Je kunt gaan hardlopen, gewoon je hardloopschoenen aantrekken en maar zien waar je uitkomt. Vijf kilometer, tien kilometer, een halve marathon, een hele marathon. Je kunt ook met aandacht gaan hardlopen. Je erop voorbereiden. En je gewaar proberen te worden van waar je mee bezig bent. Je adem voelen. Je ledematen voelen. Niet alleen je voeten en benen. Ook je hoofd, zeg maar: je geest. Mindful Running.
Vriendelijk zijn voor jezelf, voor je lichaam en je geest. Meditatief lopen. Op de manier die meditatiemeester en Shambhala-boeddhistische leraar Sakyong Mipham zich als hardloper (hij liep negen marathons) eigen heeft gemaakt. Toen ik het boek (Running with the mind of meditation; in de Nederlandse vertaling ‘Running Buddha – Je balans vinden met hardlopen’) voor de eerste keer las, begreep ik waarom ik en medelopers vaak geblesseerd raken. Waarom ik mezelf voorbij loop, waarom ik de lat te hoog leg, waarom mijn trainer me niet genoeg kan waarschuwen.
Noem het agressie. Te gretig, te wild, onbedachtzaam. Agressie, schrijft Sakyong, is als vuur – het is er ineens en dan is het weer verdwenen. Vriendelijkheid, wat hij adviseert, is als water – het zal uiteindelijk zijn doel bereiken.
,,Vriendelijkheid geeft ons het gevoel dat we eeuwig kunnen blijven lopen. Bij agressie krijgen we het gevoel dat we alleen maar een sprintje kunnen trekken naar de volgende bocht. Door vriendelijk te zijn draaien we onze hand niet om voor een lange duurloop. Bij agressie zijn we bang dat we zullen falen als de duurloop even niet goed gaat. Als we vriendelijkheid bezitten zijn we niet meer met onszelf aan het worstelen. En op het moment dat we niet met onszelf worstelen, doen we ons best. Meer dan dat kunnen we niet doen. Echter, als we vriendelijk voor onszelf zijn zullen we verbaasd staan over hoeveel we kunnen. We worden geïnspireerd door onze potentie. Agressie daarentegen is vaak het resultaat van persoonlijke ontrevredenheid. We kunnen het niet goed met onszelf vinden en vanwege dat innerlijke conflict halen we uit naar anderen. Deze vorm van agressie komt voort uit een gebrek aan vriendelijkheid voor onszelf (…). Kijk naar wat je kunt en laat je niet deprimeren door wat je niet kunt.’’
Hier spreekt de meditatiemeester. Helder maar mogelijk ondoorgrondelijk voor wie zich meditatie nog niet heeft eigen gemaakt. Je bent maar een eenvoudige hardloper die gewoon wil hardlopen, soms lekker, vaak lang en ver. Mogelijk op weg naar een persoonlijk record. Hoe breng je dat als hardloper in praktijk? Benjamin Romkes en Marc Wiewel geven regelmatig clinics, onder meer vanuit het Shambhala-meditatiecentrum in Amsterdam. Beiden zijn ervaren hardlopers en bekend met mediteren. Een ontmoeting met het tweetal ademt vriendelijkheid. Niks: de beste manier om hard te lopen. Niks: nu hebben we het gevonden. Hoe revolutionair en op een unieke, heldere manier beschreven zij het boek ook vinden.
Maar ze hebben dankzij Sakyongs filosofie wel nieuwe, bijzondere ervaringen gehad. Benjamin Romkes, meervoudig Nederlands recordhouder en wereldkampioen 3.000 meter boven 45 jaar, vertelt eerst over zijn eigen methode: ,,Ik ga ’s morgens eerst even een kwartiertje zitten (mediteren, gvh) voordat ik ga lopen. Gewoon tot rust komen, landen dus, daarna gaat het lopen vanzelf.’’
Zo begint hij ook de clinic, met een korte meditatie. Zittend met een rechte rug op een stoel, de blik naar de vloer gericht. Eerst de aandacht op het lichaam richten, van je linker grote teen tot je rechter schouder. Daarna op de ademhaling. Meditatie voorafgaand aan het lopen is een droogtraining, meent Romkes, tevens meditatie-instructeur. ,,Je gaat er straks sneller door opmerken of je afgeleid raakt tijdens het lopen. Je loopt er ook meer ontspannen door.’’
