Op 15 april 1989 voltrok zich de ramp op Hillsborough. Onderstaande reportage uit Liverpool schreef ik op 29 april 1991 in NRC Handelsblad.
Anfield Road 1, een paar honderd meter van het stadion van Liverpool Football Club. Een sober, in vuurrood baksteen opgetrokken huis aan de rand van het Stanley Park. Vroeger woonde hier de beheerder van het park. Sinds twee jaar doet het gebouw dienst als het Hillsborough Disaster Advice Center. Nog zeker eenmaal in de week loopt een man, een vrouw, een jongen of een meisje hier voor het eerst sinds 15 april 1989 binnen omdat hij of zij niet langer de trauma’s kan verwerken van de verschrikkelijke ramp tijdens de voetbalwedstrijd tussen Liverpool en Nottingham Forest in het Hillsborough stadion van Sheffield.
Door Guus van Holland
LIVERPOOL. Er moeten nog duizenden mensen rondlopen, in Liverpool, Sheffield, Nottingham en op andere plaatsen waar men deelgenoot was van het drama waarbij 96 toeschouwers werden doodgedrukt. Chris, een van de twaalf sociaal werkers in het opvangcentrum, beseft dat zij nog maar het ‘topje van de ijsberg’ kennen. Tel maar na: vijftigduizend toeschouwers waren er in het stadion, hun familieleden, vrienden en buren, en dan al die mensen die door de rechtstreekse tv-reportage van de halve-bekerfinale werden geconfronteerd met de tragedie. ,,Een probleem is”, weet hij, ,,dat veel mannen niet durven toegeven dat zij nog altijd getraumatiseerd zijn.”
Held like a baby in the arms of a proud father,
Held so tightly, unable to move.
Short of breath, am I close to death?
I see pain in people’s faces, they reach out for me
It’s their last breath.
I give up on life, I can’t hold on anymore,
Like a drowning man I’m pullend ashore.
I wish the 15th April was fateful for me.
I’ve suffered too much pain…
To come away from Hillsborough with my life, Was no gain.
(Stuart Littlewood, Liverpool)
Stoere jongens uit Liverpool, die huilen niet. Ze zijn er wel. Jongens als Stuart, van wie bovenstaand gedicht afkomstig is. Of Alf. Hij is een overlevende van de ramp op de Lepping’s Lane-tribune. Een echte Liverpool-fan, bijna zijn hele leven al. Hij hoorde de ribben van een man kraken tegen het hek, waarvan hij zichzelf net had weten los te maken. Hij keek naar beneden en zag dat de man dood was.
Hoe Alf het verwerkte? Hij vroeg zijn baas drie weken vrij, maar deze weigerde. Alf vertrok naar Glasgow, hing dag in dag uit in de kroeg en vond zichzelf een paar weken later bij een benzinestation aan de autoweg terug naar Liverpool, volkomen ontredderd. Hij heeft geen werk meer, durft sinds kort weer naar het stadion, en is niet meer elke dag dronken. De gesprekken en therapieën in het opvangcentrum hebben hem al veel geholpen. ,,Liverpool is mijn leven, ik wil sterven voor mijn stad en mijn club.”
Veel mannen zeggen op zaterdagmiddag tegen hun vrouwen dat ze naar het voetballen gaan. In werkelijkheid zitten ze in de kroeg. Ze durven er niet voor uit te komen dat ze niet meer kunnen, dat ze niet herinnerd willen worden aan Hillsborough.
Anderen dwalen nog door de stad, ze zullen geen doel meer vinden in het leven. Jonge supporters, Chris kent ze, hebben regelmatig last van agressieve buien. Ze vernielen dan alles in de stad. Ze zijn zo kwaad op zichzelf. Ze voelen zich schuldig. Sommigen hebben zich op het centrum gemeld of lieten zich sturen. ,,We zijn weggelopen, terwijl vrienden van ons stierven. Hadden we niet moeten blijven? Hadden we moeten helpen? We hadden samen dood moeten gaan.”
De symptomen van de getraumatiseerde betrokkenen lopen uiteen: niet kunnen of durven slapen, flashbacks, verdriet, agressie, angst, vluchten, drankmisbruik, vernielzucht, niet eten, zelfmoordpogingen. De dood van nabij hebben gezien, kan desastreuze gevolgen hebben voor lichaam en geest. Veel klachten worden niet herkend als psychosomatisch. In Hillsborough Interlink, het driemaandelijkse blad voor mensen die betrokken zijn geweest bij de ramp, schrijft een meisje dat ze een jaar na Hillsborough ernstig ziek werd. Ze had veel gedronken en gerookt, maar vertelde aan niemand waarom. Ze vermagerde sterk, moest veel overgeven. Artsen onderzochten haar, dachten aan kanker en namen haar een paar weken ter observatie op in het ziekenhuis. ,,Ik verloor mijn baan, mijn vriend, mijn lach en mijn hart.”
Haar probleem was dat ze niet in Liverpool woonde. In haar dorp kon ze niet praten over haar bezoek aan Hillsborough. In het ziekenhuis uiteindelijk wel. Ze is weer gezond, ze is in Liverpool gaan wonen en trouwt binnenkort met een Everton-fan.
Chris en zijn collega maatschappelijk werkers organiseren praatsessies voor de betrokkenen, bezoeken met hen de plaats van de ramp, gaan gezamelijk met hen naar voetbalwedstrijden en bespreken hun ervaringen. Video’s van de tv-opnamen worden als confrontatiemateriaal gebruikt. In het blad Interlink, dat in de stad wordt verspreid, kunnen overlevenden, nabestaanden en oogetuigen hun trauma’s van zich afschrijven in brieven, verhalen en gedichten. Brochures als Coping after Hillsborough worden uitgedeeld in de stadions. Er is een Hillsborough-Helpline, waarnaar dag en nacht gebeld kan worden. ,,Of het helpt? We hopen het. Als we maar beschikbaar zijn”, relativeert Chris.
Twee weken geleden maakte de Europese voetbalfederatie bekend de schorsing van Liverpool op te heffen. Engelands meest besproken voetbalclub mag weer meespelen in de Europa-Cuptoernooien. Nee, er was geen feeststemming, er werd nauwelijks over gesproken in Liverpool. ,,Er heerste zoiets van: het werd tijd”, heeft Chris ervaren. ,,Maar misschien is dat helemaal niet belangrijk meer. De mensen voelen slechts narigheid. Er is zoveel gebeurd de laatste jaren. De competitie is belangrijk genoeg om het Liverpool-gevoel te kunnen ondergaan. Anderen zijn misschien wel bang. Liverpool-fans zullen worden uitgedaagd door Hollandse en Duitse hooligans.”
Peter Robinson, secretaris-generaal van Liverpool Football Club, geeft toe dat er geen feest was in Liverpool. ,,We moesten ons toch eerst nog kwalificeren. Een dag na de bekendmaking stond er een belangrijk duel op het programma. Nu, twee wedstrijden verder, zijn we zeker tweede en misschien worden we nog wel eerste als Arsenal instort. We kunnen ons nu gaan voorbereiden op de Europa Cup.” Bang voor nieuwe problemen met supporters is hij niet. ,,Voor het Heizeldrama in 1985, waarna we geschorst zijn, waren er in de 21-jarige geschiedenis van Liverpool in de Europa Cup nooit problemen. We hebben tijdens onze schorsing regelmatig vriendschappelijk gespeeld in Europa om contact te houden. Er zijn toen fans meegereisd, geen problemen gehad.”
Een paar jaar geleden waren er weliswaar vechtpartijen met Manchester United-supporters, maar dat was buiten het stadion, verweert Robinson zich. ,,Dat werd meteen breed uitgemeten in de pers. Begrijpelijk, Liverpool wordt gevolgd. We hoeven maar iets te doen of we zijn weer de boze wolf.” Dat een paar veerbootmaatschappijen weigeren Manchester-fans van Engeland naar Nederland te vervoeren voor de Europa-Cupfinale in Rotterdam, vindt hij niet verontrustend. ,,Er is tenslotte veel gebeurd op die boten de laatste jaren. We zullen moeten aantonen dat we op de goede weg zijn. En dat kan jaren duren.”
Het hooliganisme is nog niet de kop ingedrukt, beseft Robinson. Maar sinds de hekken zijn weggehaald tussen de tribunes en het veld in de Engelse stadions, maakt de zieke kans op genezing.
Naar aanleiding van het Hillsborough-drama moeten in alle stadions de staanplaatsen verdwijnen. In het stadion van Liverpool is alleen nog de befaamde Spion Kop een staantribune, die door 16.000 mensen kan worden bevolkt. Maar over twee jaar zal ook die alleen maar zitplaatsen bevatten: 10.000. Niet alle Kop-bewoners nemen deze maatregel Liverpool in dank af. ,,Het is een dolksteek in het hart van Liverpool. Maar met tradities alleen kunnen we niet leven”, zegt de man op wie de club al 26 jaar drijft.
In 1994 moet de verbouwing van het stadion zijn voltooid. Dan kunnen 38.500 toeschouwers zittend genieten van de Liverpool-wervelwind. Dan kan de club pronken met 35 prive-boxen. Want zelfs voor een volksclub is die formule onvermijdelijk. ,,We hebben het om principiele redenen altijd kunnen tegenhouden. Klasseverschil hoort niet in de voetbalclub Liverpool”, beseft Robinson. ,,Maar de verbouwing kost ons 11 miljoen gulden. Met de verhuur van prive-boxen kunnen we dat terugverdienen. Als we dat niet doen, moeten de entreeprijzen omhoog. Dan is de Liverpool-fan slechter af.”
De schorsing van vijf jaar heeft Liverpool miljoenen aan inkomsten gekost, probeert Robinson een verklaring te geven voor de principiële ommezwaai. ,,Toen wij met Liverpool onze Europese successen boekten, waren er nog geen rechtstreekse tv-reportages in Engeland van Europa-Cupwedstrijden. Als ik hoor dat Manchester United en Aston Villa, die al dit jaar mochten meedoen, een miljoen aan tv-rechten incasseerden, is het niet moeilijk te berekenen dat wij de afgelopen jaren miljoenen aan inkomsten hebben gemist. Daarvan hadden wij de verbouwing van ons stadion kunnen bekostigen. Misschien hadden we dan wel geen prive-boxen nodig gehad, ja.”
Door de terugkeer van Liverpool in de Europese bekertoernooien zal de club ook te kampen krijgen met personele problemen. Voor de Europese voetbalfederatie zullen namelijk Schotten, Welshmen en Noordieren in Engelse club als buitenlander worden beschouwd. De huidige selectie van Liverpool telt slechts zes Engelsen, naast een handvol Schotten, Ieren, Welshmen, een Zweed, een Deen, een Israelier en een Zimbabwees. Dat betekent opnieuw investeren in spelers. Sinds kort ziet Liverpool echter de noodzaak van een jeugdopleiding in.
Ex-Liverpoolspeler Steve Heighway is daarom dit jaar uit Canada naar Liverpool gehaald om de junioren voor te bereiden op de hoofdmacht. Liverpool moet een familiebedrijf blijven, zegt Robinson. ,,Wie hier eenmaal is geweest, moet blijven of terugkomen als hij weg is geweest. Continuiteit is onze succesformule.”
Daarom trof het de ‘familie’ van Robinson twee maanden geleden diep in haar hart toen manager Kenny Dalglish volkomen onverwacht zijn ontslag aankondigde. ,,Kenny hoorde na veertien jaar achtereenvolgens speler en manager te zijn geweest als geen ander bij Liverpool. De meest succesvolle speler en manager die we hebben gehad. Kenny sprak weinig. Maar met zijn betrokkenheid liet hij anderen voor zich spreken. Kenny Anfield uit zien lopen was het meest trieste moment in mijn leven. Ik heb nog regelmatig contact met hem. Zijn kinderen komen nog naar de wedstrijden kijken, Kenny niet. Maar volgend jaar verwacht ik hem weer.”

Dalglish was niet tegen de druk bestand, weet Robinson. ,,De hele week was hij gelukkig, maar op de dag van de wedstrijd had hij hoofdpijn. Kenny was een gevoelsmens. Hij wilde zelf spelen en niet naast de bank staan en anderen het werk laten doen. Op de persconferentie zei hij met tranen in zijn ogen dat hij wegging.”
,,Ik geloof niet dat Kenny ooit nog manager wordt. En ik ken hem”, zegt Graeme Souness, evenals Dalglish een Schot. Hij volgde Dalglish op toen deze vertrok. ,,Mijn laatste kans op het Grote Geld.” De voormalige elegante middenvelder is harder en zakelijker dan Dalglish. Dat geeft hij toe. ,,Ik moest Liverpool helpen. Ik heb er nooit aan gedacht, want ik dacht dat Dalglish hier voor het leven zou blijven. Dat is zo bij Liverpool de formule. Ik kon niet weigeren. Ik ben geboren in Edinburgh, maar hier ligt mijn hart, mijn twee zoons zijn hier geboren, hier leeft men van voetbal. Het spijt me voor de Rangers, maar ik mag niet nee zeggen tegen mijn familie.”
,,We hadden geen andere keus dan Souness”, zegt Robinson. ,,Of we hem al op dezelfde dag van Dalglish’ ontslag hebben gebeld? Dat kan ik niet zeggen. Zei Souness dat hij drie weken heeft moeten nadenken over ons aanbod? Laten we het daar maar op houden.” Twee weken na zijn terugkeer op Anfield is Souness al De Verlosser. Onder Dalglish was Liverpool een dolende club. Maar onder Souness: twee wedstrijden, twee gewonnen, zes doelpunten voor, nul tegen en kwalificatie voor de UEFA Cup. ,,De manier waarop ik in mijn eerste wedstrijd werd begroet. Ik voelde me meteen thuis.”
Een paar honderd meter verder op Anfield Road drinkt Alf een kop koffie met Chris, zijn hulpverlener. Zijn blik dwaalt af naar het raam dat uitzicht geeft op Stanley Park. In de verte ligt Goodison Park, het stadion van Everton. Bij Liverpool gaan ze de Kop afbreken. ,,Ja, het laatste bolwerk dat je het gevoel geeft samen te zijn, een te zijn met de club. You’ll never walk alone, ja. Ik ben een keer op een doordeweekse dag een executive box binnen geweest. Ze hadden er een toilet, met papier, en aan een spijker hing The Observer. It’s them and us. Ze zijn hier nog nooit geweest in dit centrum. Alleen Kenny. Maar die is nu ook weg.”
Kijk naar deze indrukwekkende documentaire van de BBC uit mei 2013: How they buried the Truth:
Dit is op guusvanholland herblogden reageerde:
De politiechef, de 70-jarige David Duckenfield, die in 1989 met dienst was in Sheffield heeft toegegeven dat hij een fout gemaakt had en verantwoordelijkheid draagt voor het Hillsborough-drama. Dat kostte 96 Liverpool-fans het leven. Duckenfield gaf vorige week aan de jury een belangrijke fout toe. Hij opende toen een extra stadionpoort waarlangs duizenden fans het al volle Liverpool-vak wilden binnen raken. Die fans hadden buiten het stadion voor tumult gezorgd.
LikeLike