Voorafgaand aan onze afspraak sta ik naast hem op de wc van een horeca-etablissement. Ik herken hem meteen en begroet de man met de onafscheidelijke pet: Barry Hughes. Voormalig voetbalcoach en praatjesmaker. Een grote mond vol moppen. Zo staat hij te boek. Maar nu zal het gaan over zijn kwetsbaarheid, golf. De Welshman speelt het al vijftig jaar, maar goed heeft hij het nooit kunnen spelen. En dat doet pijn. Steeds meer.
‘Ik dacht: iedere klootzak kan een bal slaan. Waarom ik dan niet?’ Nou, gewoon, omdat hij er het talent niet voor heeft. Het is maar een voorzet die Hughes gemakkelijk kan inkoppen – om in voetbaltermen te spreken. ‘Ja, wel de mentaliteit, maar niet de kwaliteit.’
Hij verwijst naar voetbal. ‘Komt er een bal naar me toe, hoog of laag, maakt niet uit. Ik vang hem op met m’n borst of op m’n voet. Dat doe ik automatisch goed. Maar een golfbal die voor me ligt en weg moet slaan, maakt me gek. Dan ga ik denken, dan ben ik een maler. Dan gaat het in mijn hoofd tekeer. Dan ben ik al mijn vertrouwen kwijt.’
We kennen hem toch? Die man die met de borst vooruit voetballers als Bert van Marwijk en Ruud Gullit ontdekte en hen overtuigde van hun talent. Die met opgeheven hoofd voor tal van microfoons en camera’s de waarheid durfde te vertellen. Die zelfverzekerd voor op z’n minst 200 mensen lezingen gaf over zelfvertrouwen.
‘Ik kwam over als een grootheid’, zo kijkt hij terug. ‘Ik kon moppen vertellen en bracht de sfeer erin. Iedereen luisterde naar mij, als performer en als coach. Iedereen behalve Louis van Gaal dan, als speler, hij begreep mijn grappen niet. Maar ja, Louis is een en al wantrouwen. Ach laat maar, Louis doet het nu toch goed! Ik had altijd macht over de mensen en de situatie. Maar als golfer verdwijnt mijn macht, mijn vertrouwen. Ik weet alles over golf, ik lees elk boek over golf, weet alles van theorie, ik kijk alle golfwedstrijden op televisie. Ik heb voor 80.000 toeschouwers gevoetbald en gecoacht, maar zodra ik in mijn eentje een bal moet slaan is mijn vertrouwen weg.’
Noodgedwongen ging Hughes golfen. Hij voetbalde bij West Bromwich Albion. Zijn trainer Vic Buckingham (later Ajax) wilde dat alle spelers ’s maandags ter ontspanning gingen golfen – een typisch gebruik bij Britse voetbalclubs. Wie niet wilde golfen, diende het materiaal (tassen met de golfclubs) te dragen. Nou, dat wilde Barry niet. Zeker geen caddy. Dan maar golfen. Maar van harte ging het nooit. ‘Ik vond het een smerige sport. Niemand zegt wat als je slecht slaat. En als iemand wat zegt, dan antwoord je met: houd je smoel. It’s makes you crazy, die betweters.’
Jaren later, na een periode als speler bij Blauw-Wit (Amsterdam), merkte hij dat voetbal voor hem een obsessie was geworden. Hij was coach van Haarlem en zag in dat hij dag en nacht met voetbal bezig was. Ten einde raad ging Hughes op advies van zijn vrouw (tv-omroepster Elles Berger) op consult bij zijn huisarts. Ga eens iets doen ter ontspanning, schilderen, vissen of iets anders. Aldus de arts. Hughes ging eerst vissen. Totdat zijn hond de vishaak achterna sprong en later ook nog eens zijn brood, het lokaas, opvrat. Hoezo ontspanning? Dan maar golfen, op maandag, de dag na de wedstrijd, zoals Vic Buckingham hem had proberen bij te brengen.
Het jaar van de openbaring: 1976. Hughes meldde zich op de Kennemer in Zandvoort. De ballotagecommissie vroeg zich nog af of zo’n luidruchtige, bekende Nederlander wel toegelaten moest worden. Maar na samenspraak met de voorzitter wist Hughes dat hij zich als lid in alle bescheidenheid diende op te stellen. Dan kwam het wel goed. ‘Speel om te ontspannen, meneer Hughes. Verder niets. Het was een wijze raad. Ik mocht gewoon mezelf zijn. Niet die voetbalcoach die iedereen kent, waar iedereen op afkomt en die mogelijk anderen in de schaduw zet.’
Elke maandag speelde hij jarenlang met ‘de Chinees Pieter Howe’. (Hughes spreekt het uit als Howie, op z’n Chinees). Toen was er eindelijk plaats voor ontspanning en afleiding. ‘Howe wist niks van voetbal, hij wist niet eens wie ik was. Hij sloeg en ik dacht: man, wat kan die man golfen. Goodmorning Bally, thank you Bally. Ik kwam tot rust, ik dacht niet meer aan voetbal. Ik dacht aan een andere wereld. Golf, fuck, ik moet die bal slaan én goed. Een andere keer kijk je om je heen en zie je de omgeving, de natuur, de vogels en de bomen. Weg voetbal. Ik ben in Schotland geweest, op St. Andrews en op vele andere banen. Daar vind ik nou rust, afleiding en ontspanning. Ver weg van de klote voetbalwereld. Natuurlijk is voetbal mijn sport, maar het zou zo mooi zijn als anderen golf leren waarderen.’
Hij verwijst naar zijn vader, een verwoed golfer. Over hoe gek mensen kunnen doen om een perfect golfer te kunnen zijn. Dat hoofd dat stil moet staan, de blik gericht op de bal blijven houden bij het slaan. ‘Hij had een truc. Hij maakte iets vast aan zijn shirt met een draadje naar een balletje in zijn mond. Dus zodra hij bij het slaan zijn hoofd bewoog, voelde hij het balletje in zijn mond. Au, fuck. Weer mijn hoofd bewogen.’ Barry doet het voor. Het klinkt als een mop. ‘Maar pas op: niet lachen’, priemt hij vermanend zijn wijsvinger op mij. ‘Zo serieus is golf.’
Barry Hughes zoekt naar excuses. ‘Veertig jaar geleden had ik nog handicap 16, maar nu…’ Waarom heeft hij nooit geleerd goed te golfen? Hij zag jonge voetballers met talent. Hij zag zijn dochter en later zijn kleinkinderen een stok pakken en zomaar een bal wegslaan. En goed ook. Hij wordt oud, dus zal het nooit meer goed komen. Hij begint over zijn lijf, ruim 77 jaar oud inmiddels, vanzelfsprekend aan slijtage onderhevig, en over andere afnemende kwaliteiten. De verhalen rijgen zich aaneen, over voorspoed en tegenspoed.
Maar dan: ‘Golf is vooral accepteren wat je kunt en niet meer kunt. Op de golfbaan ben je echt je zelf. Daar ben je niet die grappenmaker, die man die de wereld eens even vertelt hoe het zit. Mijn Chinees Howe had geloof ik vijf restaurants, versloeg op de golfbaan iedereen die hem uitdaagde en vertrok met een handdruk. Zonder euforie, zonder emotie. Dat heb ik van hem willen leren. Maar toch, jongen je kent me, het lukt me niet. Acceptatie, daar ben ik nou mee bezig. Dit kan ik, dit kan ik niet meer.’
Zo nemen we afscheid. De man met de onafscheidelijke pet die de wereld in zijn greep leek te hebben door zijn bravoure en humor, verdwijnt, stapt in zijn sportauto en zwaait. Sinds 1976 is hij lid van de Kennemer, nog altijd een leerling. Het leven boeit hem. Golfen lijkt hem daarbij te helpen.
——————————————————————————————-
Barry Hughes (1937) is sinds 1976 lid van de Kennemer in Zandvoort. Hij leerde golf als voetballer van West Bromwich Albiom. Hij voetbalde in Nederland bij Blauw-Wit Amsterdam. Daar leerde hij zijn latere echtgenote stadionomroepster en later VARA-presentatrice Elles Berger kennen. Hughes was na zijn spelersloopbaan coach van Alkmaar ’54, Haarlem, Go Ahead Eagles, Sparta, FC Utrecht, Volendam, MVV en andere clubs. Ook bracht hij plaatjes uit met carnavaleske hits. Hughes geldt als de ontdekker van onder meer de voetballers Bert van Marwijk en Ruud Gullit.
Dit interview is gepubliceerd in GolfersMagazine 6 2015 in de serie ‘Mijn nieuwe sport’. Eerder verschenen in deze serie Femke Dekker (ex-roeister), Robert Eenhoorn (ex-honkballer), Kristie Boogert (ex-tennisster), Kenneth Perez (ex-voetballer) en Gijs van Lennep (ex-autocoureur)
Geef een reactie