Vervolgens begint het lopen. Alles met aandacht. Eigenlijk al als je je veters vastmaakt. Deelnemers aan een clinic hoeven geen meditatie-ervaring te hebben, laat staan een boeddhistische achtergrond. Het gaat domweg om de aandacht op je beweging te richten, op je armen en benen, ademhaling en de manier waarop je loopt. Zeg tegen jezelf: ik loop licht, het gaat gemakkelijk. Je gaat merken dat het lichaam die gedachte overneemt en je vanzelf lichter gaat lopen. In balans, een samenwerking tussen lichaam en geest.
Gemakkelijk gezegd: ik loop licht. Voordat je ‘licht loopt’ is er die verschrikkelijke worsteling tegen pijn, stijfheid, beperkte longinhoud. Sakyong Mipham weet uit ervaring hoe het proces verloopt. Van beginner (wandelaar) tot marathonloper. Vandaar ook dat hij in zijn methode een viertal trainingsfasen beschrijft waarin je je geest en lichaam ontwikkelt, de zogenaamde vier waardigheden. Deze worden in het Shambhala-boeddhisme uitgebeeld door de tijger, leeuw, garoeda en de draak. Je kunt alle fasen vertalen naar gedragingen in het dagelijks leven.
In de tijgerfase onderzoek je je motivatie en concentreer je je op je ademhaling, voetafwikkeling en andere concrete details. Die fase kan zomaar twee jaar duren. In de leeuwfase bouw je je aandacht verder uit naar waardering en discipline in je training, maar ook naar de omgeving waarin je hardloopt, de positieve trots over je verruimde en stabiele aandacht en conditie. In de garoedafase werk je aan de juiste manier om je grenzen te verleggen, en word je uitgenodigd je vriendelijke, compassievolle houding uit te breiden naar je omgeving. In de draakfase ten slotte, ontdek je dat presteren niet het ware doel is, maar dat echte voldoening voortkomt uit de vreugde iets te kunnen betekenen voor anderen, voor de wereld.
In elke fase komt je als loper aspecten van jezelf tegen en krijg je te maken met vraagstukken over bijvoorbeeld je inzet, gezondheid, hoop, pijn en intentie.
Alles komt neer op aandacht voor je beweging, voor het gevoel, voor de pijntjes. Tijdens het lopen loop je alles even na. Waar zit bijvoorbeeld de vermoeidheid? Is het je lichaam dat moe wordt of is het je geest? De beide trainers wijzen op het gebruik van een koptelefoon. Marc Wiewel (sportpsycholoog en runningtherapeut): ,,Zoals Sakyong aangeeft kun je door de muziek goed in je ritme blijven. Maar je mist ook veel: het geluid om je heen, de vogels, het suizen van de wind om je oren. Je loopt niet in een open ruimte, je loopt als het ware in een cocon.’’
De filosofie van Sakyong, meent Wiewel, vormt ,,slechts een leidraad om op een bewustere manier met hardlopen bezig te zijn’’. Vriendelijk zijn voor jezelf, jezelf niet uitputten. Zoals Sakyong Mipham vertelt over hoe hij zijn vrouw met hardlopen in aanraking bracht. Hij stimuleerde haar vooral om veel te wandelen, met af en toe twee minuten hardlopen tussendoor. Na een aantal maanden was zijn vrouw in staat om twintig tot dertig minuten hard te lopen.
Zo langzaam kan het gaan, zo vriendelijk voor je lichaam kun je zijn. Je lichaam en zenuwstelsel moeten wennen aan nieuwe bewegingen. Geef ze de kans, weten Benjamin Romkes en Marc Wiewel. Forceren werkt averechts en doet meer pijn dan je lief is. Laat hardlopen een plezier zijn. Dan geeft ook een persoonlijk record de meeste voldoening.
Benjamin Romkes en Marc Wiewel geven twee Mindful Running Clinics tijdens het Brightnow Festival op 26, 27 en 28 september in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Meer informatie: http://brightnowfestival.nl/
Dit artikel van Guus van Holland is gepubliceerd in het oktobernummer van Runner’s World.
Hallo,
Ook ik ben zeer geïnspireerd geraakt door het lezen van dit boek en heb er de volgende infographic van gemaakt: https://magic.piktochart.com/output/3063182-running-meditation
Op 4 oktober heb ik met succes de Zeeuwse Kustmarathon gelopen!!
LikeGeliked door 1 persoon