Tag Archives: Cherokee

Ben ik een boeddhist of toch gewoon een zoekend mens?

2 dec

‘Ben jij nou een boeddhist!’ Het is een terugkerende opmerking die mij als een verwijt in mijn ziel raakt. Alsof ik me als boeddhistische leerling moet verontschuldigen voor wat ik heb gezegd of gedaan. Zoiets als een ander met een andere mening afwijzen. Of als ik mijn emoties (buitensporige woede) de vrije loop laat. Voordat ik heb geprobeerd iets ter verdediging te formuleren, moet ik al aanhoren dat ‘dat mediteren dus ook niks helpt.’ Dat woordje ‘dus’ doet het ’m. Ik ben boeddhist, dus. Ik mediteer, dus.

niets
Ik mag ‘dus’ niet iets doen of zeggen wat – volgens de tegenpartij – tegen de regels van het boeddhisme is. Ik ben ‘dus’ vreedzaam, geduldig, onbevooroordeeld, evenwichtig en vooral de rust zelve. Ik zit toch niet voor niks voortdurend (vrijwel dagelijks) op mijn kussen, lees boeddhistische boeken, verdiep me in boeddhistische lezingen, volg boeddhistische trainingen en plaats teksten op Facebook die ik op mijn scheurkalender met boeddhistische wijsheden lees? Maar dat maakt van mij nog geen boeddhist, laat staan een heilige.

Ik ben ‘slechts’ een mens, niets menselijks is mij vreemd. Ook ik oordeel over boeddhistische leraren die zich aan boeddhistische leerlingen vergrijpen. Ook ik oordeel over burgeroorlogen waarbij boeddhisten geweld niet schuwen. Ook ik denk wel eens dat boeddhistische monniken beter hun handen uit de mouwen kunnen steken in plaats van urenlang mediteren en contempleren om het leven (of dat erna) te kunnen begrijpen.

Alleen al dat ik vermoed me te moeten verantwoorden voor mijn ‘non-boeddhistische’ gedragingen. Dat ik daarom mijn afweermechanismen in werking stel. Dat vind ik lastig. Liever zou ik glimlachen, zoals de boeddha in mijn tuin of die op mijn schrijn. Of zoals ik de Dalai Lama, Thich Nhat Hanh en Sakyong zie doen, doorgaans ogenschijnlijk in alle rust. Maar ja, ik ben Thich Nhat Hanh noch de Dalai Lama, noch Sakyong, noch de Boeddha. Ik ben slechts een zoekend mens.

Boeddhisme spreekt me aan. Het is me aan komen waaien na zowel een mentale als fysieke zoektocht naar de wenselijkheid van leven. Dat maakt me nog geen boeddhist. Ik zou elk moment, onder welke omstandigheden ook, de rust zelve willen zijn, altruïstisch, geduldig en vreedzaam. Levend naar inzichten van de Boeddha, hoe verschillend ook wat betreft interpretatie. Het is niet meer dan een doel: zijn zoals het is, zijn zoals ik ben.

Geloven in fundamentele goedheid, van iedereen. Dat wil ik. Niemand veroordelen om wie hij is om wat hij doet en zegt. Ik las laatst een even treffend maar vooral bemoedigend essay van Rutger Bregman in De Correspondent: ‘Wie goed doet komt nooit in het Journaal – en dat is een groot probleem’. Bregman citeert daarin de Franse boeddhistische monnik Matthieu Ricard uit zijn boek Altruïsme, de kracht van compassie. Een oude Cherokee-indiaan zegt tegen zijn kleinzoon: ‘Er speelt zich een gevecht in mij af. Het is een gruwelijk gevecht tussen twee wolven. De een is slecht, boos, hebzuchtig, jaloers, arrogant en laf. De ander is goed – hij is gelukkig, rustig, liefdevol, aardig, hoopvol, bescheiden, gul, eerlijk en betrouwbaar. Deze wolven vechten ook in jou en in ieder ander persoon.’ De jongen denkt even na en zegt dan: ‘Welke wolf zal winnen?’ De oude Cherokee antwoordt: ‘Diegene die je voedt.’

Ook ík ben gevoed door een wolf, door ouders die mij naar hun eigen inzicht hebben gevoed. Zo is het iedereen vergaan, toch? Dat zie ik als boeddhistisch inzicht: we zijn wie we zijn geworden. Als ik dat eens geduldig kon uitleggen, is er een kans dat mij niets meer wordt verweten. Dan mag ik mezelf zijn. Een mens die niet meer dan benieuwd is naar boeddhistisch leven.
Guus van Holland was sportjournalist bij de Volkskrant en NRC Handelsblad. Hij is vriend van Shambhala Leiden.

Deze column is gepubliceerd in de wintereditie van de website http://www.vriendenvanboeddhisme.nl

%d bloggers liken dit: