Was ik hier maar nooit weggegaan

12 apr

bennekom ansicht
Dáár heb ik gewoond, daar moet ik dus even langs rijden. En daar ook. En daar. Kijken hoe het huis er nog bijstaat. Of de tuin nog goed onderhouden is.

Zo’n vijf keer per jaar ben ik terug in Bennekom. Elke keer rijd ik voor of na mijn bezoek een rondje door het dorp, langs de huizen waar ik de eerste 24 jaar van mijn leven heb gewoond. De huizen zijn nauwelijks veranderd, de straten en lanen een beetje. Soms sta ik even stil. Dan kijkt bij de buren iemand door het raam en vraagt zich vast af wat die man daar in die auto doet. Het zijn andere buren dan vroeger. Ze kennen me niet.

In Bennekom ben ik geboren en getogen. Ik ben er naar de School met den Bijbel aan de Veenderweg gegaan en naar de ULO aan de Robert Kochlaan, alvorens ik naar het Wagenings Lyceum ging om er vooral te leren wat God verboden heeft. Ik ben in mijn dorp op de gymnastiekvereniging (DOS) geweest en op de padvinderij (Musinga). Ik ging er met mijn ouders en broers naar de Gereformeerde Kerk aan de Brinkstraat, naar de Knapenvereniging (Timotheus 1, 2 of 3) en de catechisatie – één keertje maar, toen was ik de Bijbel en de psalmen zat.

En ik heb er vanaf mijn elfde tot mijn 25ste gevoetbald, de laatste acht jaar meestal in het eerste elftal. Ik kende toen ik jong was bijna iedere Bennekommer. Of ze nu uit het dorp kwamen, zoals ik, of van de Laar, waar ik begon te voetballen tussen de jongens van De Ruiter, Welgraven, Van den Heuvel, Lieftink, Van Reemst, Meurs, Vermeer, Van de Weerd, Jansen, Van den Brink, Veldhuizen, Hulstein, Van Beek, Kerseboom, Rozeboom, Roosenboom en Roseboom. Families die al bekend waren bij mijn vader die bijna zijn hele leven in Bennekom heeft gewoond.

Het leven in Bennekom heeft mij gevormd. Ik mis nog vaak de warmte en veiligheid van deze unieke gemeenschap. De manier waarop ze gedag zeggen. Kort, onverschillig bijna: ‘heu Guusje’. De manier waarop mensen schielijk langs je heenlopen. Later hoor je dat ze je wel gezien hebben en vragen ze waarom je niet gedag zei.

Stille herkenning, typisch Bennekoms.

Als ik vroeger als jongen door Bennekom fietste, hoorde ik vanuit een tuin of een raam mijn naam roepen. Als de melkboer en de groenteboer bij ons aan de deur kwamen zeiden ze tegen mijn moeder dat ik slecht had gevoetbald. Hoe dat toch kwam? Dan lachte mijn moeder verlegen om zoveel aandacht voor haar zoon en zei ze verontschuldigend iets over nieuwe voetbalschoenen of over problemen op school. Sociale controle heet dat nu. Ik noem het sociale veiligheid.

Betrokkenheid. Verbinding. Warmte.

Ik ging het huis uit, verliet Bennekom, verliefd op een niet-Bennekomse. Ik werd journalist, ver weg. Ik reisde de hele wereld over. Altijd verlangde ik terug naar mijn dorp, mijn oude buren, mijn oude vrienden, mijn oude voetbalclub, terug naar de bossen aan de oostkant van het dorp waar ik had rondgestruind, alleen en eenzaam dromend onder bomen en struiken had gelegen, padvinder was geweest, had gevreeën, had gevoetbald tussen de bomen en er comboytje had gespeeld.

bennekom hooi kerk
Terugverlangen naar de weilanden en de sloten aan de westkant van het dorp, waar schoolvriendjes op een boerderij woonden en ik de reuk van hooi, ingekuild gras, van koeien-, kippen- en varkensstront leerde kennen, en heel dicht bij beesten kon zijn. Terugverlangen naar opa en opoe Van den Hul, aan de Edeseweg. Mijn opa was varkenskoopman. Achter het huis was de waag, waar varkens werden gewogen en verhandeld door middel van handjeklap. De boeren lieten de varkens stiekem grind eten, zo hoorde ik van mijn opa, werden ze zwaarder van. Mijn opa drukte op zijn beurt met zijn klomp het gewicht naar beneden – of naar boven. Totdat ik er wat van zei en hij me een hengst voor mijn kop gaf. Nooit mocht ik meer in het waaggebouwtje.

Ik leerde van hem kippen slachten: gewoon vangen, op een hakblok leggen, kop er af, met een hiep. Ik leerde varkens voeren. Ik zat daar met mijn broer aan de keukentafel en at mee, zo veel en zo vet mogelijk, veel jus, omdat het gezond was en je nog moest groeien. Maar wel eerst bidden en tot slot danken. Deed ik het niet, hoorde mijn opa ons lachen, dan kreeg ik een pet naar mijn hoofd geslingerd.

Ik verlangde terug naar het café waar ik had rondgehangen. Uren. Zonder geld. Maar ik werd er wel bezopen, waarna ik dan naar huis waggelde. Zonder fiets, want die was ik kwijtgeraakt.

Als ik nu in de Randstad met weemoed over mijn geboortedorp vertel, krijg ik als antwoord: ‘Bennekom? Dat ken ik, daar ben ik weleens op vakantie geweest, daar heb je mooie bossen.’

Ja, ook. Maar mijn geboortedorp had meer. Vooral eenvoud en gemoedelijkheid.

Ik ben lid van De Club van Toen van VV Bennekom, die ieder jaar een reünie voor oud-spelers van het eerste elftal organiseert. Het gaat daar aan de rand van het veld en later aan de toog in de kantine vooral over het voetballeven van toen, over alle kampioenschappen, maar ook over het Bennekomse leven van toen. En wat er nog van over is. Wie ziek is en wie dood. Jarenlang belde mijn vader me op in de Randstad en zei hij: ‘Weet je wie er ook dood is?’ En dan noemde hij een Bennekommer. Een die ik vast en zeker kende. Eigenlijk was iedereen een bekende Bennekommer.

Als ik nu door het dorp rijd, door de straten waar ik gewoond heb, dan heb ik het soms moeilijk. Ik zag dat een van de huizen waar we woonden verkocht was, aan een projectontwikkelaar. Het was me al verteld. Ik zag het bij mijn rondgang staan op een bord in de tuin. Dan droom ik weer van vroeger, en denk: was ik hier maar nooit weggegaan. Dan word ik wakker geschud. Omdat iemand roept: ‘Hé Guusje, wil je me niet meer kennen?’ ‘Natuurlijk ken ik jou’, antwoord ik dan geschrokken. Alsof ik schuld beken.

Ik ken nog bijna iedereen, zeker iedereen van vroeger. Bennekommers vergeten elkaar niet.

Deze column is verschenen in het aprilnummer van Benn. Het blad over Bennekom. Zie ook: http://www.Bennonline.nl. Begin juni 2022 zal het boek ‘Pareltjes, verhalen van Bennekomse bodem’ verschijnen, met daarin o.a. dit verhaal 

11 Reacties to “Was ik hier maar nooit weggegaan”

  1. herrieheckman april 12, 2014 bij 11:24 am #

    Heel goed, Guus. Ik benijd je

    Sent from my iPhone

    >

    Like

  2. hans van Oort april 12, 2014 bij 3:01 pm #

    mooi!

    Like

  3. Jaap van Silfhout juli 31, 2014 bij 9:36 am #

    Ben nu zo’n 50 jaar uit Bennekom weg en heb soms moeite de plek te vinden die ik nog wel eens zien en ruiken wil.
    Alle namen van de voetballers ken ik eigenlijk ook wel, al heb ik daar niet gespeeld, maar een groot deel zat bij mij op school aan de schoolstraat. Later Wagenings Lyceum tot 1953. Mooie tijd in een mooi dorp !!
    Jaap van Silfhout.

    Like

  4. Jaap v Beek mei 4, 2022 bij 7:21 pm #

    Mooi verhaal Guus , zo ken ik bennekom ook , veel gespeeld in het bosje op de vossenweg , en met oud en nieuw veel vuurwerk af steken bij de pobrie en drogisterij kok en heel veel in de voetbal kantine van vvb geweest zowel op de laar als op de achterstraat daar ging de eerste kantine door brand verloren hadden toen een nood kantine bij de kleedkamers tot de nieuwe kantine klaar was , heb daar veel uurtjes door gebracht

    Geliked door 1 persoon

  5. Carla Bukenya mei 4, 2022 bij 7:51 pm #

    Het klinkt heel herkenbaar.
    Ik ben in Bennekom geboren en getogen, tot mijn 16de jaar (dat is 54jaar geleden), in de Molenstraat.
    Daarna overal gewoond, in Nederland en Afrika en nu…. , na zoveel jaar, weer terug in Bennekom. Ik geniet er van.

    Like

  6. Dinie Vos - Heij mei 4, 2022 bij 9:35 pm #

    Mooi verhaal Guus, ook ik ben al 53 jaar weg uit Bennekom. Maar gelukkig leeft mijn moeder nog en ik kom dus regelmatig in mijn geboortehuis! Heel bijzonder vind ik dat, bijna 72 en je hebt je geboortehuis nog! Heerlijk vind ik het om door het dorp te lopen, door de bossen, maar ook door de kraats te fietsen. Als ik boodschappen voor mijn moeder moet doen en ik ben wat later thuis, zegt ze je kwam zeker een bekende tegen. En zo gaat het vaak!

    Like

  7. Jet Mekking mei 5, 2022 bij 12:47 pm #

    Wat een fantastisch verhaal Guus, ik ken je niet persoonlijk, jammer.
    Volgens mij heb je op Dorpstraat 13 gewoond ??

    Like

  8. Jan van Loenen juni 2, 2022 bij 7:36 pm #

    Mooi verhaal Guus. Delen zijn herkenbaar voor mij. The Kinks hebben over dit oprechte sentiment mooie songs gemaakt. Op het album Village Green staan en paar juweel . Geen vals sentiment, maar een welgemeende groet naar het goede verleden.

    Like

  9. Ben Crum juni 3, 2022 bij 7:44 pm #

    Mooi Guus. Soortgelijke herinneringen heb ik aan Heelsum

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.