Tag Archives: Gert Hekma

Over de hele wereld voetballen homo’s

9 aug

Geplaatst op mijn NRC-blog op zondag 16 november 2008
Door Guus van Holland

Zomaar ineens duikt de vraag weer op? Zijn er homo’s in het voetbal? En zo ja, waarom komen ze dan niet uit de kast? En dat allemaal naar aanleiding van het nauwelijks onthullende, maar wel aangrijpende boek van Huub ter Haar, met prachtige foto’s: ‘Gelijkspel’.

Natuurlijk zijn ze er: homoseksuele voetballers. In 1980 werd al de eerste homovoetbalclub opgericht, de New York Ramblers. En sindsdien nog heel veel clubs in de hele wereld, ook een in Amsterdam, overigens pas sinds afgelopen augustus (2008)

Afgelopen zomer in augustus (2008 dus) werd zelfs al voor de negende keer (sinds 1997) het WK voetbal voor homo’s en lesbo’s georganiseerd, met 32 deelnemende mannenelftallen, georganiseerd door Leftfooters FC uit Londen. Kampioen in de eerste divisie werden de Stonewall Lions uit Engeland, tweede SAFGay uit Argentinië en derde Samurai uit Japan en de London Falcons. Er deden teams mee uit vooral de VS, Engeland en Duitsland, maar ook uit Ierland, Canada, Mexico, Argentinië, Chili, Uruguay, Zuid-Afrika, Japan, Frankrijk, Denemarken, Tsjechië, IJsland, Kroatië, Zweden, Italië en zelfs China. Nee, niet uit Nederland. De stichting Homosport Nederland heeft nog nooit van het WK voor homo’s gehoord, las ik. Maar toch wel van de IGLFA gehoord, de International Gay and Lesbian Football Assocation? Ook niet! Volgend jaar een nieuwe kans, het WK in Washington.

Tja, en dan vraagt men zich af waarom in Nederland homoseksuele voetballers niet uit de kast durven te komen. Zeker niet profs. En dat gevoegd bij het oordeel dat (oud)voetballer John de Wolf eens uitsprak: ,,Ik heb geen bezwaar tegen homo’s zolang ik er maar niet mee hoef te douchen.” Volgens de overleden oud-scheidsrechter John Blankenstein, die wel durfde uit te komen voor zijn seksuele voorkeur, kende hij minimaal acht voetballers die homo waren, sommigen keurig getrouwd met kinderen. Ze hoefden van hem niet uit de kast te komen. Hij kon begrijpen dat ze zich daarmee een hoop ellende op de hals zouden halen. Want hij sprak uit ervaring. Voordat hij het in de openbaarheid bracht, heeft hij zware depressies gekend.

Niet zo erg als zijn collega-scheidsrechter Ignace van Swieten, ook homo, en al langer overleden. Ook hij werd vaak uitgescholden door voetballers en supporters op en buiten het veld. Huilend heb ik hem eens horen vertellen dat een zeer bekende voetballer, nu een zeer bekende trainer, hem in een wedstrijd in zijn oor had gefluisterd: ‘Nog een keer zo’n fout en ik naai je in je kont net zo lang tot je blauw ziet.’ Ignace was een kwetsbare man, niet alleen door zijn homoseksualiteit, maar ook door zijn jeugd in Indonesië. Hij kon er niet tegen. John Blankenstein kon er wel tegen: hij zei dat hij er tegen kon. Maar eenmaal op gang in een gesprek bleek hoezeer, diep en vaak hij was geraakt.

Niet iedereen kan er zo mee omgaan als John Blankenstein. De Engelse voetballer Graeme Le Saux zou ook homo zijn geweest. Althans medevoetballers meenden dat omdat hij niet meedeed met machogedrag, dronkemansgelul van voetballers, met zijn collega Ken Monkou op vakantie ging en liefhebber was van kunst en antiek. Le Saux was geen homo. Eens liet hij zich in een wedstrijd in 1999 verleiden tot een Schwalbe (fopduik). Zijn tegenstander Robbie Fowler riep: ‘sta op flikker’. Le Saux naar wie het publiek al maandenlang had geroepen, ‘Le Saux takes it up the arse’ (Le Saux laat zich neuken) kreeg een vrije trap. Fowler ging voor hem staan en wees op zijn kont: Here, please! Dat herhaalde Fowler een paar keer. Le Saux kreeg een gele kaart van de scheidsrechter omdat hij het spel ophield. Even later nam de temperamentvolle Le Saux revanche met een elleboogstoot. De scheidsrechter zag het niet. De tv-camera’s registreerden het wel, waarna de Engelse bond Le Saux schorste voor één wedstrijd. Fowler kreeg twee wedstrijden wegens homofoob gedrag. Le Saux: ,,Ik heb me nog nooit zo beledigd gevoeld als toen door Fowler. Maar gelukkig steunde de Engelse bond me. Dat was een opluchting, het keerpunt in Engeland tegen homofobie”, zegt hij in zijn biografie Left Field.

