Tag Archives: Marc Lammers

Door Flow: Visualiseer het droomdoelpunt

5 aug

Hoe zou je het begrip flow het beste kunnen omschrijven? Die gemoedstoestand waarin een mens volledig opgaat in zijn of haar bezigheden, zoals dat ruim veertig jaar geleden is verklaard door de Amerikaans/Hongaarse psycholoog Mihaly Czikszentmihalyi. Die stroom waarin je (onbewust) wordt meegevoerd. Luister naar Marc Lammers, voormalig hockeycoach van onder meer het Nederlandse vrouwenteam, het Spaanse vrouwenteam en recent het Belgisch mannenteam. Hoor zijn woordenstroom wanneer hij probeert uit te leggen wat flow is en vooral hoe je dat oproept. Volledig gefocust op wat hij wil zeggen, opgaand in de visie waarin hij gevoed door tal van ervaringen is gaan geloven.


Bevlogen, zo zou je zijn gemoedstoestand ook kunnen noemen. Bijna euforisch in het nu zijn. Opgetild worden door de overtuiging dat het goed is wat hij doet en zegt. Een half jaar geleden bracht Lammers samen met organisatiespecialist Ton Hendrickx het boekje ‘Flow, van goed naar goud’ uit. Een leidraad voor teams, zoals de hockeyteams die Lammers gedurende twintig jaar met succes heeft gecoacht. Hoe teams in een flow kunnen komen, hoe samen (hand in hand, zij aan zij) op weg te gaan naar het gezamenlijke doel. Hoe samen werken, samen spelen en samen trainen.

Iedereen kent het gevoel, alsof alles vanzelf gaat. Ineens blijken alle handelingen als door een voorgeprogrammeerde computer gestuurd te worden. Alsof een mannetje in je hoofd aan de touwtjes trekt. Nee, dan ben je zelf. Zoals je dat zelf door veel oefenen, dromen en praten hebt leren doen. Met als begeleider de coach, de man (of vrouw) die de nog onbekende vaardigheden heeft opgeroepen. ,,Hij heeft het gereedschap aangereikt. Hij heeft de vragen gesteld. Hij heeft iedereen de kans gegeven om te dromen van het doel. Het droomdoel. Hoe denk je dat je bereiken? Hoe denken jullie dat te bereiken? Spreek je uit. Durf te dromen’’, legt Lammers uit. ,,De coach geeft vertrouwen.’’

In het boek wordt de Griekse filosoof Epictetus aangehaald: ‘Iedereen wist dat het niet kon. Totdat er iemand kwam die dat niet wist’. Zorg dat ambitie voorstelbaar is. Lammers noemt het ‘positief visualiseren’. Zo bevrijdde hij eens het eerste mannenteam van Den Bosch van het degradatiespook. Hij liet de spelers een ‘collectieve ambitie’ ontwikkelen. Wat is er nodig om voor je team een collectieve ambitie te bepalen, zonder naar het scorebord te kijken? 1. Geef antwoord op de vraag: waarom. 2. Maak de ambitie voorstelbaar. 3. Zorg voor de ultieme uitdaging. 4. Ga dingen doen, in plaats van uitdenken. 5. Creëer automatismen. 6. Visualiseer het succes en de route daarheen. En: ‘Kan niet’ en ‘hebben we al eens geprobeerd’ en andere dooddoeners worden niet geaccepteerd.

Iedereen praat mee, iedereen heeft een idee. Niemand is meer of beter dan de ander, iedereen is zichzelf. ,,De eigenaar van het idee loopt het hardst’’, weet Lammers. ,,30 Procent onthoudt wat er gezegd wordt, 70 procent onthoudt wat hijzelf heeft gezegd. Dat geeft de coach aan, hij geeft vertrouwen. Hij vraagt de speler wat hij wil, hoe hij het wil en hoe hij dat denkt te realiseren. Laat de spelers trainen waar zij goed in zijn. Vraag hoe hij denkt beter te functioneren. Gooi dat in de groep en laat ze daar met elkaar over praten. Visualiseer, laat het filmpje zien hoe het eerder is gegaan. Hoe het goed is gegaan. Niet hoe het niet goed is gegaan. De camera liegt nooit. Dit is wat jullie kunnen. Als het fout is gegaan, stel dan de vraag: hoe doen we het beter?’’

Om in een flow te komen, eensgezind te zijn, maak je afspraken. Drinken we bier na een wedstrijd of niet? Wanneer dan wel? Wanneer niet – of nooit? Lammers maakte dat met de Belgische nationale ploeg mee. ,,De cultuur was daar ‘een biertje na afloop’, maar past dat wel bij topsport? Ik stelde de vraag en vroeg wat de spelers van een andere cultuur vonden. Het werd unaniem geen bier. Dan is dat de afspraak. Iedereen in de pers maakte zich druk over de hoed en de sjaal die Memphis Depay bij Manchester United droeg of de dure auto waarmee hij naar het trainingsveld kwam. Als Louis van Gaal zulk gedrag vooraf met de spelers heeft besproken, is er niets aan de hand. Tenzij er afspraken over te excentrieke kleding en gedrag buiten de club zijn gemaakt, dan is de speler in overtreding en kan dat in de groep besproken worden. Neem de rol van Romario bij PSV. Buitenstaanders meenden dat Romario te weinig deed in de wedstrijd of op de training. Mogelijk mocht hij doen wat hij wilde, áls hij maar scoorde. Dat was de gezamenlijke afspraak. Het klinkt simpel: hoe willen jullie het, wat willen jullie? Iedereen heeft een stem.’’

Belangrijk is dat spelers accepteren dat iedereen anders is. Iedereen zijn eigenschap, ieder zijn kwaliteit. Dan is het de kunst elkaar aan te vullen. De minpunten moeten door anderen gecompenseerd worden. Lammers verwijst naar Lionel Messi, de uitblinker bij Barcelona. ,,Stel dat Barcelona elf Messi’s zou kunnen opstellen, dan zou dat niet leiden tot een beter team. Want Messi heeft, als gevolg van zijn spel, ijverige middenvelders en verdedigers nodig, die ervoor zorgen dat zijn team in balbezit komt. Ballen afpakken is niet de kern-kwaliteit van Messi.’’

Van nature wil iedereen eigen baas zijn, weet Lammers. ,,Je zou bijna zeggen: daarom zijn er zoveel ZZP’ers. Dan ben je je eigen baas. Zo is het in een team ook vaak in het begin. Mensen willen best veranderen, maar niet veranderd worden. Ze willen zeggenschap over hun rol. Vraag dus als coach wat ze willen, hoe ze zichzelf zien, hoe ze aangespeeld willen worden. Dat kun je visualiseren, het beeld oproepen. Zo? Of zo? Dan ontstaat vanzelf verandering. Je ziet het pas als je het doorhebt.’’

Lammers verwijst graag naar het bedrijfsleven. ,,Je krijgt vast weleens emails van een bedrijf, waarmee je net zaken hebt gedaan. Dat noemen ze klanttevredenheidsonderzoek. Aangetoond is dat medewerkerstevredenheidonderzoek meer oplevert. Hoe bevalt het werk? Wat vind je van je collega’s? Wat vind je van je baas? In de Japanse bedrijfscultuur heeft iedereen een stem, niet de baas. Dat is dwars tegen de hiërarchie in. Daar is een omslag gemaakt, omdat voorheen volgens Japanse traditie iedereen zich onderwierp aan de baas, aan de leider. Dat gaf veel burnouts.’’

Hij noemt als voorbeeld Toyota, hoe het concern een van de wereldmarktleiders werd in de auto-industrie. Dagelijks feed forward. A daily stand up, een dagelijks overleg van een paar minuten waar de komende dag de puntjes op de i moeten worden gezet. ,,In feed forward zit een opbouwende werking, verbetering en waardering zijn het gevolg. Waar feed back het vertrouwen en de veiligheid binnen een team kan schaden, zorgt feed forward juist voor een toename.’’ In het boek schrijft hij: ‘Bij Den Bosch speelden we ’s zondags onze competitiewedstrijd en de daarop volgende dinsdag zaten we bij elkaar voor de feed forward. We hadden verloren van Bloemendaal, wat moesten we doen om te gaan winnen van Hurley? Dus niet: we hadden verloren van Bloemendaal en wat was er allemaal fout gegaan?’’

Te midden van alle voorwaarden om in een flow-staat te komen spelen vertrouwen en veiligheid een belangrijke rol. Lammers: ,,Sociale veiligheid en veiligheid om te handelen zijn in de zoektocht naar teamflow vooral beïnvloedbaar door leidinggevenden. Ik weet dat de coach, de directeur, de manager daar een hele actieve rol in kan vervullen. Want naast risico is ook (negatieve) kritiek een groot gevaar voor veiligheid. En juist die kritiek moeten teamleiders bewaken.’’

Boven alles staat lol, plezier. ,,Lol’’, vindt Lammers, ,,is een direct gevolg van veiligheid in handelen. Bij het Belgische nationale team creëerden we onze veiligheid bij ons publiek door plezier met ze te maken. Handtekeningensessies met de jongste fans. En bij het EK in België gingen we voorafgaand aan onze wedstrijden steevast via het stadion naar de kleedkamer. Voor de tribunes langs, achter de reclameborden. Het publiek genoot ervan en de basis van de loyale steun tijdens de komende wedstrijd was gelegd. Eerst durfden de spelers dat niet. De spelers vonden het uiteindelijk ook heel lollig. Ze konden nog even zwaaien naar familie en bekenden, voordat de focus definitief naar de wedstrijd moest worden gebracht.’’

De laatste anekdote roept het beeld van een aangename sfeer op. Spelers die zich veilig voelen en gesteund. Samen met de toeschouwers die zich een deel voelen van het team dat gaat spelen. Zo werkt het ook met het meezingen bij volksliederen. Samen met de toeschouwers. Het is alsof je als speler in een warm bad zit. Niets kan je nog gebeuren. Het is de flow die kan leiden tot het gewenste resultaat. Voordat je het weet is de wedstrijd afgelopen. Zo snel is het voorbij. Het zijn de uitvloeisels en geneugten van flow, zo meeslepend, uitvoerig én gedetailleerd beschreven in ‘Flow, van goed naar goud’.

Dit artikel is gepubliceerd in de olympische editie van NLcoach

Voetbalanalisten bieden het volk slechts vermaak

25 jun

Zonder analisten en commentatoren is voetbal als vermaak niet volledig. Of die mannen nu zin of onzin vertellen, het maakt niet uit. Hun praatjes horen bij het spel. Je kunt je maar beter niet aan storen aan hun gedrag en verklaringen. Het is maar hun mening, hun perceptie en hun ijdelheid. De een doet zich voor als deskundig. Maar wie is deskundig? De ander speelt de advocaat van de duivel, mogelijk bij gebrek een echte kennis. Dan weer zijn er grappenmakers die graag de gevraagde rol spelen. Het doet er dus eigenlijk weinig toe wat ze zeggen, het hoort gewoon bij de shows die bijvoorbeeld NOS Studio Sportzomer of VI Oranje heten.

Toch kan ik – als liefhebber van voetbal, met alles er op en er aan – niet voortdurend bovengenoemde relativeringen aanbrengen. Dan zit ik te kijken en te luisteren in de hoop iets te leren en iets te weten te komen dat een verklaring geeft voor wat ik op het veld (beeldscherm) zie/zag. Het wil maar niet mijn mantra worden: ach, het is ook (maar) een mening, óf laat maar. Vaak zet ik tijdens de wedstrijd het geluid uit. Wie aan de bal is, kan ik zelf ook wel zien. Of het overtreding was of niet, kan ik zelf wel beoordelen. Of een speler goed of slecht, hoef ik niet van een commentator te horen. En zo zijn er meer van die overbodige ‘verklaringen’ en analyses die ik kan missen. Ik ben een van die miljoenen liefhebbers die zelf ogen hebben, en weleens wat lezen over voetbal, en dus ook verstand van voetbal hebben.

Maar waarom ben ik toch nog weleens geneigd na de wedstrijd de analyses van de ingehuurde studiogasten aan te horen? Nou ja, soms beschikken zij over analyse-apparatuur die ik niet heb en kunnen ze aan de hand van een computerbeeldje iets duidelijk maken. Dat kan interessant zijn voor mensen zoals ik die het spel en de tactiek willen doorgronden.  Of het nu uit chauvinistische motieven wordt verklaard of niet.

Ik kijk niet vaak naar die analyses en voetbalkroegpraat. Als ik heb gekeken word ik overmand door diepe teleurstelling en ergernis. Had ik niks anders te doen? Werd dit programma door mij gevolgd omdat ik mijn eigen leed over de wereld een paar uur wilde verdringen? Teleurgesteld, alleen al omdat ik zag en hoorde hoe serieus de analisten baarlijke nonsens verkopen. Zo uit de losse pols geschud of uit de heup geschoten.

Vorige week probeerde de hockeycoach Marc Lammers die met de nationale vrouwenploeg de gouden medaille had veroverd, aan vader en zoon Mulder, Jan van Halst en Jack van Gelder te verklaren hoe belangrijk teamgeest (commitment) is, hoe je dat opbouwt, evalueert en analyseert met je spelers, en hoe je de ster van de ploeg duidelijk kan maken dat hij de andere spelers nodig heeft en hoe je andere spelers (de waterdragers) duidelijk maakt waarom zij de sterspeler nodig hebben. Het was alsof hij voorlas uit zijn boek ‘Coachen doe je samen’.

Lammers kon praten en geduldig verklaren wat hij precies bedoelde en waarom Oranje van de rails was gereden (of niet op rails stond), de voetbalanalisten begrepen er niets van. Nooit van gehoord, hockey is geen voetbal en andere vergelijkingen die kant noch wal raakten. De mannen van de Sportzomer sputterden tegen alsof zij de sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder als geen ander doorgrondden – sterker:  ze hadden het zelf bedacht, ze hadden immers zelf gevoetbald! Voetbal is een andere wereld, nietwaar?

Boeiende televisie? Ergens wel, omdat het fascinerend was om te zien hoe de deskundige gast geen kans zag de vertegenwoordigers van de voetbalwereld te overtuigen van hun conservatieve opportunisme. Het was toch geen bewust gespeelde rol van de voetbalkenners? Met de bedoeling de kijker en toehoorder vermaak te bieden. Dat zou zomaar kunnen. Had ik dat maar van te voren geweten, dan had ik niet gekeken en geluisterd.

Er was ook nog een losse flodder van presentator Jack van Gelder. Zoals de Duitsers nu voetballen, dat is Hollandse School. Een openingszetje? Youri Mulder wist iets meer, gelukkig, en vertelde hoe het Duitse voetbal sinds een jaar of tien in alle facetten planmatig totaal veranderd is. Uitbreiding van jeugdopleidingen, met meer nadruk op mooie, artistiek en aanvallend voetbal. Redelijk goede aanvulling van Mulder junior, maar niet helemaal juist en allerminst compleet. Had echt niets te maken met Masterplan van Louis van Gaal, zoals Mulder beweerde. Maar Van Gelder wist ook iets, zei hij. Hij had gehoord dat Bayern München in de keuken van de Ajax-opleiding had mogen kijken. Zo was het, ze hadden het van Ajax (de Hollandse School) geleerd. Ik viel van de bank van verbazing. Weer dat domme chauvinisme.

Mulder probeerde nog Van Gelder van repliek te dienen dat het niet de clubs (met Bayern als symbool van omwenteling) maar de bond zelf was die het voetbal anders wilde laten spelen. En zo druppelde Mulder nog een beetje door. Maar de toon die was gezet (Duitsers spelen Hollands) verdween niet meer.

Het was weer een miskleun. Niets gelezen hadden de analisten in (buitenlandse) kwaliteitskranten, niets gelezen in goede voetbalboeken. Niets over de veranderde Duitse voetbalcultuur, over het missiewerk van bondscoach Joachim Löw. Lees bijvoorbeeld het boek van Christoph Bausenwein:  ‘Joachim Löw und sein Traum vom perfekten Spiel’. Of nog beter: ‘Het Mannschaftswunder, waarom de Duitsers de besten zijn’ van Raf Willems. Over de culturele omwenteling in Duitsland. Zie daarvoor de website van Red het voetbal: http://oppa.site90.com/EK2012/index.html. Of de website van de Deutsche Akademie Für Fussbalkultur:  http://fussball-kultur.org/

In NOS Studio Sportzomer (over het oeverloze kletsprogramma VI Oranje maar te zwijgen) heerst slechts opportunisme en zelfingenomenheid. Domheid, kortzichtigheid, onzin allemaal.

Niet meer kijken en luisteren, zo heb ik me zelf voorgenomen. Maar wat nu met de kijkers en luisteraars die wel aan het beeldscherm gekluisterd blijven? Die worden verkeerd voorgelicht, die nemen alles klakkeloos aan. Of denken zij: Ik neem dit niet serieus, ik heb niks anders te doen dus lig ik als een zombie te kijken naar die zombies in de studio.

Zie ook: http://www.redhetvoetbal.net

%d bloggers liken dit: