Tag Archives: Lens

‘Agent, waarom slaat u mij? Ik kom hier voor mijn plezier’

31 mei

Dit verslag schreef ik ’s nachts, zojuist aangekomen in Parijs en nog vol adrenaline, na mijn verwarrende bezoek als verslaggever van NRC Handelsblad aan de wedstrijd Duitsland-Joegoslavië op het WK van 1998 in Lens, Frankrijk.

In Lens staat de wereld op springen, want er is voetbal. Agenten slaan en schoppen bij Duitsland-Joegoslavië in het wilde weg, ook naar journalisten. ‘Ik heb vandaag maar drie klappen gehad, God zij dank.’

LENS, 22 JUNI 1998. ‘Waarom slaat u mij?’ De politieman heft nog een keer zijn gummiknuppel en dreigt weer te slaan. ‘Ik kom hier voor mijn plezier en niet om geslagen te worden, monsieur.’ Maar de politieman krijgt assistentie van drie andere politiemannen. ‘Wegwezen’, schreeuwen ze in koor. ‘U heeft geen parkeerkaart, dus mag u hier niet in. Reservé ou pas reservé. Press? Rien. Alors? Vite, allez, avancer.’ Hij slaat weer en nog een keer. Ik buk tevergeefs.

Wie is er hier overspannen? Ze zijn met velen deze middag, de politie van Lens en omstreken. Er wordt gezegd met zevenhonderd mannen. Ze zijn paraat, ze laten niemand door. Perskaart? Maakt niet uit. Tribunekaartje, waarvoor? Is er hier een voetbalwedstrijd? ’t Zal wel. Er moet opgetreden worden. Grote mannen, kleine mannen, muts schuin op het hoofd, stoer en onverschillig, klaar om te slaan wanneer ze moeten slaan. De wereld staat op springen, want er is voetbal.

Een tiental meters van mij vandaan ligt een jongen op straat te bloeden. Hij heeft een Duitse vlag om zijn lijf gewikkeld en roept dat Duitsland wereldkampioen wordt. Kameraden staan er bij en spuwen vuur naar de politiemannen. Hij heeft toch niks gedaan? Een paar meter verder ligt een jonge vrouw in het gras te huilen. Ze heeft schaafwonden op haar knieën. Ze draagt een voetbalshirt met de naam Mijatovic. Het shirt is besmeurd met bloed. Om haar heen een oudere vrouw en twee kinderen. Mama, mama, huilen ze. Ik kijk er naar, maar ik krijg geen tijd om er lang naar te kijken. Ik krijg een schop en een klap. Waarom? Avancer, vite! De politie heeft geen geduld en mededogen. Waarom ook, het is voetbal.

Na de wedstrijd, Joegoslavië-Duitsland, is de sfeer niet anders. Duizenden en nog eens duizenden Duitsers schreeuwen dat ze über alles zijn. Ze provoceren Joegoslaven en politie. Want ze hebben gelijkgespeeld (2-2). Een Joegoslaaf slaat door en gooit een bierfles naar een Duitser. Het is tijd voor oorlog. Binnen korte tijd is er een handgemeen waar ik heel erg bang van word. Flesjes en stenen vliegen door de lucht. Wie niet wordt geraakt, heeft God op zijn hand. Ik heb vandaag maar drie klappen gehad, God zij dank.

De politie grijpt in met strenge gezichten en harde, echt pijnlijke knuppels. En dan ineens zie ik een man liggen, een politieman, wezenloos, en een andere man, een man met een camera naast zijn hoofd, wezenloos. Het is eigenlijk niet anders dan voor en na elke voetbalwedstrijd die ik de laatste jaren heb meegemaakt. De mensheid is gek geworden. Van voetbal. Niemand heeft overzicht, wie zich in de massa bevindt ziet geen uitweg meer. Nu zijn het Duitsers, opvallend genoeg veel kale, vooral kale Duitsers (neo-nazi’s zeggen ze later), en Joegoslaven, morgen zijn het Engelsen of Nederlanders. Gek, volkomen doorgedraaid door chauvinisme, nationalisme en commercie – het voetbal gaat er kapot aan.

Daniel Nivel is in elkaar geslagen door Duitse hooligans

Daniel Nivel is in elkaar geslagen door Duitse hooligans

Op weg van Lens naar Parijs hoor ik een Frans radiostation, geen station dat ontgaat wat voetbal te bieden heeft. Ik begrijp dat een politieman in coma ligt en een verslaggever van het Braziliaanse televisie-station O Globo gewond is geraakt. De politieman verkeert entre la vie et la mort. Och, waar heb ik het meer gehoord na een voetbalwedstrijd? De waanzin is weer nabij.

In een wegrestaurant halverwege Parijs verdringen zich voetbalsupporters voor een hamburger à cheval. Een bus met Joegoslaven arriveert, nog een bus, nog een bus, zes bussen. Honderden Duitsers, zo’n vijftig Japanners in voetbalshirt, Koreanen, Engelsen, Schotten, Fransen en Jamaicanen in voetbalshirt. Wat doen die hier nou weer? Ze zwaaien met vlaggen met adelaars en doodskoppen. Enkelen slaan het restaurant bijna aan diggelen. Borden worden kapot gegooid tegen de muur. Betaald wordt er nauwelijks. Meisjes in korte rokjes en voetbalshirtjes laten volgens de geest van de tijd hun navels zien en worden lastig gevallen. In een telefooncel wordt gevochten om een meisje. Wie toekijkt wordt bedreigd door met messen gewapende gekken.

Na mijn reis van vijf uur over 180 kilometer, tussen Lens en Parijs, vormt zich tegen middernacht voor de Franse hoofdstad een file van pakweg 30 kilometer. Links en rechts staan auto’s te roken. Mensen in voetbalshirts stappen uit en schreeuwen iets over hoop en glorie. Op de rondweg van Parijs slingeren Jamaicanen op motoren met vlaggen tussen de auto’s door. Botsing volgt op botsing. Sirenes vullen de avond. Op het altijd chaotische circuit van de Arc de Triomphe lopen dronken Argentijnen in blauwwitte voetbalshirts het verkeersplein over. Eén wordt aangereden, maar hij staat zowaar weer op.

C’est la folie’, zegt de receptionist van mijn hotel in de binnenstad van Parijs. Ik begrijp hem wanneer ik de televisie aanzet. Ik zie feesten in Buenos Aires, Amsterdam en Teheran. Mensen die in auto’s rondrijden met vlaggen, mensen die gek zijn geworden van voetbal. Mensen die de beste feestvierders van de wereld willen zijn. Dat er niets anders is dan voetbal. Ik heb een buil op mijn achterhoofd van een klap met de gummiknuppel van een politieman die niet meer weet waar hij aan toe is – net zoals ik.

Maar beneden in het café waar de wereld nooit stil staat en de blues hoogtij viert, hoor ik ter afwisseling de gelukkig altijd en eeuwig aanwezige Lou Reed zingen: ‘It’s been a perfect day. You just keep me hanging on.’

Ik verlaat mijn hotelkamer en ga eens stevig drinken. Er is nog hoop.

Later bleek dat de politieman die ik wezenloos op de grond had zien liggen de 43-jarige Daniel Nivel was. Hij was in elkaar geslagen door Duitse hooligans. Nivel lag zes weken in coma. Hij ontwaakte, maar moet sindsdien één oog missen en kan nauwelijks nog praten. Hij kan nooit meer werken. Drie maanden later werd in Keulen een benefietwedstrijd gespeeld voor Nivel en zijn familie. Nivel was aanwezig. In 2000 werd de Daniel Nivel Stichting door de Duitse bond en de FIFA in het leven geroepen, een stichting die onder andere slachtoffers en nabestaanden van geweld rondom voetbal bijstaat. Voorzitter is Sepp Blatter. Sinds 2001 wordt in Leipzig een toernooi gehouden om de Daniel Nivel Cup.

Daniel Nivel met zijn vrouw Lorette tijdens het proces tegen de voetbalsupporters

Daniel Nivel met zijn vrouw Lorette tijdens het proces tegen de voetbalsupporters

%d bloggers liken dit: