de voetbalbond KNVB) en Bart Vanreusel (Belgische sportsocioloog verbonden aan de Universiteit van Leuven).

Hun gedrevenheid staat garant voor samenwerking tussen alle voetbalclubs in Europa met betrekking tot sociale structuren, cultuur, gezondheid, educatie, gelijkheid en broederschap. Kortom: een netwerk vol kennis en ideeën binnen Europese voetbalnaties. De droom: Een Europese academie waarin alle lidstaten zich verenigen om voetbal onder alle mensen te brengen.

Voetbal gaat over mensen en passie. Voetbal als katalysator.

socratessss
Voetbal is meer dan de strijd om de bal, titels, bekers en doelpunten – en de hunkering naar eeuwige glorie. Zo stelde Raf Willems in zijn welkomstwoord. Hij maakte van de gelegenheid gebruik 4 december (de dag van de opening van het Lab) uit te roepen tot internationale Socratesdag (Socratesday). Als eerbetoon aan wijlen de Braziliaanse voetballer Socrates, in de jaren tachtig een begenadigd regisseur op het voetbalveld, maar ook arts, politiek idealist, filosoof en leider van de Braziliaanse beweging voor meer democratie. Hij overleed in 2011, op 4 december.

Brazileiro Sampaio de Souza Viera de Oliveira werd geboren op 19 februari 1954. Zijn vader doopte hem Socrates, naar de denker uit de Griekse oudheid. De voetballer Socrates ontdekte bij zijn illustere naamgenoot de belangrijkste levensles: de gedachten zijn vrij! Hij studeerde voor arts. Aan de universiteit werd het verzet tegen de militaire dictatuur (1964-1984) gedoceerd.

Als voetballer bleef Socrates trouw aan zijn standpunten. Aldus Raf Willems in een van zijn vele biografieën van voetballegendes. Bij Corinthians São Paulo ontplooide Socrates tussen 1982 en 1984 een bijzonder initiatief: hij zette met zijn collega’s de beweging Democracia Corintiana op. Als protest tegen de militairen en als oproep tot vrije verkiezingen. De spelers veroverden met deze leus op het shirt het kampioenschap van deelstaat São Paulo en probeerden binnen de club het democratisch proces vorm te geven.

Ze ageerden tegen de autoritaire aanpak in het Braziliaanse voetbal en eisten, bij meerderheidsbeslissing, inspraak in contractbesprekingen en de verdeling van de recettes. De dagelijkse gang van zaken was onderwerp van interne discussie. Men besteedde aandacht aan ‘goed burgerschap’ zoals lid zijn van een politieke partij of deelname aan een maatschappelijk project.

socrates___democracia_corinthiana_by_juliacristofi-d5n8cmo
De Democracia Corintiana bepaalde ook de verhoudingen in de bestuurskamer en hamerde op spelersrechten. Hun belangrijkste daad bestond uit hun openlijk pleidooi voor een vrije democratie. Ze speelden met de dwingende oproep ‘Ga Stemmen’ op de rug. In 1984 stroomden op een protestmeeting in São Paulo 1,5 miljoen mensen samen. Socrates voerde het woord. Democracia Corintiana, met veel steun van artiesten, geestverwanten en zakenlui, maakte duidelijk dat mensen – en dus ook de spelers – bij actieve deelname hun persoonlijke groei konden voltooien. De voetbalbeweging van Socrates wees Brazilië de weg naar het geloof in en het respect voor de keuze van de meerderheid: ‘Toen niemand in Brazilië mocht stemmen, deden ze dat al bij Corinthians. Dankzij Democrationa Corintiana.’ In 1984 kwamen de militairen ten val.

Hoe dicht bij Socrates moeten de aanwezigen zich hebben gevoeld toen Perry Leydsman in een gloedvol betoog uiteenzette wat de stichting ‘De Betrokken Spartaan’ als onderdeel van Sparta Rotterdam aan werkzaamheden verricht. Leydsman, oud-voetballer bij Sparta en directeur, vertelde meeslepend over het sociale beleid van zijn organisatie. Over de samenwerking met ziekenhuizen in Rotterdam, over de ontmoeting tussen de beroepsvoetballers en patiënten, over de opvang bij de club van kansarme jongeren en jongeren met overgewicht door middel van werk bij de club of onderlinge voetbalwedstrijdjes. Gedragsverandering kan worden bewerkstelligd door verbinding met een voetbalclub. Erbij horen, leren, werken, bewegen, spelen, voetballen en zo verder. Samen Zijn.

