Tag Archives: IAAF

Doping, nationalisme, begeerte én de macht van geld

27 nov

Het heeft er alle schijn van dat de strijd tegen doping verhardt. Er lijkt voor sporters die ‘verboden middelen’ gebruiken geen ontkomen meer aan. De overkoepelende instantie, het Internationaal Olympisch Comité IOC, heeft zich met de steun van het Wereld Anti-Doping Agentschap WADA, voorgenomen hardere methoden aan te wenden ten einde de sport te zuiveren.

Of ze de strijd zal winnen, is zeer de vraag. Doping is van alle tijden, net als de begeerte om goud en eeuwige glorie te bereiken. Altijd zullen mensen, mogelijk aangestuurd door bonden en landen, op zoek zijn naar het hoogste doel. Wie niet wint, is geen held en zal geen plaats krijgen in de Hall of Fame.

Tekening Wren McDonald (NYTimes)

Tekening Wren McDonald (NY Times)

Na de ogenschijnlijke overmeestering van de rottende wielersport, met als grootste vangst zevenvoudig winnaar van de Tour de France Lance Armstrong, volgde de atletiek. Na doortastend onderzoek door de Duitse televisiezender ARD is gebleken dat het Russische ministerie van Sport en de geheime dienst gebruik van doping heeft gestimuleerd. Journalist Hajo Seppelt kreeg tijdens zijn speurtocht medewerking van een oud-werknemer van de Russische dopingautoriteit en diens vrouw, een oud-atlete. Zij meldden zich in 2013 weliswaar bij WADA, maar meenden na een gesprek geen gehoor te vinden bij de functionarissen van het dopingagentschap en klopten daarom vervolgens via een informant aan bij Seppelt en zijn dopingredactie die eerder met succes doping in de Duitse wielersport hielp blootleggen.

hajo-seppelt_ptg2015_soendergaard_500x320

Hajo Seppelt tijdens Play the Game (Foto Thomas Sondergaard)

Het mag geen verbazing wekken als binnenkort meer atleten worden beschuldigd. Verdachtmakingen zijn van alle dag, zeker waar het grensoverschrijdende prestaties betreft. Los daarvan kan politiek een belangrijke rol spelen. Nationalistische motieven om in de sportwereld aanzien te verwerven kennen we nog uit de tijd van de Koude Oorlog en zijn langzaam maar zeker en duidelijk waarneembaar overgenomen door kleinere landen. Wie scoort in de sport telt mee in de grote wereld. Ook Nederland loopt onmiskenbaar mee in deze optocht van hongerigen: winnen – daar gaat het om; medailles – zoveel mogelijk. Meer evenementen ook, in de veronderstelling daarmee het aanzien van het land te kunnen verhogen. Een beetje van wat Rusland (of eerder de DDR, China en de VS) wordt verweten.

Thomas Bach

IOC-voorzitter Thomas Bach

In dat licht moet ook het plan van IOC-voorzitter Thomas Bach worden gezien. De Duitser zei medio oktober dat het IOC in de toekomst dopingcontroles onafhankelijk van sportbonden (en landen) wil laten uitvoeren. Alsof toen al duidelijk was dat het laboratorium van Moskou zich niet aan de regels hield. Opmerkelijk genoeg werd dat idee van Bach in geen enkele krant serieus genomen – hooguit een berichtje van tien regels onderin de sportpagina. Nu de beerput is opengegaan haasten media zich de opgelaaide antidopingstrijd in pagina vullende grote letters te publiceren.

Herman Ram, directeur van de Nederlandse Dopingautoriteit, refereerde eraan tijdens zijn betoog op het congres Play the Game, vorige maand in Aarhus (Denemarken). Het congres dat is bedoeld om kritische journalistiek en onderzoek naar fraude in sport een podium te geven.

Ram noemde het bericht van Bach zelfs revolutionair. ‘Voor sporters dreigender. Mogelijk zal dat de strijd tegen doping nog verder vooruit helpen. Het beeld bestaat nu dat de antidopinggemeenschap een monster is. Maar er werken nog geen 2.500 man. Dat is piepklein in de grote sportwereld.’ Hij gaf aan dat naar schatting 1.750 ‘intentional’ (moedwillige) sporters worden betrapt. Slechts 1% van de controles die worden uitgevoerd. Bij 750 sporters werden vorig jaar verdachte bloed- en urinewaarden waargenomen. Het bewijs dat ze doping gebruikten was niet te leveren. En dan waren er nog de sporen her en der van cannabis of voedingssupplementen die niet als stimulerend middel worden ervaren.

Ram: ‘Wist u dat nu al voor in totaal 300 miljoen dollar aan controles wordt uitgegeven? Ter vergelijking: Lance Armstrong vergaarde in zijn carrière 150 miljoen dollar. Laten we dus in vredesnaam niet doen alsof antidoping een groot, machtig, overgefinancierd orgaan is, dat overal zijn tentakels heeft. We zijn een piepkleine niche binnen een sportwereld waarin miljarden omgaan.’

Wat te doen tegen zoveel onsportiviteit, zoveel fraude, zoveel begeerte om ten koste van alles de beste te zijn? Ram verweerde zich tegen de criticasters die menen dat zijn bureau en WADA te weinig doen, te weinig succes behalen. WADA wordt een tandeloze organisatie genoemd. Hypocriet zelfs. Tja.

Om duidelijk te maken hoe ingewikkeld de strijd is, refereerde Ram aan het onderzoek van de Nederlandse Doping Autoriteit, naar aanleiding van doping bij de Nederlandse wielerploeg Rabo. Daaruit bleek dat er drie groepen waren: 1.renners die geen zin meer hadden in paranoïa; 2.renners die middelen gebruikten die niet op te sporen zijn en 3.renners die zeiden: ‘ik zal altijd gebruiken als ik daar voordeel bij denk te hebben’. Dat type zal dus blijven zoeken naar mogelijkheden en beschikbaarheid, ook als dat meer risico’s of andere nadelen met zich meebrengt.

Michael Rasmussen

Ex-wielrenner Michael Rasmussen

In Aarhus luisterde ex-Raborenner Michael Rasmussen (hij werd in 2007 uit de Tour de France gezet) in de zaal onverstoorbaar mee. De Deen had eerder tijdens het congres luid en duidelijk gezegd dat hij te allen tijde weer doping (epo, bloedtransfusies, groeihormonen) zou gebruiken als hij opnieuw ging wielrennen. Groep 3 dus.

Dat is het beeld wat Ram en andere dopingbestrijders voor zich zien. Maling aan de spelregels! Onverschilligheid in combinatie met ongeneerde begeerte naar het veronderstelde ultieme geluk. Of het nu individuelen zijn die bij hun honger naar triomf, aandacht en geld alle regels negeren of bonden en naties (overheden en gezagsdragers) die in hun begeerte naar imago en macht manipuleren. Het is eenvoudigweg vals spel. Begrijpelijk is dat arme kinderen en in getto’s verpieterende jongens en meisjes alles in het werk willen stellen om materiële rijkdom te verwerven, zoals hun helden dat (met of zonder doping en fraude) doen. Hoe vertel je kinderen dat doping (of omkoping) niet eerlijk is? Het gaat toch om winnen? Maar…

De Canadese jurist Dick Pound (IOC-lid, oprichter en oud-directeur van WADA) waarschuwde in Aarhus dat topsport steeds meer in handen komt van criminelen. ‘Het probleem rond doping is groter dan mensen weten, zelfs vrezen. We hebben het over vals spelen in de sport, waar het om sportiviteit en integriteit gaat. Er gaat steeds meer geld om in sport, het prijzengeld schiet omhoog, de salarissen en premies stijgen, er is groei van criminalisering, van handelaren die rijk willen worden van de sport.’

En hij wees naar de journalisten: ‘Er is werk te doen, sport is van iedereen, maar die mag niet in handen vallen van handelsgeesten, criminelen en machtswellustelingen zoals politici.’ Om na afloop de Duitse journalist Hajo Seppelt als een welkome bondgenoot in zijn armen te sluiten.

Pound, Ram en vele anderen op Play the Game zagen opnieuw in dat de sport de verkeerde kant op gaat. Vandaar ook sinds eind jaren negentig het Deense initiatief voor dit congres. Eerst waren het wielrenners, nu zijn het atleten, straks golfers, zwemmers, schaatsers, basketballers, honkballers, boksers en zeker voetballers (overvloedig, dus ook schadelijk gebruik van pijnstillers) die de grenzen (afspraken) van sportiviteit hebben overschreden.

Hoe verder?

WADA kan de strijd niet (alleen) aan. Het agentschap wil hulp, niet alleen van doortastende journalisten, onderzoekers en wetenschappers, maar ook van de sportbonden en van de politiek. De jacht gaat voort, zeker als het aan de instanties ligt die integriteit en sportiviteit willen bevorderen. Eerlijkheid en transparantie kunnen veel bijdragen. Een beetje minder begeerte naar titels en medailles ook. Maar hoe krijg je dat voor elkaar zolang mensen, naties, politieke systemen en machthebbers elkaar blijven bestrijden?

Usain Bolt

Hardloper Usain Bolt

Meer geld zou een oplossing kunnen zijn om de strijd tegen doping met meer optimisme te kunnen voortzetten. Maar de overkoepelende sportorganisaties IOC, FIFA, UEFA, IAAF, FINA en kleinere bonden blijven onverstoorbaar steeds winstgevender contracten afsluiten met grote sponsoren, multinationals en televisiemaatschappijen. Hardloper Usain Bolt verdient bijvoorbeeld bijna 20 miljoen(!) dollar per jaar. Sponsoren investeren liever in sporters en sportorganisaties dan in bestrijding van het kwaad. De wortel van alle kwaad is geldzucht, wordt wel gezegd. Mogelijk dat het kwaad ook kan worden uitgeroeid door geld. Wat WADA en andere antidoping-instanties ook ondernemen, zonder meer geld en meer bevoegdheden zijn ze kansloos. Tandeloos.

Dit artikel is gepubliceerd in NLcoach 5, december 2015

Sportjournalisten zitten het liefst in het stadion, toch?

15 nov

Sportjournalisten waren drie weken geleden op het congres Play the Game in Aarhus dun gezaaid. Althans de journalisten die een werkgever (krant, week- of maandblad, radio en televisie) vertegenwoordigen. Juist op de plek waar vier dagen en avonden lang de sportwereld met al zijn intriges, corruptie en vals spelende bestuurders en beoefenaren onder de loep werd genomen door onderzoekers, wetenschappers en onafhankelijke onderzoeksjournalisten zou je naar diepere achtergronden zoekende sportschrijvers verwachten.

In het Deense congrescentrum heerste niet de sfeer van een stadion vol duizenden hartstochtelijke supporters. Er was geen finish, er was geen scorebord en er waren geen spelers en trainers die zwetend en hijgend hun emoties de vrije loop lieten. Zou dat de reden van hun afwezigheid zijn geweest?

Er werd gediscussieerd en er werden inzichten uitgewisseld over de dreigende ondergang en de verdwazing van sport. Hoe overkoepelende organisaties, zoals de mondiale voetbalfederatie FIFA maar ook andere sportbonden, worden geleid door mensen die de grenzen van ethiek hebben overschreden. Hoe wedstrijden en toernooien via spelers, scheidsrechters en bestuurders worden gemanipuleerd door gokbedrijven. Hoe doping en geld de afspraken over sportiviteit negatief beïnvloeden.

Maar ook was er aandacht voor het niveau van sportjournalistiek in de wereld. Er werd gediscussieerd over de houdbaarheid van sportjournalistiek. Juist, nu het imago van grote sportfederaties als FIFA, UEFA, IOC, IAAF, maar ook van kleinere federaties zienderogen afbladdert (met juridische processen tot gevolg), zouden de krachten van de sportjournalistengemeenschap gebundeld moeten worden om een en ander tot klaarheid te brengen, zo niet op te lossen. Er was weinig belangstelling. De sportjournalisten zitten kennelijk liever op de perstribune van een of andere arena elders in de wereld en houden de score bij. Terwijl intussen de liefhebber aan de televisie zit en hetzelfde ziet en kan beoordelen.

Journalistenforum: vlnr onafhankelijk journalist Jens Weinreich (Duitsland), journalist Umaid Wasim (Pakistaans dagblad Dawn), onafhankelijk journalist Laura Robinson en Lars Werge (voorzitter Deense sportjournalistenbond). Foto: Thomas Søndergaard

Het journalistenforum op Play the Game: vlnr onafhankelijk journalist Jens Weinreich (Duitsland), journalist Umaid Wasim (Pakistaanse dagblad Dawn), onafhankelijk journalist Laura Robinson en Lars Werge (voorzitter Deense sportjournalistenbond). Foto: Thomas Søndergaard

De grote meerderheid van de sportjournalisten in Aarhus was zelfstandig en onafhankelijk, niet afhankelijk van wat hun hoofdredactie wil. Journalisten die op eigen initiatief en eigen kosten onderzoek doen. Bekende fenomenen zijn de Duitser Jens Weinreich en de Brit Andrew Jennings. Beiden zijn, vooral door hun onafhankelijke status, hoofdverantwoordelijk voor het blootleggen van de corruptiepraktijken binnen IOC en FIFA. Verder zijn de Canadese journalisten Declan Hill (matchfixing), Laura Robinson (seksuele intimidatie en machtswellust van bestuurders) en de Duitser Hajo Seppelt (doping in Russische atletiek) journalisten die geheel op eigen initiatief en vaak op eigen kosten de misstanden in de sportwereld aantonen en zich kwetsbaar opstellen. En zo zijn er (gelukkig) meer.

Ze krijgen in hun drang naar onderzoek en onthulling steeds meer navolging, vooral in Duitsland, Engeland, Noord- en Zuid-Amerika en de Scandinavische landen. En langzaam ook in Nederland. Ook bij de traditionele media. Bij sommige media dringt het besef door dat er meer aandacht gevraagd wordt voor de achtergronden van de sport, met name de negatieve achtergronden. Niet alleen het scorebord, maar ook wat zich achter het scorebord afspeelt – welke invloeden spelen een doorslaggevende rol.

Foto: Thomas Søndergaard/Play the Game.

Foto: Thomas Søndergaard/Play the Game.

Henrik Brandt is tegenwoordig directielid van Play the Game. Hij was eens sportverslaggever van Jyllands Posten, een Deense krant. Tien jaar geleden gaf hij op Play the Game een lezing over wat de redactie van zijn krant over sport zou schrijven. Niet alleen ‘scorebordjournalistiek’, niet alleen wedstrijdverslagen over voetbal en handbal. Juist meer achtergrond, meer over waarom sport er toe doet, waarom mensen naar voetbal kijken, wat bestuurders doen en waarom, over breedtesport. Waarom doen mensen aan sport? ,,Zodat ook de vrouw van de voetballiefhebber in sport geïnteresseerd raakt”, vermoedde Brandt. ,,Ik kreeg een paar redacteuren mee, de rest wilde alleen naar het stadion voor de wedstrijd. Het project is mislukt. De hoofdredactie die aanvankelijk wel iets in ons plan zag, koos toch voor de wedstrijdverslagen en interviews met sporters. Nu sla ik de sportpagina’s over. Ik ben blij dat ik er geen deel meer van uitmaak. Daarom ben ik nu bij Play the Game. Kranten gaan voor populisme en commercie. Ik sta nog steeds achter mijn plan, om meer over achtergronden te schrijven. Vandaar dit congres. Maar het is een zware strijd.”

Laura Robinson, onafhankelijk sportjournalist en oud-wielrenster, deed jarenlang onderzoek naar de praktijken van de organisator van de Winterspelen van Vancouver (2010), John Furlong. Hij mishandelde als leraar kinderen van Indiaanse (First Nations) afkomst, hij loog over zijn verleden als sporter. Ze publiceerde verhalen in Canadese kranten, maar Furlong vocht terug. Robinson had geen geld om het proces tegen haar te winnen. Twee jaar geleden werd ze vlak voor haar presentatie op Play the Game geïntimideerd door een brief van Furlongs juristen. Play the Game liet Robinson toch haar lezing geven. Ze kreeg steun van de Deense organisatie, zoals iedere journalist die met soortgelijke onderzoekjournalistiek komt. Jens Sejer Andersen, de directeur, geeft onderzoeksjournalistiek de ruimte.

Robinson gaat door, met beperkte middelen. ,,Sport gaat niet alleen over de mensen op het podium, maar juist over de mensen die niet op het podium staan. Niet het verhaal op persconferenties, voor of na een wedstrijd. Maar het verhaal daar achter”, aldus de oud-wielrenster. Ze kreeg tijdens de discussie bijval van een Engelse journalist: ,,Sportjournalisten werken vanuit het idee dat ze onderdeel zijn van de sport, het team en de spelers. Ze vergeten dat ze buitenstaander moeten zijn en gewoon van afstand verslag moeten doen.”

En zo schoven de meningen over de ware vorm van sportjournalistiek langs elkaar. Fascinerend om te horen hoe verslaggeving over sport zich ontwikkelt. Een Deense sportjournalist meende: “Sportjournalisten kunnen niet schrijven. Ze schrijven voor mensen die niet kunnen lezen.” Die arrogantie gaat mogelijk te ver.

Het geeft wel aan hoe de sportjournalistiek in een spagaat is beland. Hoe sport te benaderen? Hoe erover te schrijven? Is er wel beleid in zake sportjournalistiek? Hebben hoofdredacties wel door dat er meer is dan scorebordjournalistiek, beïnvloed door commercie? Tijden veranderen. Sport is meer dan de belangrijkste zaak van het leven geworden. Hoe je het ook wendt of keert. Op het Deense congres lagen de verklaringen om over na te denken. De journalistiek kan veel onthullen, meent Laura Robinson, maar het merendeel is of niet geïnteresseerd of krijgt niet de gelegenheid (en het geld) van de hoofdredactie om zijn werk te doen. ,,Nu doen wij, onafhankelijke journalisten het werk. Wij hebben de tijd, maar wij hebben geen geld. Dat is onze strijd. Vaak ondankbaar, veel tegenwerking en vijandigheid. Maar wel een strijd die wat oplevert, getuige de onthullingen van de laatste tijd rond doping, match fixing en de FIFA. Dat is allemaal begonnen bij de journalistiek.”

De vraag: waar ligt de grens tussen amusementsjournalistiek en onderzoeksjournalistiek? Recensies of achtergronden. Wat willen de lezers? In Aarhus werd die vraag gesteld. Een congres over de waarde van sportjournalistiek als inspiratiebron. Play the Game gaat door, elke twee jaar. Niet alleen in Denemarken, maar hopelijk ook in andere landen waar sport en dus sportjournalistiek wordt bedreven. Als de sportjournalisten niet naar Play the Game komt, dan komt Play the Game wel naar de sportjournalisten.

Dit aan de datum aangepaste artikel werd eerder gepubliceerd op de website http://www.sportenstrategie.nl

%d bloggers liken dit: