Roeien was sinds haar dertiende haar passie. En met veel succes, getuige de triomfen, titels en medailles die ze in achttien jaar behaalde. Dat was vooral te danken aan haar doorzettingsvermogen, strijdlust, tegenslagen overwinnen en vooral haar onstuitbare wil om te winnen. Waarom, zeiden mensen. ,,Nou gewoon, omdat ik moet winnen.’’
Toen ging Femke Dekker golfen, anderhalf jaar geleden. Kort nadat ze met toproeien was gestopt. Dat zou ze wel even doen. Hoewel ze ,,geen enkel balgevoel’’ had, meende zij (en zeker haar vrienden) dat ervaring als topsporter toereikend was om ook een goede golfspeler te worden. Gewoon snel leren, doen, vechten en winnen. Gewoon dat vlammetje in haar voeden en het komt goed. En: ,,Als mensen zeggen ‘Het kan niet’, dan zeg ik ‘het kan wél’.’’
Niet dus. Dat voelde ze meteen bij haar eerste ‘balcontact’. ,,Ik werd zo hard geconfronteerd met mezelf. Er was niet zoals met roeien een tegenstander. De tegenstander ben jezelf. Hoe meer ik wilde, hoe slechter ik sloeg. Ik stond dus weer op nul. Ik had mijn hele leven, zeker in het roeien, gedacht: ik moet winnen en dat had vaak resultaat.’’
Ze werd bevangen door golf tijdens een proeflesje op golfcentrum Amsteldijk. Golf had haar te pakken. Ze ging op zoek naar een gelegenheid waar ze in één dag haar GVB kon halen en vond die in juni 2013 in Swifterbant. De praktijk-examinator zei na afloop nog: ,,Je pakt het snel op.’’ Een nieuwe passie was geboren. Ze werd uitgenodigd voor een open dag op de Old Course in Amsterdam, werd er meteen lid en besloot hard (alweer hard) te gaan trainen. Nauwlettend gevolgd door golfpro Gary Davidson.
De volgende valkuil doemde op: ,,Heb ik achttien jaar met succes aan topsport gedaan, kan ik niet eens golfen. Ik voelde ook dat anderen, met wie ik de baan inging, hetzelfde dachten. Ik liep met senioren, soms mensen van bijna tachtig, en zag ze gewoon slaan, zonder moeite, en beter spelen dan ik. Ik stond onder grote druk. Ze noemden mij een duikboot. Dat vond ik gemeen. Omdat ik als topsporter een voordeel heb en daardoor vanzelf een goede golfer ben. Na een misslag wilde ik me achter een boom verschuilen. Toen ben ik kaarten gaan lopen, als bewijs. Zien jullie nu dat ik écht nog niet zo goed ben?’’
En Femmy maar rammen, vertrouwend op haar fysieke en mentale kracht die bij het roeien zoveel resultaat opleverde. ,,Mijn voordeel is dat ik lang ben en kracht heb ontwikkeld. Die kracht zat me in de weg. Ik stond op de tee-box en wilde zo snel mogelijk naar de green. Ik moest, ik had geen moment rust en geduld in mijn spel. Mijn hoofd vulde zich met vuur, met agressie. Gary zei steeds: ‘Just throw a disk’. Ik was te fanatiek en te rusteloos. Boeken als The Inner Game of Golf van Timothy Gallwey, aanbevolen door Gary Davidson, verslond ik. En dat hielp.’’
Toch beschikte ze over een talent dat haar als beginnend golfer hielp, zo ontdekte Davidson. Ze is goed in kopiëren, kijkt en speelt dan na wat ze gezien heeft. Bevlogen besloot ze naar toernooien als de Ladies Open en het KLM Open te gaan. Ze zag Joost Luiten en had met hem willen praten: als twee topsporters met twee totaal verschillende sporten. Hoe doe jij dat nou? Waar haal jij de rust en de mentale kracht vandaan. Maar ze liet het na.
Die mentale kracht die haar bij het roeien succes bracht, bleek anders te werken bij golf. Zo besefte ze, door schade en schande wijzer geworden. ,,In roeien en andere sporten is de wil om te winnen van het grootste belang. Bij golfen gaat het juist om ontspanning. De mindset heeft invloed op je techniek. Ook een valkuil, waar ik telkens in trap. Bij roeien moet je altijd gaan, zo snel mogelijk naar de finish, om de tegenstander te verslaan en zo te winnen.’’
Bij golfen is het heel anders anders. ,,Slag voor slag. Niet omkijken naar wat je bij de vorige slag hebt gedaan. Bij andere sporten moet je juist herstellen wat je net fout hebt gedaan. Bij golfen niet, niet meer aan denken. Ook niet vooruit denken, zoals in andere sporten. Dáár moet ik heen, dán moet ik er staan. Altijd in het nu zijn. Rustig blijven, adem beheersen. Mijn enige rustmoment bij het roeien was muziek luisteren. Om dan er dan weer vol in te gaan.’’
Ze zegt rustiger te zijn geworden door golfen. De scherpe kantjes zijn er vanaf. Ze heeft het verschil tussen spanning en ontspanning ervaren. ,,In topsport is geen ruimte voor twijfel. Emoties vormen een obstakel. Dat wordt het meest zichtbaar in golf. Daar wordt twijfel meteen wordt afgestraft. En je doet het zelf. Jij stuurt zelf dat balletje. Daarom speel ik alleen met ijzers. Met houten clubs ga ik twijfelen. Ik leer zo ontzettend veel. Ik dacht dat ik kon omgaan met tegenslagen. Niet dus. Ik heb vaak op het punt gestaan met stokken te gooien of ze te breken. Ik heb geleerd dingen los te laten. Niet krampachtig vasthouden aan dingen en er in blijven hangen. ’’
Als het gesprek is beëindigd, gaat ze nog een uurtje slaan. Nog gauw zegt ze spijt te hebben dat ze niet eerder is gaan golfen. Dan was ze als roeier rustiger geweest. Niet zo rusteloos. ,,Als ik kinderen had, liet ik ze golfen. Door los te laten leer je het leven kennen. Ik heb leren slenteren. Niet haastig lopen en snel er op af gaan. En het is zo mooi, altijd buiten. En je komt op de mooiste plekjes. Ik hoop dit tot op de laatste dag te doen. Dit is mijn nieuwe huis.’’
—————————————————————————————————-
Femke Dekker (35) beëindigde in 2013 haar (internationale) roeicarrière. Ze won zilver op de Olympische Spelen in 2008 (in de acht). Ze was wereldkampioen junioren in 1996 (dubbel vier), wereldkampioen senioren in 2009 (vier zonder), wereldkampioen in 2010 (vier zonder) en werd vier keer derde op een WK (vier zonder en een keer in de acht). Sinds 2013 is Femke Dekker voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Olympische Deelnemers.
Dit artikel is eerder in de serie ‘Mijn nieuwe sport’ gepubliceerd in GolfersMagazine 2015-nr.1