betrokken-spartaan-logo
Neem zijn verhaal over enkele ‘te zware’ kinderen (obesitas) die bij en door de club (vooral De Betrokken Spartaan) leren bewegen, domweg omdat ze bij de club worden betrokken. Leydsman zag hoe kinderen in het stadion zich voor de lift verdrongen. Waarom niet voor de trap? Zo werd hen gevraagd. Nou gewoon: dat konden ze niet omdat ze te zwaar waren. Ze huilden toen hen werd geadviseerd met de trap te gaan. Na een paar weken lukte het sommigen de trap te nemen, met heel veel moeite. Het toenemende aantal kinderen en jongeren dat dankzij De Betrokken Spartaan weer meetelt, kan bewegen en ergens bijhoort, stemde de belangstellenden in de zaal zichtbaar tot tevredenheid. Met dank aan Perry Leydsman, zijn medewerkers en niet te vergeten de spelers en coaches van Sparta Rotterdam.

Perry Leydsman spreekt tijdens een kindermiddag bij Sparta Rotterdam (Foto Carla Vos/Cor Vos)

Perry Leydsman spreekt tijdens een kindermiddag bij Sparta Rotterdam de jeugd toe (Foto Carla Vos/Cor Vos)

Het ontroerende betoog van Leydsman was een opmaat voor de verhalen van Tony Hamilton, sinds 20 jaar leider van de Celtic FC Foundation. Bij het verhaal van Celtic Glasgow spitst iedereen die zich de sociale plicht van een voetbalclub aantrekt, altijd de oren. De club die (universeel) als voorbeeld wordt gesteld voor alle andere clubs in de sportwereld.

Je wilt graag supporter zijn van Celtic, hoe middelmatig ook presterend in Europees verband. Dat Celtic-supporters die rondom de Champions League-wedstrijd in Amsterdam (november 2013) tegen Ajax wegens aanstootgevend (wel of niet geprovoceerd door Ajax-aanhangers) gedrag werden gearresteerd, financieel en juridisch worden bijgestaan door de Foundation is al opmerkelijk, zo niet uniek. Een paar dagen na de gewraakte confrontatie rondom de wedstrijd in de Arena werd al tijdens een thuisduel van Celtic gecollecteerd om de in voorarrest verkerende fans in Amsterdam en hun familie bij de juridische strijd (onder leiding van de Nederlandse advocaat Christian Visser) te steunen.

Links Tony Hamilton

Links Tony Hamilton

Om maar met de woorden van de oprichter van Celtic (1887, Brother Walfrid) te beginnen: A footballclub will be formed for the maintenance of dinnertables for the children and unemployed. Hamilton verwees naar de levensverwachting van mensen die wonen in Noordoost Glasgow, het verspreidingsgebied van Celtic: 46 jaar. Dat is inmiddels redelijk verbeterd, sinds het Charity Found in 1995 werd opgericht. Armoedebestrijding: 18.000 mensen die nood hebben aan geld en voedsel. Celtic collecteert onder de fans (in en rondom het stadion), werkt samen met de kerk, verspreidt boodschappen per YouTube, zoekt toenadering met banken, ziekenhuizen en zo meer. Een voedselbank op initiatief van Celtic Glasgow is meer dan normaal en humaan.

Helaas bleef Hamilton de aanwezigen één antwoord schuldig. Weten spelers die een contract tekenen bij Celtic wat de club van hun verwacht? Of spelers zich realiseren waar Celtic voor staat. Hamilton antwoordde dat hij spelers zeker benadert, maar dan hebben ze al een contract op zak. De allesomvattende vraag is: zijn de (nieuwe) spelers zich wel bewust van hun taak of missie? Waarschijnlijk niet.

Wie eens een wedstrijd van Celtic heeft bezocht op Celtic Park, liever genoemd: Paradise, voelt de nood aan passie, compassie, empathie en saamhorigheid: samen zijn met al onze dromen en gebreken. Celtics droom is de meest filantropische voetbalclub ter wereld te worden, aldus Hamilton. Na Barcelona, nota bene. Over bescheidenheid gesproken. Ook zo mooi van Celtic. Helaas moest een woordvoerder van Barcelona verstek laten gaan wegens ziekte.

Andy Walsh

Andy Walsh

Andy Walsh werd aangekondigd als de held van de alternatieve voetbalcultuur. Inderdaad een charismatische leider van FC United of Manchester, die in heel Europa wordt uitgenodigd om zijn verhaal over zijn club te vertellen. Een club die werd opgericht als tegenhanger van het kapitalistische Manchester United, de club die internationale populariteit geniet vanwege haar successen, titels en idolen (en exposure) op de internationale voetbalvelden. Wie wil zich niet associëren met Manchester United, met zijn helden van toen (Duncan Edwards, Matt Busby, Bobby Charlton, George Best, Eric Cantona, Ryan Giggs, Cristiano Ronaldo en Alex Ferguson) en nu (Wayne Rooney, Robin van Persie en Louis van Gaal). Dat het kapitaal en de commercie er regeren, lijkt van ondergeschikt belang. Winnen is het devies, ook ten koste van de verliezers.

Echte liefhebbers kunnen van nabij nauwelijks nog genieten van de club en zijn spelers. Entreeprijzen stijgen. Waarom nog supporter zijn? Het zijn vooral de gloryrunners, vip’s en investeerders met hun zakenrelaties die nog komen. Walsh zei het zo: ,,Voetbal is voor de voetballer geworden, niet voor de toeschouwers.’’ Anders gezegd: ,,Voetbal moet terug naar de fans.’’

fc-united-of-manchester-b-014
Zo ontstond FC United. Geen kapitalisten die geld willen slaan uit prestaties. Voetbal moet terug naar het volk. Zij bepalen volgens democratische regels hoe een voetbalclub bestaat. Elk lid heeft één stem. Luister naar de fan, naar het lid, naar de mensen. United heeft nu 3.200 leden, 14.00 seizoenkaarten, 300 vrijwilligers. Tja, gemiddeld 1.900 toeschouwers per wedstrijd, gemiddelde leeftijd 19-25 jaar. Eenvoudigweg: mensen die commercieel voetbal (kopen, verkopen, spelers en coaches zonder identiteit maar des te meer ego en eigenbelang) aanhangen, verliezen terrein.

The Beautiful Game verliest zijn beauty door de commercie. Dat wilde Walsh duidelijk maken. Succes vraagt om nog meer succes. Begeerte verslindt het verlangen naar tevredenheid. En dat alles laat de supporter zich welgevallen. Tenzij je supporter bent van Celtic of FC United.

Links Marewski

Links Marewski

Zo mooi was daarom de emotionele bijdrage van Rolf-Arndt Marewski, fan-begeleider van de Duitse topclub Borussia Dortmund en oprichter van Borussia Commondale http://www.borussiacommondale.org/ in Zuid-Afrika. Borussia Dortmund is een van de vele Duitse voetbalclubs die begaan zijn met de begeleiding en opvang van supporters en kansarme bewoners van de voetbalstad. Een presentatie van een vertegenwoordiger van cultclub St. Pauli (Tweede Bundesliga) had niet misstaan in Rotterdam: alternatief en anti-kapitalisme.

En dan de verhalen over de ondergang van Antwerpen als voetbalstad en de pogingen om weer een club voor het volk van de grond te krijgen. Zoals gebeurt door Antwerp Country Trust Action en City Pirates Merksem http://privateer.citypirates.be/. Supporters en clubs die het voetbal terug naar de samenleving willen krijgen. Los van investeerders en imperialisten. ‘Sailing against the stream’, aldus de woordvoerder van City Pirates Merksem, spelend vierde klasse in België. Iedereen is welkom, kinderen, allochtonen, gehandicapten. ‘We have to use sports for social change.’

city pirates
Roger Reade was er ook. Hij is één van de ‘founding fathers’ van Football in the Community, waarmee het zo’n drie decennia geleden allemaal begon in Engeland. Met zijn collega’s ontdekte hij hoe het voetbal kan ingezet worden voor het algemeen welzijn. Hij was destijds, als medewerker van Manchester City, één van de zes pioniers. Vandaag hebben de bijna honderd profclubs in Engeland een eigen werking, vertelde hij. Met deze verwijzing naar het verleden wilde hij zeggen dat de tijd momenteel ook voor hem rijp lijkt voor een toekomstig internationaal ‘football and community’-project dat vanuit een bescheiden basis begint.

Roger Reade wordt geinterviewd door een jonge voetbalfan

Roger Reade wordt geinterviewd door een jonge voetbalfan

Is dat bijzonder? Kennelijk wel. De supporter verlangt succes van zijn favoriete club en spelers, euforie vooral, om makkelijker met zijn eigen zorgen om te gaan. Voetbal is niet alleen religie. Voetbal is vooral afleiding van wat zich in het hoofd en lichaam afspeelt (gemis, saaiheid, lijden). Verbinding (met anderen, zoals een voetbalclub) kan leiden tot verlichting en op z’n minst duidelijkheid en aanvaarding. Als dan voetbal zo belangrijk wordt gevonden, waarom dan niet het sociale belang, de saamhorigheid en compassie meer aandacht geven?

Het Social Football Lab 2020 zal er toe bijdragen. De waarde en de kracht van de club versterkt de voetballer. De hunkering naar de prestatie en glorie moet plaats maken voor het verlangen naar verbinding. Samen liefhebber zijn van voetbal. Dat is de boodschap.

Na afloop werd de eerste Social Football Lab Award toegekend en overhandigd aan Edu Jansing, wegens zijn verdiensten als directeur van de Stichting Meer dan Voetbal, die dit jaar tien jaar bestaat.

Zie ook: http://www.socialfootballlab2020.com/

En lees: http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2014/oktober/voetbal-is-kapot-gemaakt.html

Ook voor junioren is voetballen meer dan een spelletje

11 dec

,,Stel’’,  zo richtte de clubvoorzitter zich tijdens de discussiemiddag naar aanleiding van het grensrechterdrama tot een twintigtal C-junioren, ,,je krijgt een schop van een tegenstander. Wat doe je dan?’’ Het antwoord liet niet lang op zich wachten. ,,Terugschoppen’’, riep een 14-jarig spelertje. ,,In het veld, maar niet na de wedstrijd’’, voegde hij er haastig aan toe. Met een mengeling van verwarring en begrip hoorden voorzitter, jeugdleiders, trainers, een jeugdscheidsrechter en ouders de hartekreet in het clubhuis aan. Een jeugdleider probeerde het gepassioneerde voetballertje op het hart te drukken dat hij beter even zijn wraakgevoelens kon beheersen om later zijn revanche met doelpunt te halen.

Tja, doe dat maar eens in het vuur van de strijd.

Het is de mores van het voetbal in het bijzonder en de sport in het algemeen. Ingesleten tot op het bot, tot in de jongste leeftijdscategorieën. Winnen willen ze, winnaars willen ze immers zijn. Zonder winnen geen euforie. Titels, medailles, bekers, foto’s en triomfstukken in de krant, huldigingen omringd door uitgelaten supporters die bewonderend de winnaars zingen. Opgezweept door geëxcalteerde trainers die roepen: ,,Wij zijn de besten van de wereld.’’ Waarom zou een junior dan bedenken dat voetbal maar een spelletje is?

Zelfs voor het overkoepelende sportorgaan NOC*NSF telt alleen winnen. Er wordt vooral geld uitgetrokken voor sporters en sportbonden met de meeste medaillekansen. Breedtesport, recreatie, plezier, aandacht voor de verliezers en minder getalenteerde sporters zijn van ondergeschikt belang. Wie wint krijgt een erepodium, wie verliest wordt verstoten als een melaatse. Verliezen is een besmettelijke ziekte geworden. Zo kortzichtig zijn de sportbonden en hun leiders. Alsof bij de beste tien sportlanden van de wereld behoren, tot iets leidt wat permanent zinvol is voor de (Nederlandse) samenleving leidt. Topsport maakt meer stuk dan je lief is. België en Zwitserland halen nauwelijks medailles. Is het daar dan zo slecht leven?

Begeerte is de drijfveer. Winnen, nog meer willen hebben, nog meer winnen. Hebben, hebben, hebben. Hebzucht. Het is nooit genoeg.  Lees ‘Identiteit’ van de Belgische psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe en je komt tot andere inzichten. Sport, vooral winnen, is van levensbelang geworden. Het wordt tijd dat verliezen ook geaccepteerd wordt en gewaardeerd wordt. Ook in voetbal. Maar het zoals wijlen Bill Shankly, manager van een van de grootste volksclubs Liverpool, al in de jaren zeventig al zei: ,,Some people believe football is a matter of life and death, I am very disappointed with that attitude. I can assure you it is much, much more important than that.’’

In het weekend dat in Nederland de doodgeschopte grensrechter werd herdacht, verloren de meest fanatieke supporters van het Duitse voetbal, die van Borussia Dortmund, hun zelfbeheersing. Een arbitrale beslissing van de internationale scheidsrechter Wolfgang Stark leidde tot een thuisnederlaag. Hij gaf Borussia-speler Marcel Schmelzer een rode kaart wegens vermeend hands op de doellijn. De Borussen schreeuwden het uit van verontwaardiging en verongelijktheid. Niettemin strafschop: 1-1. Na afloop gaf Stark zijn fout toe, de televisiebeelden gaven hem ongelijk. Maar het publiek had zich al laten gelden en eiste dat ‘die zwarte (de scheidsrechter) werd opgehangen’. De Borussia-spelers verloren de greep op de wedstrijd en op zichzelf. Borussia verloor met 3-2. De landstitel is definitief uit het zicht. De spelers kregen van trainer Jürgen Klopp een interviewverbod. Je wist maar nooit wat ze zouden zeggen. Klopp hield zich vrij kalm en sprak over een hard oordeel van de scheidsrechter.

Zo hard kan voetbal zijn, zo hard komt een (onterechte) nederlaag aan in Dortmund. De club met de grootste, trouwste en sportiefste supportersschare van Duitsland (elke thuiswedstrijd 80.000 toeschouwers), tevens de club met de meest onderscheiden fansbegeleiding en sociale projecten, met de sociaal bewogen Klopp als trainer, kan ook deze sportieve tegenslag niet hanteren. Vandaar ook dat in Duitsland, waar de Sozialprojekte juist grote waardering en aandacht krijgen in de media, de discussie weer hoog is opgelaaid. Lees: http://www.11freunde.de/node/258218

Voetbal en geweld. Voetbal werd ongeveer 150 jaar geleden op Engelse kostscholen (Eton, Harrow, Rugby) bedacht om de agressie van jongens te kanaliseren. De scholieren mochten zich op een grasveld uitleven in het ruwe spel dat al sinds de middeleeuwen  op straat werd uitgevochten en waarin schoppen en slaan geoorloofd was. Hopelijk hadden ze dan geen energie meer voor nóg gevaarlijker dingen. Na enige tijd werd voetbal verboden. De kostschooldirecties voelden zich genoodzaakt spelregels in te voeren. Voor de aanhanger van rauwe sport het sein om hun eigen sport uit te vinden: rugby. Het is de sport die nu ten voorbeeld wordt gesteld aan voetbalspelers, omdat daar (wel) respect voor tegenstander en scheidsrechters heerst. Wat hij ook beslist, de scheidsrechter is de baas.

De bondscoach van Italië, Cesare Prandelli, lanceerde als trainer van Fiorentina Viola Fair  (Sportief Paars, de kleur van Fiorentina). Hij stelde een paar jaar geleden voor dat het verliezende elftal na afloop een erehaag voor het winnende elftal zou vormen en applaudisseerde. Na een verloren thuiswedstrijd tegen Inter Milaan stelde Prandelli zich inderdaad op in de rij van zijn spelers en klapte hij mee voor de winnaars. De andere clubs van de Serie A en Serie B zegden toe het voorbeeld van de trainer van La Viola te volgen. Hhet gebruik is intussen toch verwaterd. Maar Prandelli ging door met zijn missie. Hij stelde als bondscoach in samenspraak met de technisch directeur van de Italiaanse bond Roberto Baggio, eens een prachtige voetballer met een boeddhistische levensovertuiging (http://www.robertobaggio.com/en/) , vervolgens regels van fatsoen op. Daarnaast nam zij zich voor een opvoedende taak te verrichten, hoe oud, volwassen en doorgewinterde professionals de internationals ook mogen zijn. Zo maakte de nauwelijks te temmen recalcitrante Mario Balotelli als international al regelmatig kennis met de erecode van Prandelli en werd international Daniele De Rossi vorige maand door de bondscoach drie wedstrijden uit de nationale selectie gezet omdat hij in een competitiewedstrijd van AS Roma tegen Lazio een tegenstander in het gezicht had geslagen. Commentaar Prandelli: ,,Ik heb De Rossi straks op het WK in 2014 hard nodig, hij is als aanjager onmisbaar in mijn ploeg, hij zal nu hopelijk leren zich te beheersen, zodat we over anderhalf jaar van hem kunnen profiteren.”

Prandelli is zich bewust van de voorbeeldfunctie van profvoetballers. Zo was al langer Laureano Ruiz, de oprichter van de cantera, de veel geroemde jeugdopleiding van Barcelona.  Begin jaren zeventig won hij met de jeugd vijf titels op rij, wat nog niet vertoond was. Hij was in 1976 even hoofdtrainer, van Johan Cruijff en baarde opzien met sportief en attractief samenspel. Het is de leer van Ruiz die nog altijd klinkt in La Masía, de naam van het opleidingscentrum. Ruiz (en niet Cruijff) legde de basis voor het spel waarmee Barcelona, eerst met coach Johan Cruijff, later met coach Pep Guardiola,  triomfen viert. Voornaamste regel voor de jeugd: Fair play. Verbod op bekritiseren van scheidsrechter en tegenpartij; zelfs al heeft de speler gelijk, dan volgt onmiddellijke schorsing; de trainer zwijgt langs de lijn en mag alleen in de kleedkamer zijn kritiek verbaal spuien; en te alle tijde nederigheid ten opzichte van elkaar.

Winning isn’t everything, it’s the only thing, zo werd Ruiz geconfronteerd met de Amerikaanse mentaliteit toen hij daar later zijn Soccer Academy oprichtte. Zo schrijft de Belgische schrijver Raf Willems in zijn boek over de geschiedenis van het droomvoetbal van Barcelona. De Bask Ruiz haastte zich de Amerikanen ervan te overtuigen dat die mentaliteit slechts tot agressief gedrag leidt, jegens de tegenstander en de scheidsrechter. De vreugde voor het spel staat voorop, meende Ruiz. En wie als amateur en junior Barcelona de laatste jaren heeft zien spelen kan niet anders dan vaak een voorbeeld nemen aan deze voetballers. Met triomfen, loftuitingen en steeds meer bewonderaars tot gevolg. Hoewel ook zij in het vuur van de strijd weleens hun sportieve vaak vergeten. Maar dat is nu eenmaal voetbal, een contactsport bovendien, nog steeds doordrenkt van emoties en agressie. En dat zal zo blijven.

Dit artikel verscheen in verkorte vorm in NRC Handelsblad van 10 december jl.

De nieuwe Duitse voetbalcultuur, dankzij Joachim Löw

27 jun

Morgen spelen de teams van Duitsland en Italië tegen elkaar in de halve finale van het Europees kampioenschap. Ik weet niet voor welk land ik  in dit geval ben. Ik ben al mijn halve leven gek op Italianen, op Italiaans voetbal en op Italiaanse spelers. Van AC Milan dat in 1963 de Europa Cup won, met mijn eerste idool Gianni Rivera (die ik in 1995 nog eens als parlementslid interviewde).  Van Giancarlo Antognoni, Bruno Conti, Mario Corso, Roberto Baggio, Gaetano Scirea tot Paolo Maldini en Andrea Pirlo – en de heerlijke, gepassioneerde Roberto Baggio, die nu de inspirator is van het nieuwe Italiaanse voetbal, en van bondscoach Cesare Prandelli. Nu mag Italië van mij weer winnen, alleen al omdat  Prandelli zo’n geweldig mens is – met bovendien Italiaanse uitstraling.

Duitsland mag van mij winnen, omdat de nieuwe Duitse voetbalcultuur me aanspreekt. Ik ben geraakt door de manier waarop bondscoach Joachim Löw de Duitsers nieuw leven heeft ingeblazen. Een man zonder groot ego. Löw is bescheiden. Zo blijkt, wanneer je Duitsland ziet spelen, de boeken leest over de nieuwe Duitse voetbalcultuur (de biografie van Löw: Joachim Löw und sein Traum vom perfekten Spiel) en getuige bent geweest van wat zich de laatste jaren in Duitsland afspeelt.

Ik ben altijd een bewonderaar geweest van Günter Netzer, in de jaren zestig en zeventig. Nu geniet ik van Mesut Özil, ook bescheiden en een speler die als weinig anderen fijnzinnig kan voetballen. Duitsland is meer dan voetbal op het veld. Duitsland ademt voetbalcultuur. Duitsland heeft het voetbal opnieuw uitgevonden. En zeker niet met dank aan de Nederlanders, zoals ik hardnekkig kortzichtig hoor en zie vertellen op de Nederlandse televisie (altijd weer die Nederlandse hoogmoed). In Duitsland leeft voetbal, zowel binnen en buiten de stadions. Met dank aan Berti Vogts, Jürgen Klinsmann en vooral Joachim Löw. Zij overtuigden zowel de Duitse voetbalbond als de Duitse regering ervan dat voetbal alle mensen verbindt. Door attractief, aanvallend voetbal en door activiteiten waar alle mensen in Duitsland plezier aan beleven. Activiteiten waardoor mensen elkaar leren begrijpen, georganiseerd door voetbalinstituten, voetbalstichtingen, voetbalclubs en voetbalsupporters, alle aangestuurd door de Deutscher Fussball Bund.

Klinsmann en Löw gaven de aanzet in 2004. Klinsmann vond dat Duitsers zich moesten openen, de héle wereld moesten leren kennen. Löw zocht naar een speelstijl waar mensen plezier aan beleefden. Aanvallender, opener, frisser, vrijer, artistieker, sportiever, minder grof, met minder overtredingen, met jonge spelers die plezier aan voetbal beleefden. Hij analyseerde Braziliaanse, Spaanse, Franse, Engelse, Italiaanse, Zwitserse en natuurlijk ook Nederlandse speelstijlen en keek wat er bij Duitsers paste. Zo ontstond Das schöne Spiel, het voetbal dat overal in Duitsland gespeelde diende te worden. Het werd statutair vastgelegd. Alle Duitse clubs en opleidingen moesten Das schöne Spiel hoog in het vaandel hebben staan. En dat is nu het geval, al sputtert Bayern München onder leiding van manager Uli Hoeness tegen. Die club heeft geld en koopt bij voorkeur spelers van andere (Duitse) clubs. Daarom is het goed dat Borussia Dortmund al twee keer achterelkaar landskampioen is geworden, de club met de meeste supporters, het leukste voetbal en de meest enthousiaste trainer, Jürgen Klopp. Veel Duitsers waren niet eens teleurgesteld dat Bayern de finale van de Champions League verloor. Bayern is een van de meest gehate clubs van Duitsland.

Ook is statutair vastgelegd dat elke Bundesligaclub een sterk sociaal element in zijn visie op voetbalbeleving moet naleven. De Deutscher Fussball Bund DFB (http://team.dfb.de/de/unsere-welt-/trainieren-wie-wir/taktik/technik/spielphilosophie/page/1016.html?1340786719&32&32), met zes miljoen leden de grootste sportbond ter wereld, werkt nauw samen met de Bondsregering en probeert in alle geledingen van de samenleving te infiltreren. Campagnes tegen racisme, geweld, discriminatie, homofobie en druggebruik worden gevoerd, met voetbal als bindmiddel. Toernooien in straatvoetbal, gehandicaptenvoetbal, werklozenvoetbal, muziek- en filmfestivals, en lezingen over integratie  zijn schering en inslag. Voetbal leeft overal als kunst van samenspel en verbroedering.

De DFB-Kulturstiftung organiseert wekelijks een festival of evenement, waarin de relatie voetbal-kunst-maatschappij centraal staat. Opvallend fenomeen is het nationale schrijverselftal, die Autorenmannschaft. Voetballende schrijvers en dichters, geen schrijvende voetballers dus, spelen eens per jaar voor een goed doel tegen een ander gelegenheidselftal, bestaande uit bijvoorbeeld politici. Dankzij de Kulturstiftung gaf bondscoach Löw een lezing op de Frankfurter Buchmesse van 2011 over integratie. Aanwezig waren Turkse en Afrikaanse Bundesliga-voetballers.

En dan is er de Deutsche Akademie für Fussball-Kultur (http://fussball-kultur.org/), dat kantoor houdt in Neurenberg. Wekelijks organiseert zij lezingen en thema-avonden over voetbal in relatie tot kunst, politiek en maatschappij. Er zijn avonden georganiseerd over homofobie, het Duitse voetbal in de Tweede Wereldoorlog en over de zin en onzin van een EK in Polen en Oekraïne. Begin mei werd door wetenschappers, voetballers, politici en nabestaanden aandacht besteed aan relatie tussen Duitsland en Israel. Op een avond in het Dokumentationszentrum in Neurenberg, het voormalige Reichsparteitagsgelände, bleek dat voetbal, voetballers en trainers deze landen begin jaren zestig weer tot elkaar had gebracht.  Tranen vloeiden bij mensen die de oorlog hadden meegemaakt toen de Israëlische voetballer van FC Nürnberg Almog Cohen zei dat hij zo goed was opgevangen bij een Neurenbergs gastgezin. En ook toen de  bejaarde voorzitter van de Israëlische cultuurvereniging tenslotte opstond en zei: ,,Als de mensen die dit gebouw neerzetten wisten dat hier nu een Israëlische voetbalinternational discussieert, zouden zij zich als ventilatoren in hun graf omdraaien.’’

Betrokkenheid, het bewustzijn van datgene wat voetbal teweegbrengt en kan betekenen voor de samenleving. Voetbal is meer dan voetbal in Duitsland. Ollivier Tietz van de DFB-Kulturstiftung vertelde over het Fanprojekt van Borussia Dortmund. ,,Uit eigener beweging is een supportersclub naar een monument gegaan dat is opgericht ter nagedachtenis aan Joodse slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog’’, zei hij na de vertoning van een documentaire over het bezoek van Duitse jeugdinternationals en het nationale vrouwenelftal aan Jeruzalem. Trots toonde Birgitt Gloeckl van de Akademie mij de jaarverslagen, waarin de jaarlijkse prijzen staan vermeld. Voetbalboek van het jaar 2011:  Der FC Bayern und seine Juden van Dietrich Schulze-Marmeling. Het boek van ‘Louis van Gaal, biografie en visie’, eindigde als elfde. En dan zijn er prijzen voor het beste Fanprojekt, de meest originele uitspraak van een trainer of speler, het mooiste spandoek en de Kulturpreis, de Walther Bensemann-Preis, bestemd voor een persoon die veel betekend heeft voor het voetbal in de wereld. Dit keer was het Bobby Charlton, oud-speler van Manchester United. Vorige winnaars waren onder meer Franz Beckenbauer, Alfredo Di Stefano en Cesar-Luis Menotti.

Cultuurprijzen zijn er meer in Duitsland, uitgeloofd door de Sepp Herberger Stiftung, de Uwe Seeler Stiftung en andere stichtingen. En wat te denken van de Robert Enke Stiftung. Deze stichting probeert profvoetballers te helpen die lijden aan depressies omdat ze de druk van het voetballersleven niet aankunnen, met als prioriteit het leed dat doelman Enke twee jaar geleden overkwam (zelfmoord) te voorkomen. Ollivier Tietz van de DFB-Kukturstiftung is er nauw bij betrokken. Hij zei: ,,We krijgen veel vragen van voetballers die zich niet meer kunnen handhaven in de mannencultuur en de prestatiemaatschappij die in het voetbal heerst. Het is schrikbarend hoeveel overspannen voetballers en trainers we nu kunnen helpen. Enke is het symbool van de vereenzaming aan de top. Niemand durft het te zeggen. Niemand wil zwak zijn, voetbal is een harde maatschappij. We kennen homoseksuele voetballers, we kennen nu mentaalzwakke mannen die geweldig kunnen voetballen maar zich niet begrepen voelen.’’

Aan het einde van een bewogen avond in Neurenberg vielen harde mannen elkaar in de armen. Hans Meyer, oud-coach van FC Twente en lid van de  Akademie für Fusball Kultur,  zei. ,,Ik ben van de DDR. Ik ken de onderdrukking, ik ken het oude Duitse voetbal – wat mijn voetbal is. Maar wat zich in Duitsland ontwikkelt is van een hoog intelligent niveau. Ik mag nu overal van voetbal houden, ik mag meedenken. Ik lees over voetbal wat ik nog nooit heb gelezen omdat ook intellectuele schrijvers begaan zijn met dat rare fenomeen voetbal. Ik zie Turken opbloeien omdat Mesut Özil in het Duitse elftal en bij Real Madrid een fenomeen is. Özil is een sierlijke voetballer. Wij hadden ze ook vroeger, maar ze werden niet gezien, omdat het niet paste in het Duitse voetbal. Klinsmann en Löw moeten een Kulturpreis voor het leven krijgen. Zoals Sepp Herberger, de wereldkampioen van 1954.’’

Maar Herberger, wiens uitspraak vóór de WK-finale van 1954 tegen Hongarije ‘Wir sind elf Freunde’ mythologische vormen heeft aangenomen, was toch meer van het adagium ‘Nur ein Sieg zählt’. Zoals dat jaren door de Duitse voetbalgemeenschap werd nageleefd – en met succes gezien de vele titels. De Duitse voetbalbond lanceerde na samenspraak met de Bundesliga en de Bondsregering een nieuw motto. En dat is gelukt, gezien de successen op de WK’s van 2006 en met name 2010, én de groeiende amusementswaarde van de Bundesliga. Das schöne Spiel is nu het basisgevoel. Herbergers motto is vervangen door Wir singen auch bei Niederlagen, denn es kommen wieder bessere Tagen