De Nigeriaan Justin Fashanu, die in Engeland voetbalde, verging het anders. Hij was de eerste zwarte voetballer in Engeland, en was, zo bleek later, homo. Manager Brian Clough van Nottingham Forest leende hem uit aan Southampton toen hij hoorde dat Fashanu homobars bezocht. Fashanu heeft zich verhangen. De Britse oud-voetballer Paul Elliott zei laatst op een congres over discriminatie en homofobie, dat hij ‘zeker een dozijn’ profvoetballers kende die homo zijn, maar als de dood zijn dat naar buiten te brengen.

Wensley Ton ontmoette ik in 1994 op het congres ‘Samen Apart’, mede-georganiseerd door John Blankenstein en Gert Hekma, docent homostudies en auteur van het rapport over homo’s, sport en voetbal ‘Als ze maar niet provoceren’. Ton was een oud-profvoetballer. Hij had gespeeld bij Helmond Sport. Voor de microfoon in een grote zaal van Papendal zweeg hij over wat hij deed en wie hij was. Hij was bang geworden het te vertellen. Na afloop vertelde hij op sterk aandringen van Blankenstein aan mij toch zijn verhaal voor mijn verhaal in NRC Handelsblad. Ton (later Wensley Garden) tekende op zijn zeventiende een contract bij Helmond Sport. Toen hij de club na een paar jaar vertelde dat hij homo was, werd zijn contract niet verlengd. Homo? Hij voelde zich niet aangetrokken de voetbalwereld, die vooral uit macho’s bestaat en door stoere mannen wordt geregeerd. Hij ging niet mee de kroeg in, hij had geen vriendin, hij praatte niet slechts over voetbal.

Is dat wat Louis van Gaal bedoelde, toen hij bij de presentatie van het boek ‘Gelijkspel’ zei dat ‘voetbal zulke spelers niet aantrekt’? Is dat niet discriminatie van Van Gaal? Homo’s zijn volgens Louis dus (te) lieve zachte ( sensitieve?) jongens (nichten bedoelt hij misschien), die zich niet thuisvoelen in het harde mannenvoetbal. Een dikke huid, moet je hebben, vindt hij. Met verstand moet je analyseren waarom mensen van dat niveau je discrimineren, uitlachen; en dat je er boven moet staan. Ja, hij heeft misschien een dikke huid, hij gebruikt zijn verstand, totdat hij ‘eindelijk’ breekt als mens omdat zijn afweer, zijn stoerheid, het niet langer aankan. Je kunt toch niet verwachten dat iedereen zo is als Van Gaal zich voordoet. Kwetsen doet pijn, meneer Van Gaal, dat weet u als geen ander. Altijd. Wie daar wel tegen kan, heeft geen goed leven meer. Die verhardt. Iedereen mag dus schelden, zou je uit Van Gaals woorden kunnen opmaken, de bejegenden moeten het maar leren incasseren. Leuke wereld is dat, die wereld die Van Gaal zich voorstelt. Of zoals Luciano Moggi, oud-manager van Juventus zei: ,,Homo’s zijn niet geschikt voor voetbal. Daar is het voetbal niet voor gemaakt.”

Eens zei Jeu Sprengers, de inmiddels overleden voorzitter van de voetbalbond, in 1994 tijdens het congres ‘Samen Apart’: ,,Laten we elkaar geen mietje noemen. Wanneer in de voetbalwereld homoseksuelen zich afzonderen (in een club) en naar buiten treden is het einde zoek. Dat kan de voetbalwereld niet hanteren.” Waarop Wensley Ton destijds zei: ,,Angst heeft de voetbalbond, en geen gevoel voor mensen zoals ik.”

Laten we asjeblieft niet gaan jagen op homo’s. Stel je voor dat op ons aandringen naar aanleiding van het nieuwste boek, vandaag een profvoetballer uit de kast komt. Helemaal alleen durven zeggen dat je homo bent, dat al jaren getrouwd bent voor de schijn. Zoals Gaykrant-hoofdredacteur Henk Krol het eens verwoordde, want hij kende er een paar, keurig getrouwd en met kinderen, die bij hem om advies kwamen. De mediahype zou niet te overzien zijn. Grote koppen in kranten, tv-camera’s van alle rubrieken en omroepen. Ik zou het niet durven. Nooit. Dus laat ze even met rust, en laat ze wachten op een moment dat er een sterke man, een grootheid (David Beckham?) opstaat en zegt: ‘Wij homo’s willen als gewone mensen worden benaderd. Maar dan alleen als de tijd er rijp voor is.’

De Tweede Bundesligaclub St. Pauli in Hamburg heeft een homoseksuele voorzitter, Corny Littmann. Hij voetbalt zelf niet, maar hij is wel gek op voetbal. Dat komt in alle kringen voor. Littmann zegt: ,,Over tien jaar is er geen probleem meer. De tijd is er nog niet rijp voor. Ik ken jongens in het Duitse profvoetbal die homo zijn net als ik. Ik help ze, ik praat met ze en ik probeer het verstandelijk te benaderen. Maar het blijven mensen. Wie? Als ze naar buiten willen komen is dat hun zaak.”

FC St. Pauli staat bekend als een cultclub. De aanhang van deze club die zijn wedstrijden speelt Am Millerntor afficheert zich als links, grossiert in antifascisme en staat bekend om haar ‘strikte’ tolerantie en ‘militant’ gemoedelijke sfeer. Symbool van deze rebelse houding is de piratenvlag met doodshoofd, de Totenkopf. De club is populair onder punks, bejaarden, minderheden, homoseksuelen en rockbands.

Homoseksuele scheidrechters zijn er zeker ook, zoals Van Swieten en Blankenstein waren. Ze zijn aangesloten bij de International Gay and Lesbian Football Association, en zijn actief op homo-WK’s, homo-EK’s and Gay Games.

Er zijn ook voetballers die hun homoseksuele vrienden beschermen. In Nederland hoor je daar niets over. In Italië doet international Alberto Gilardino, dit seizoen bij Fiorentina, er sinds jaren alles aan om zijn homovrienden in het Italiaanse voetbal te beschermen. Hijzelf is hetero. In Duitsland zijn homovoetbalfanclubs als de Hertha Junxx, de Rainbow-Borussen en Stuttgarter Junxx voortdurend bezig om de homofobie uit te bannen. In Engeland staat homophobia hoog op de prioriteitenlijst van de campagnes tegen discriminatie en racisme. En wat doen ze in Nederland? Daar doet de almachtige en alwetende Van Gaal het woord. De rest kijkt toe en zwijgt. Of niet, zoals ADO-supporters afgelopen zondag. De spits van Willem II Frank Demouge (geen homo) werd onophoudelijk uitgescholden voor homo. In de laatste minuut maakte Demouge het winnende doelpunt. Hij voelde zich steeds sterker worden door het afschuwelijk domme gejoel van de fans van ADO. (Is dat wat Van Gaal bedoelt? Een dikke huid). Het is te hopen dat echte homo’s er wel tegen kunnen.

Onlangs las ik een verhaal van Matthew Fox, een priester van de Episcopale Kerk die in het Vaticaan zeer omstreden is en door kardinaal Ratzinger (tegenwoordig paus Benedictus XVI) eens werd gekwalificeerd als ‘feministische theoloog’ en uit de dominicaanse orde werd gezet. Hij schreef boeken over scheppende spiritualiteit. In zijn zojuist verschenen boek ‘Verborgen spiritualiteit van mannen’ (The Hidden Spirituality of Men: Ten Methaphors to Awaken the Sacred Masculine), schrijft hij dat het ‘mannelijk is om homofobie te kweken’. Waarom? ‘Uit angst voor mannelijke tederheid.’

%d bloggers liken dit: