Tag Archives: Leiden

Golfer Gerben Karstens wil vooral eerlijk spelen

8 jun

Hij is op zijn fiets naar de golfbaan in Rijen gereden, op een kilometer van zijn huis. Vier ‘stokjes’ heeft hij nog kunnen vinden. Zijn echte golfset staat in de locker in Oosterhout, waar hij lid is. Hier op Brabant Golf, de golfbaan van zes holes, is eigenlijk zijn thuis. Want de grond is van hem, verhuurd aan de golfclub. Dit is dus eigenlijk zijn baan. ,,De enige en oudste zesholes-baan van Nederland’’, zo begint hij met zijn typische humor.

GerbenKarstens_19hr

Foto Anneke Hymmen

Gerben Karstens, van halverwege de jaren zestig tot 1980 een van ’s werelds beste wielrenners, praat honderduit als we omringd door bestuursleden in het clubhuis zijn sportieve leven doornemen. Schaatsen, waarmee hij tot de nationale kernploeg doordrong (in de tijd van Henk van der Grift en Rudie Liebrechts), en met Ard Schenk en Kees Verkerk wedstrijden uitvocht op natuurijs. Wielrennen, waarmee hij in klassiekers en etappekoersen successen behaalde. Zeezeilen, in ruim 35 jaar 75.000 zeemijlen over vrijwel alle zeeën en oceanen. Veldtoertochten, op zondagmorgen tussen de 45 en 50 kilometer, al 25 jaar, het afgelopen halfjaar 24 – een record! En sinds 25 jaar golfen, af en toe, als hij tijd heeft. ,,Golfen is voor mij gewoon een spelletje, geen wedstrijdsport’’, verduidelijkt ‘De Karst’.

Maar dat betekent niet dat hij een ‘spelletje’ golf niet serieus neemt. ,,Ik ben een ouwehoer, maar ik kan goed tellen, ook de slagen van een ander. Het is fijn om te zien dat anderen eerlijk spelen. En dan heb je nog eerlijke spelers, maar die kunnen niet tellen. Dat doe ik wel voor ze.’’

Zo blijkt later, als we met z’n drieën de baan ingaan. Karstens verontschuldigt zich voor zijn ‘mislukte’ slagen omdat hij ,,die stok niet gewend is”, maar hij houdt goed de tel bij. ,,Vroeger legden we die bal meteen op de green. Ach ja, vroeger.’’ Hij geniet niettemin, praat graag en vertelt tussen de slagen door anekdotes. Soms over golf, soms over wielrennen (vooral over zijn ploegleiders Kees Pellenaars en Peter Post), maar vooral over zeezeilen. Soms kijkt hij uit over de baan, zijn grond die hij na zijn wielercarrière kocht als belegging. Hij begon er een boomkwekerij. Zijn plan om er een agrarisch bedrijf met opstallen op te beginnen liep vast op vergunningsregels. Toen is hij er maar een golfbaan begonnen, hoewel hij zelf het golfen nog niet vaardig was.

Karstens nu 74 jaar, is nog altijd op zoek naar avontuur. Onlangs werd hij geconfronteerd met fysiek ongemak, maar dat weerhoudt hem er niet van opnieuw aan een zeiltocht te beginnen. Op het moment van het verschijnen van dit verhaal, vaart Karstens met een vriend ergens tussen Turkije en Gibraltar. Twee maanden blijft hij weg. Misschien heeft hij een golfsetje mee en huurt hij onderweg een fiets. Want je weet maar nooit. Dicht bij een haven kan een golfbaan zijn. ,,Als je zoals ik heb gedaan, zes maanden op zee ben, dan wil je weleens wat afwisseling. Daarom heb ik weleens gegolfd en ben ik gaan fietsen.’’

Door een Ierse vriend kwam hij met golf in aanraking. De Ier dacht dat het wel wat voor Karstens was. Gewoon een keertje naar de driving range kan het vuurtje doen ontbranden. ,,We gingen naar Gran Canaria, hij golfen, ik meelopen. De tweede dag heb ik het ook geprobeerd. Ik sloeg meteen drie pars, echt waar. Mijn vriend vroeg: ‘Ga je nu golfen?’ Nee, toch maar niet, gewoon niet spannend genoeg.’’

Toch wilde hij het leren. Rond 1990. ,,Ik kreeg les van een man hier op Brabant Golf. Nee, niet van een echte pro. En dat ging goed. Hoewel ik geen aanleg heb. Het is leuk zo. In 1992 haalde ik mijn GVB. Vraag me niet naar mijn handicap. Ik was wel wereldkampioen putten. Er zijn mensen die zo gedreven zijn en hun handicap fanatiek omlaag proberen te krijgen. En dan zie je dat ze oneerlijk spelen, een balletje even met de voet beter leggen en zo. Ik wil wel goed spelen, eerlijk vooral. Maar als het niet gaat, dan gaat het niet. Zo was het ook bij wielrennen. Als je je dag niet hebt, dan heb je je dag niet. Met wielrennen kun je nog vechten, demarreren, hopen dat het dan gaat, iets afdwingen. Ja, soms door oneerlijk gedrag. Maar dat is wielrennen. Daar schiet je met golfen niks mee op. Rustig blijven en zien of het goedkomt.’’

Wielrennen en schaatsen zijn toch heel anders. ,,Daarbij komt het op uithoudingsvermogen aan. Gaan tot je niet meer kunt. Als je toch een vergelijking met golf wilt maken: ik heb inzicht. Vroeger als het gevroren had, zag ik meteen of het ijs goed was. Als wielrenner zag ik wanneer je moest demarreren, weg zijn en niet meer moest omkijken, erin geloven. Of weten wanneer je de sprint moet beginnen. Weten op wie z’n wiel je moet zitten. Dan koos ik het wiel van de snelste sprinter, Patrick Sercu bijvoorbeeld, en dan erover heen. Noem het koersinzicht, vergelijkbaar met coursemanagement met golf, weten hoe de baan loopt, afstanden inschatten en weten waar en hoe je moet slaan.’’

Afzien, dat heeft Gerben Karstens altijd graag gedaan. Als schaatser en wielrenner. En als zeezeiler. Die keer in 2001 dat hij in z’n eentje door de Golf van Biskaje voer, 58 uur alleen in vreselijke stormen en door enorme golven. Jaren later had hij even geen zin meer in zeilen, oud, altijd van huis, ver van zijn vrouw, zoon en kleinkinderen. ,,En al die verhalen, over piraten, verdwenen zeilboten, eigenlijk niet leuk meer. Maar ja, de mooie herinneringen blijven. Aan die keren dat hij haaien zag, walvissen en dolfijnen, ver weg in het Verre Oosten. Soms is het rustig, soms te rustig. Maar je weet nooit wat er gebeurt. Je moet altijd alert zijn.’’

GerbenKarstens_09hr

Foto Anneke Hymmen

Als we in de baan van Brabant Golf zijn, kijkt Gerben Karstens alvorens hij de gewenste stok van het gras opraapt naar boven. Naar de dreigende lucht, waaruit straks vast en zeker een buitje zal vallen. ,,Buiten zijn is zo heerlijk. Vroeger schaatsen in de vrieskou op de Kagerplassen. Wielrennen in de regen. Zeilen als het stormt, dan weer in de felle zon. Fietsen door het veld, door modder en gras. Golfen in de natuur.’’

Gerben Karstens is een pratende golfer, een gezellige golfer. Alsof hij op elke slag commentaar moet leveren. ,,Stoor je er niet aan. Het is toch gewoon een spelletje?’’ Eenmaal op de green, schuift hij de bal zomaar in de hole. ,,Ja, dat kan ik goed. Ik was toch wereldkampioen putten!’’
—————————————————————————————————
GERBEN KARSTENS (Voorburg, 1942) is een oud-wielrenner. Als amateur won hij samen met Eef Dolman, Jan Pieterse en Bart Zoet de gouden medaille op de Olympische Spelen van 1964 in Tokio op de 100 kilometer ploegentijdrit. Hij werd in 1965 prof bij Televizier en reed achtereenvolgens voor Peugeot in Frankrijk, Goudsmit-Hoff, Rokado, Bic en Gitane in Frankrijk, TI-Raleigh en de Vleeschmeesters. In de Tour de France van 1974 droeg hij twee dagen de gele trui. Hij won zes etappes in de Tour de France, 14 etappes in de Ronde van Spanje, één etappe in de Ronde van Italië en etappes in onder meer de Dauphiné Libéré, Ronde van Zwitserland, Ronde van België en Ronde van Nederland. Hij won Parijs-Tours twee keer (in 1974 gedeclasseerd) werd tweede in Milaan-Sanremo, de Amstel Goldrace en de Ronde van Lombardije (in 1969 gediskwalificeerd), en zesde in de Ronde van Vlaanderen. In 1980 stopte hij als wielrenner, ging zeezeilen en begin jaren negentig golfen. In de jaren zestig maakte Karstens deel uit van de nationale schaatsploeg. Een van zijn bijnamen was ‘de Leidse notariszoon’. Zijn vader en zijn broer waren notaris in Leiden.

Dit interview is gepubliceerd in GolfersMagazine 4 in de serie Mijn nieuwe sport

Waterpoloër Marc van Belkum golft nu en hoe!

9 okt
Foto: Janus van den Eijnden

Foto: Janus van den Eijnden

Twintig jaar geleden heeft hij zijn zwembroek verbrand. Het water krijg je de meervoudige waterpolo-international écht nooit meer in. ‘Als ik een zwembad binnenkom word ik al misselijk van de chloorlucht.’

Marc van Belkum trekt er in de bestuurskamer van de knusse Oegstgeester Golfclub een vies gezicht bij. Wat wil je ook als je tussen je tiende en 28ste tien tot elf keer in de week trainde, hier in het zwembad of ervoor naar Papendal heen en terug naar Oegstgeest moest? Hij is er helemaal klaar mee.

Maar hij is en blijft een fanatieke sporter. Met dezelfde overgave golft Van Belkum sinds een jaar of vijftien. Alles wat er in zit, eruit halen. Dat heeft hij met zwemmen en waterpolo gedaan, dat doet hij nu met golf. Op z’n minst twee keer in de week een rondje op zijn thuisbaan in Oegstgeest, competitie met het ANWB-team en zeker op 35 grote banen per jaar. ‘Golf is, hoe zeg je dat? Een virus, ja.’

Hij vertelt over zijn kennismaking met golf, 15 jaar geleden. Tijdens een weekje in Vaals wilde hij weleens naar een golfclinic in de buurt. ‘Ik vond het maar niks, dat golf, met die kakkers in hun ruitbroek. Maar nadat ik twee à drie ballen geslagen had, was ik verkocht. Echt hélemaal verkocht. Ik heb de clinic ook afgemaakt. Ik vond het zo lekker om iets nieuws te leren. Toen ik thuis kwam heb ik meteen een golf-setje geleend en ben ik naar een driving range gegaan. En daar ben ik eigenlijk nooit meer weggeweest. Alles wat erin zit, eruit halen. Alweer, ja. Zo ben ik.’

Na een paar maanden zelf ‘klootviolen’, besloot hij les te nemen. Binnen drie maanden had hij zijn GVB gehaald. ‘Ik merkte dat ik balgevoel had, aanleg voor golf zeker. Ik weet wat een bal doet of het nu grote waterpolobal is of een golfbal is. Maar ik sloeg veel te hard, mijn swingsnelheid was veel te hoog. Het heeft wel een paar jaar geduurd voordat ik de kracht uit mijn slagen kreeg. In het begin deed ik nog geen 2 à 3 maanden met mijn handschoen, dan was hij al versleten. Nu kan ik er twee jaar mee doen. Ik knijp steeds minder hard. En je wordt ouder, misschien ga je daarom rustiger slaan.’

Marc van Belkum geeft toe dat hij het in waterpolo van zijn inzet moest hebben. ‘Ik moest hard trainen, en blijven trainen. Dat wilde ik ook, ik wilde de top halen. En die heb ik gehaald, tot aan de Olympische Spelen in 1992 in Barcelona. Datzelfde heb ik nu met golf. Ik zit nu op handicap 7, maar dat moet wel 4 of 5 worden. Dus veel tijd en energie erin steken. Als ik niet regelmatig oefen, gaat mijn handicap omhoog. Ik merk het meteen als ik een tijdje minder speel en oefen. Ik woon hier vlak bij de baan. Dus als ik even tijd heb, ga ik wat chippen en putten. Je vergeet ook meteen alle sores, je bent alleen met jezelf en dat spel bezig.’

Zoveel lange jaren speelde hij waterpolo in Leiden, Italië en Oegstgeest. Zoveel jaren maakte hij deel uit van een team, was hij afhankelijk van anderen. Uiteindelijk was hij er klaar mee, met het afhankelijk zijn van je medespelers – en andersom. ‘Je geeft elkaar de schuld, scheldt elkaar uit als het niet loopt. Dat hoort er ook bij, weet ik. Niks mis mee, maar dit is anders. Je kijkt bij elke slag in de spiegel.’

Maar hij golft toch wel in competitieverband. Dat is toch heel anders. ‘Toen ik in een lager team waterpolo speelde, kwamen er bij een uitwedstrijd zes of zeven spelers opdagen, had je soms te weinig mensen. En bij een thuiswedsrijd zestien. En dan kon niet iedereen spelen. Daar werd ik gek van. Nu heb ik eigenlijk alleen met mezelf te maken. En je speelt toch altijd tegen je zelf. De baan is je grootste tegenstander. En die zegt niks terug, dat is ook zo erg. Een tegenstander die zwijgt en je als het ware uitlacht als je een slechte bal hebt gespeeld.’

Leuk vindt Marc het als hij met vreemden (via internet) heeft afgesproken. ‘Je geeft die mensen een hand, kijkt elkaar aan, je slaat, je kijkt in het begin even wat ze kunnen en daarna ben je alles vergeten. Na een paar holes loop je zomaar met een paar vreemden te ouwehoeren. Ik heb zolang ik golf nog niet met een flight gespeeld die niet leuk was.’

Er zijn veel golfers die nerveus zijn als ze een bal moeten slaan. Is mijn grip goed, mijn stand, mijn hoofd? Heb ik de goede stok? Marc van Belkum kan zich dat heus wel voorstellen. ‘Ik ben niet nerveus. Ik weet wat ik moet doen, hoe ik het moet doen. Ik heb alleen wedstrijdspanning. Daar heb ik jaren ervaring mee. Dat vind ik juist lekker. Doen wat je moet doen en dan zien wat er gebeurt. Vertrouwen hebben in wat je doet en waar je mee bezig bent. Soms gaat het goed, soms niet. Lekkere spanning dus.’
—————————————————————————————————-
MARC VAN BELKUM (Leiden, 27 januari 1965) is een voormalige waterpolospeler. Hij komt uit een waterpolo-familie. Zijn broer Stan en zijn nichtje Iefke speelden ook met veel succes en triomfen waterpolo. Alle drie namen deel aan de Olympische Spelen. Marc in 1992 in Barcelona. Hij begon zijn carrière bij De Zijl-LGB uit Leiden. Daarnaast kwam hij uit voor Nereus Zaandam en Vivax Oegstgeest. Hij speelde ook één jaar in Italië, bij Camogli uit Genua. Marc van Belkum speelde 254 interlands.

Dit interview is gepubliceerd in GolfersMagazine 8 in de serie ‘Mijn nieuwe sport’. Eerder verschenen in deze serie Femke Dekker (ex-roeister), Robert Eenhoorn (ex-honkballer), Kristie Boogert (ex-tennisster), Kenneth Perez (ex-voetballer), Gijs van Lennep (ex-autocoureur), Barry Hughes (ex-voetbalcoach) en Erik Breukink (ex-wielrenner)